Morele Ontwikkeling: Hoe Word Je Een Moreel Persoon?

Morele Ontwikkeling: Hoe Word Je Een Moreel Persoon?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Morele Ontwikkeling: Hoe Word Je Een Moreel Persoon?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
- Begrijpen wat morele ontwikkeling is
- Kennis van de verschillende stadia van morele ontwikkeling
- Reflecteren over je eigen morele waarden en gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de lesdoelen en leg uit wat je studenten zullen leren.
Wat weet jij al over morele ontwikkeling?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Morele Ontwikkeling
Morele ontwikkeling is het proces waarbij individuen hun begrip van goed en kwaad ontwikkelen en hoe ze dit in de praktijk brengen.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat morele ontwikkeling is en waarom het belangrijk is om erover te leren.
Stadia van Morele Ontwikkeling
1. Obedience and Punishment Orientation
2. Individualism and Exchange
3. Good Interpersonal Relationships
4. Maintaining Social Order
5. Social Contract and Individual Rights
6. Universal Principles

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende stadia van morele ontwikkeling. Geef voorbeelden van elk stadium en vraag studenten om voorbeelden te geven die ze kennen.
Actieve Opdracht: Stadia van Morele Ontwikkeling
Verdeel de klas in groepen en laat elke groep een scenario bedenken dat past bij elk stadium van morele ontwikkeling. Laat elke groep hun scenario presenteren aan de klas.

Slide 6 - Tekstslide

Zorg ervoor dat de studenten begrijpen wat er van hen wordt verwacht. Geef ze de nodige tijd om te werken aan hun scenario's en laat ze weten wanneer de presentaties plaatsvinden.
Obedience and Punishment Orientation
Kinderen in dit stadium zien regels als onbuigzaam en onveranderlijk. Ze geloven dat straf automatisch volgt op een overtreding.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf het eerste stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Individualism and Exchange
Kinderen in dit stadium beginnen te begrijpen dat er niet één juiste manier is om de dingen te doen en dat er verschillende perspectieven zijn. Ze beginnen ook te begrijpen dat beloningen niet altijd onmiddellijk zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf het tweede stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Good Interpersonal Relationships
In dit stadium begrijpen kinderen dat het belangrijk is om te voldoen aan de verwachtingen van anderen en dat er zo min mogelijk ruzie moet zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf het derde stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Maintaining Social Order
In dit stadium begrijpen kinderen dat het belangrijk is om de wet te volgen en dat regels belangrijk zijn om de samenleving ordelijk te houden.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf het vierde stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Social Contract and Individual Rights
In dit stadium begrijpen kinderen dat wetten en regels sociaal geconstrueerd zijn en dat ze veranderd kunnen worden als ze niet eerlijk zijn. Ze begrijpen ook dat mensen rechten hebben die beschermd moeten worden.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf het vijfde stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Universal Principles
In dit stadium begrijpen kinderen dat er universele principes zijn die moeten worden gevolgd, ongeacht de wetten en regels die in een bepaalde samenleving gelden.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijf het zesde stadium van morele ontwikkeling en leg uit hoe kinderen in dit stadium denken en handelen.
Reflectie
Reflecteer over je eigen morele waarden en gedrag. Wat zijn je belangrijkste morele waarden en hoe beïnvloeden ze je gedrag?

Slide 13 - Tekstslide

Laat de studenten nadenken over hun eigen morele waarden en gedrag. Geef ze tijd om te schrijven en laat een paar studenten hun gedachten delen met de klas.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.