Prodemos - grondwet 1848

4.3 Nederland in 1848
1815  -  1848
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Nederland in 1848
1815  -  1848

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 4.2 in stilte, 5 minuten
  • Noem twee slechte arbeidsomstandigheden waar de arbeiders in moesten werken?
  • In de 19e-eeuwse klassenmaatschappij waren er drie klassen. Welke drie?
  • Noem drie nieuwe uitvindingen.

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Je kunt enkele belangrijke kenmerken noemen van het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied.
Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam.

Slide 3 - Tekstslide

Maak de opdracht over koningen

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werd Nederland een monarchie?
Lees: Het Koninkrijk der Nederlanden
Een leg in je eigen woorden uit hoe Nederland een monarchie werd.

Slide 5 - Tekstslide

Het verhaal van Willem I
https://schooltv.nl/video-item/het-verhaal-van-oranje-nassau-in-de-klas-koning-willem-i

Beantwoord de vragen.

Slide 6 - Tekstslide

De Grondwet van 1848

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maak de kijkopdrachten het blad.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

1. In welk jaar werd Willem II koning?

Slide 11 - Open vraag

2. In 1844 luisterde men vol verwachting naar de troonrede van de nieuwe koning. Is koning Willem II op dat moment van plan om zijn macht uit handen te geven?

Slide 12 - Open vraag

3. Welke kamerleden zijn vooral teleurgesteld na deze troonrede?

Slide 13 - Open vraag

4. Welk kamerlid doet direct een poging om een wet te maken waarin geregeld wordt dat de koning minder macht krijgt?

Slide 14 - Open vraag

5. Krijgt dit voorstel een meerderheid?

Slide 15 - Open vraag

6. Hoe kan het dat koning Willem II in 1848 toch een commissie onder leiding van Thorbecke een nieuwe grondwet laat schrijven?

Slide 16 - Open vraag

7. In welk land wordt de koning zelfs uit zijn paleis gezet?

Slide 17 - Open vraag

8. Hoeveel tijd had Thorbecke nodig om een nieuwe grondwet te schrijven?

Slide 18 - Open vraag

9. In welk jaar sterft koning Willem II?

Slide 19 - Open vraag

10. Wie krijgen er stemrecht in de nieuwe grondwet?

Slide 20 - Open vraag

11. Wat verandert er in de grondwet van 1848?

Slide 21 - Open vraag

1848
WETGEVENDE MACHT
Parlement / Staten-Generaal:
- 2e kamer, gekozen door de bevolking (23+ en belasting betalend) , mag nu ook wetten maken en veranderen. (recht van initiatief en amendement)
- 1e kamer gekozen door de provincies, keurt wetten goed of af.
UITVOERENDE MACHT
Regering: minister, M-P en het staatshoofd. Bedenken de wetten en zien toe op de naleving ervan. Leggen verantwoording af aan het parlement
1813
WETGEVENDE MACHT
Parlement / Staten-Generaal: 1e en 2e kamer, 'gekozen'  volksvertegenwoordiging.  Keuren wetsvoorstellen goed of af.    (koning kiest de 1e kamer...) 
UITVOERENDE MACHT
Regering: minister, M-P en het staatshoofd. Bedenken de wetten en zien toe op de naleving ervan. (de koning benoemt de ministers...)

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk par. 2.3
VWO vraag 7-10
Havo 5,6,7

Slide 23 - Tekstslide