vervolg H1.1 Stroomkring

hoofdstuk 1 elektriciteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 1 elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

een spanning van 230 Volt kun je veilig aanraken
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Rond de kern van een atoom draaien elektronen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Vrije elektronen kunnen los van het atoom bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

De eenheid van elektrische spanning is ampère.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dat metalen goede geleiders zijn, komt doordat metalen veel vrije elektronen hebben.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Elektriciteit is een stroom van vrije elektronen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Door een isolator kan gemakkelijk een elektrische stroom lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Een serie-schakeling met twee lampen heeft één stroomkring.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Als je de knop van een druk-schakelaar loslaat, wordt de stroomkring onderbroken.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Koolstof is een slechte geleider.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Lucht is een slechte isolator.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een stroom-meter moet parallel geschakeld worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Met een spannings-meter meet je de hoeveelheid elektrische energie.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als een stroom-meter een waarde boven nul aangeeft, is de stroomkring gesloten.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

2 Hoe groot is de spanning op een stopcontact?
A
230
B
320
C
380
D
400

Slide 17 - Quizvraag

In figuur 1 zie je vier schema’s.
 In welk schema worden de spanning en de stroom van de lamp op de goede manier gemeten?

Slide 18 - Tekstslide


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 19 - Quizvraag