Ne BK H6 Woordenschat les 1

Toets hoofdstuk 5
Ik weet hoe ik het woordenboek moet gebruiken als ik een betekenis van een woord niet ken
Een woordenboek: hoe gebruik je dat?
Nederlands
week 25 les 1
Oefenen met woordenboek en betekenissen opzoeken
Woordenschat Hoofdstuk 6
Hebben we alle lesdoelen behaald?
Afmaken opdrachten woordenschat
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toets hoofdstuk 5
Ik weet hoe ik het woordenboek moet gebruiken als ik een betekenis van een woord niet ken
Een woordenboek: hoe gebruik je dat?
Nederlands
week 25 les 1
Oefenen met woordenboek en betekenissen opzoeken
Woordenschat Hoofdstuk 6
Hebben we alle lesdoelen behaald?
Afmaken opdrachten woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

5 woordraadstrategieën gehad dit schooljaar:
- Zoek een synoniem
- Zoek een omschrijving of definitie
- Zoek een voorbeeld
- Zoek een tegenstelling
- Zoek een bekend woorddeel

Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe theorie (1)
'6e woordraadstrategie': gebruik een woordenboek

Kun je de betekenis van een woord niet bedenken met behulp van één van de vijf andere woordraadstrategieën: 
gebruik dan een woordenboek!

--> Pak nu je woordenboek, want dat heb je deze les nodig!


Slide 3 - Tekstslide

Extra theorie
Hoe vind je het juiste woord in een woordenboek?

Bij werkwoordsvormen: zoek bij het hele werkwoord

Voorbeeld:          loopt           --> lopen
                                 gevestigd --> vestigen



Slide 4 - Tekstslide

Zoek op in je woordenboek:
1. Van welk werkwoord komt 'gekibbeld'
2. Wat betekent het?

Slide 5 - Open vraag

Nieuwe theorie (2)
Hoe vind je het juiste woord in een woordenboek?

Bij meervoudsvormen: zoek bij het enkelvoud

Voorbeeld:             schapen   --> schaap
                                    alpaca's     --> alpaca
                                 


Slide 6 - Tekstslide

Zoek op in je woordenboek:
1. Van welk woord komt het meervoud 'virussen'
2. Wat betekent het?

Slide 7 - Open vraag

Nieuwe theorie (3)
Hoe vind je het juiste woord in een woordenboek?

Bij een samenstelling: zoek bij een deel van een samenstelling

Voorbeeld:             gezondheidsrisico   --> risico + gezondheid
                                    coronacrisis                --> corona + crisis
                                 


Slide 8 - Tekstslide

Zoek op in je woordenboek:
1. Welke twee woorden herken je in 'consumptiegoederen'
2. Wat betekent het woord (je moet nu twee woorden opzoeken en de betekenissen combineren)?

Slide 9 - Open vraag

Nieuwe theorie (4)
Soms staan bij woorden meerdere betekenissen. Zoek dan de betekenis die bij de tekst past.
                                 
- achteruitgang: het in minder goede
                                    toestand raken
- achteruitgang: uitgang aan de 
                                    achterkant

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Eerst: Afmaken Lezen H6
BK: blz. 201-205 opdracht 1 t/m 4
KGT blz. 152-157 opdracht 1, 2, 4, 5

Start: Woordenschat
BK: blz. 217 opdr. 2 t/m 5, 8, 9
KGT: blz. 165 opdr. 2 t/m 6




Slide 11 - Tekstslide

Doel van de les

Je beheerst deze woordraadstrategie:

Je kunt de betekenis van een onbekend woord vinden 
met behulp van een woordenboek

Slide 12 - Tekstslide

In een tekst zie je een werkwoordsvorm.
Waar moet je nu bij zoeken in het woordenboek?

Slide 13 - Open vraag