Week 41

Zelfstandig
  •  QUIZLET KENNISVRAGEN
  • BOEK 3.5 / Casus
  • OEFENTOETS QUAYN
timer
20:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Zelfstandig
  •  QUIZLET KENNISVRAGEN
  • BOEK 3.5 / Casus
  • OEFENTOETS QUAYN
timer
20:00

Slide 1 - Tekstslide

PTA
Onderdeel 1 opvoeding en cultuur
• Hoofdstuk 1 Opvoeding, een kunst apart
• Hoofdstuk 2 Cultuur en subcultuur
• Hoofdstuk 3 De school voedt op
• Actuele gebeurtenissen van deze periode (NOS Journaal).

Slide 2 - Tekstslide

Hoe haal ik die 6.5 voor mijn EXAMEN
Stap 1: zorg dat je iedere les een boek en een pen bij je hebt
Stap 2: zorg dat je de I-pad bij je hebt en opgeladen 
Stap 3: zorg dat je iedere week je huiswerk af hebt 
Stap 4: zorg dat je veel oefent met quizlet kennisvragen/begrippen
Stap 5: maak de oefentoetsen op quayn 

Slide 3 - Tekstslide

Lagere sociale klasse, middenklasse en hoge sociale klasse.
Midden- en hogere sociale klassen.
Ze volgen het advies van toets en basisschool op.
Ze kiezen voor een hoger onderwijstype.
Welke drie sociale klassen kun je opnoemen?
Welke kinderen komen vooral op de hogere onderwijstypen terecht?
Wat doen ouders uit de lagere sociale klassen met het advies van de basisschool voor het vervolgonderwijs?
En wat doen ouders uit de midden- en hoge sociale klassen?

Slide 4 - Sleepvraag

3

Slide 5 - Video

00:38
Scholen met vooral autochtone leerlingen. Scholen met vooral allochtonen.
Het niveau ligt er hoger.
Naar gemengde scholen.
Privéscholen.
Wat zijn “witte” en wat zijn “zwarte” scholen?
Waarom kiezen ouders uit de middenklasse of hogere sociale klasse vooral voor hun kinderen: “witte” scholen uit?
Waar streven politici naar als het scholen betreft qua samenstelling?
Naar welke scholen sturen ouders met geld vaak hun kinderen naar toe?

Slide 6 - Sleepvraag

01:33
Zo dat ze en zo hoog mogelijke opleiding afmaken. ‘Lukt het niet dan kunnen ze nog altijd terug.’
De sociaal-economische positie van deze kinderen is doorgaans minder.
Het taalniveau is minder ontwikkeld.
Zij zouden veel meer in contact moeten komen met Nederlandse middenklasse kinderen zodat ze de taal beter kunnen oefenen.
Waarom zullen ouders uit de midden- en hoge sociale klassen hun kinderen vooral naar een zo hoog mogelijk onderwijstype proberen te krijgen.
Wat is de reden dat migrantenkinderen de centrale eindtoets slechter maken?
Welk element geeft uiteindelijk de doorslag van achterstand van migrantenkinderen?
Wat zou er volgens hoogleraar Crul moeten gebeuren met mirgratenkinderen?

Slide 7 - Sleepvraag

02:07
Taal op niveau. Hun kinderen leren daar het nodige van.
Migrantenkinderen trekken steeds meer bij qua prestaties.
Zwarte scholen kennen de problemen van allochtone leerlingen.
Plaatsing van hun kind op een school met veel kinderen uit dezelfde sociale.
Welk soort taalgebruik zal er thuis gesproken worden door de middenklasse ouders?
Wat is optimistisch aan de gegevens uit het artikel: “Kloof tussen westerse- en migratiekinderen bij eindtoets iets afgenomen”.
Waarom zijn allochtonen beter af op zwarte scholen volgens Peter Gramberg?
Waar kijken hoger opgeleiden ouders van allochtonen leerlingen naar bij de keuze van een school voor hun kind?

Slide 8 - Sleepvraag

Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht. 
Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, keefstijl, kennis, inkomen en macht. 
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
3.5.1 Sociale klasse
3.5.2 cultureel kapitaal
3.2.3 beroepsonderwijs
3.2.4 democratiseringsfunctie van onderwijs

Slide 9 - Sleepvraag

Sociale klasse
A
Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
B
Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht.
C
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
D
Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, leefstijl, kennis, inkomen en macht.

Slide 10 - Quizvraag

cultureel kapitaal
A
Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
B
Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht.
C
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
D
Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, leefstijl, kennis, inkomen en macht.

Slide 11 - Quizvraag

beroepsonderwijs
A
Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
B
Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht.
C
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
D
Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, leefstijl, kennis, inkomen en macht.

Slide 12 - Quizvraag

democratiseringsfunctie van onderwijs
A
Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
B
Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht.
C
Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
D
Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, leefstijl, kennis, inkomen en macht.

Slide 13 - Quizvraag

Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
A
democratiseringsfunctie van onderwijs
B
beroepsonderwijs
C
cultureel kapitaal
D
Sociale klasse

Slide 14 - Quizvraag

Kennis en vaardigheden die voor het beroep nodig zijn worden bijgebracht.
A
democratiseringsfunctie van onderwijs
B
beroepsonderwijs
C
cultureel kapitaal
D
Sociale klasse

Slide 15 - Quizvraag

Onderwijs streeft er naar dat alle mensen gelijke rechten krijgen.
A
democratiseringsfunctie van onderwijs
B
beroepsonderwijs
C
cultureel kapitaal
D
Sociale klasse

Slide 16 - Quizvraag

Is een groep mensen die ongeveer dezelfde kenmerken heeft qua opleiding, leefstijl, kennis, inkomen en macht.
A
democratiseringsfunctie van onderwijs
B
beroepsonderwijs
C
cultureel kapitaal
D
Sociale klasse

Slide 17 - Quizvraag

Dat wil zeggen: Taalgebruik, voorkeuren op het gebied van levenstijl, eetpatroon en vakanties.
A
democratiseringsfunctie van onderwijs
B
beroepsonderwijs
C
cultureel kapitaal
D
Sociale klasse

Slide 18 - Quizvraag

Boek maken (tweetallen)
Paragraaf 3.5
Casus  
Klaar?
Quayn oefentoets
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Privéscholen trekken steeds minder leerlingen. 
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De meeste politici en wetenschappers streven zeker niet naar meer gemengde scholen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Het is zonder meer slecht voor de vorderingen van allochtonen als men op zogenaamde zwarte scholen geconcentreerd zit.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Op witte scholen is het niveau lager dan op zwarte.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Het maakt de ouders uit de middenklasse niet uit of hun kind naar een zwarte of witte school gaat.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een nadeel voor allochtone kinderen in het onderwijs is hun taalachterstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

5

Slide 26 - Video

Boek maken (tweetallen)
Paragraaf 3.5
Casus  
Klaar?
Quayn oefentoets
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

01:32
Een niet verplicht referendum per post.
Een meerderheid van de bevolking is vóór, maar in het parlement is men tegen.
Ze zijn homofiel en een homokoppel, maar toch tegen het homohuwelijk.
Sinds 2006 neemt deze echt toe.
De verschillen in opvatting zijn kleiner geworden.
Hoe wordt in Australië beslist of het homohuwelijk er gaat komen?
Wat is het probleem in Australië als je naar de mening kijkt voor de acceptatie van het homohuwelijk?
Wat is opmerkelijk aan een homokoppel uit Australië?
Wat kun je zeggen over acceptatie van homoseksualiteit in Nederland?
Wat is er gebeurd met de verschillen tussen ouderen en jongeren in de samenleving ten aanzien van homoseksualiteit?

Slide 28 - Sleepvraag

02:31
83% keurt een homohuwelijk goed.
Onder moslims.
Omdat dit te maken heeft met je eigen opvattingen.
Het past niet in de ‘heilzame Goddelijke orde.’
Een homohuwelijk is volgens bijbelnormen geen aanvaardbare samenlevingsvorm. Uit zo’n relatie kan nooit dan met tussenkomst van een derde een kind geboren worden.
Wat vindt een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking van het homohuwelijk?
Onder welke allochtone groepen zal het homohuwelijk moeilijk liggen?
Waarom heeft het homohuwelijk met waarden te maken?
Wat vindt een politieke partij als de SGP van een homohuwelijk: Is men ervoor of ertegen?
Waarom is een homohuwelijk volgens de SGP iets anders dan een huwelijk tussen man en vrouw?

Slide 29 - Sleepvraag

03:56
Toen was een meerderheid van de mensen het nog wel met de SGP eens. Er waren namelijk nog zeer veel mensen godsdienstig en lid van een kerkgenootschap. Dat is nu anders.
Eerst kon een homohuwelijk gewoonweg niet. Nu kan er niet alleen over gepraat worden, maar accepteert men het ook als samenlevingsvorm. Dat is een verandering in de maatschappij: dynamiek.
Nee, want het grootste gedeelte van de Nederlanders is vóór het homohuwelijk.
Het gezin is het fundament waar de samenleving op rust.
Wat zou men vijftig jaar geleden van het standpunt van de SGP over het homohuwelijk hebben gevonden.
 Mensen zijn in de loop der tijd anders gaan denken over het homohuwelijk. Wat heeft dit te maken met de ontwikkeling van een statische naar een dynamische maatschappij?
Ben je het met SGP eens dat “kabinet zich vervreemdt van een deel van de samenleving"? Licht je antwoord toe.
De katholieke kerk beschouwt het huwelijk als een hoeksteen van de samenleving. War wordt daarmee bedoeld?

Slide 30 - Sleepvraag

05:33
Een subcultuur, want ze zijn het op veel punten met de bestaande cultuur eens.
Goed om op te komen voor je rechten of overdreven is vaak de manier waarop dit gebeurd.
Ze zullen ervan uitgaan dat een homofiel dit al was vanaf zijn geboorte.
Negatief omdat zij ook de relatie tussen man en vrouw de enige toelaatbare vinden (koran).
Gematigder, omdat zij de koran vaak iets minder streng interpreteren.
Zijn homo's een tegencultuur, een subcultuur of een dominante cultuur? Licht je antwoord toe.
 Vaak houden homo's optochten om aan te geven dat dezelfde rechten willen als hetero's. Wat vind jij daarvan?
Hoe zullen “natuuraanhangers” aankijken tegen een homofiel? Licht je antwoord toe.
Hoe zullen oudere islamitische Marokkanen en Turken aankijken tegen het homohuwelijk?
 En hoe zullen Marokkaanse/Turkse jongeren over het homohuwelijk denken?

Slide 31 - Sleepvraag

06:52
Een van de volgende: gezin, school, werkplek, massamedia, overheid, leeftijdgenoten, kerk en de omgeving.
De CU is een christelijke partij en houdt ook helemaal vast aan de bijbel.
De paus heeft het homohuwelijk nog altijd verboden, maar is wel bereid te luisteren naar de homo’s.
Ja, deze paus die stelt dat bisschoppen en pastoors milder moeten oordelen over samenlevingsvormen buiten het huwelijk om.
Er zijn ook veel tegenkrachten die vast houden aan de leer.
Welke socialiserende instituties hebben jouw standpunt over het homohuwelijk het meest beïnvloed? Licht toe waarom.
 Waarom ziet de ChristenUnie niets in een homohuwelijk? Licht je antwoord toe.
Waarom komen er geen oerconservatieve geluiden uit het Vaticaan over homo's van Paus Franciscus?
Zit er enige beweging in de katholieke kerk en Paus Franciscus omtrent de kwestie “homoseksualiteit".
 Wat is het probleem om milder te worden binnen de kerk omtrent homoseksualiteit?

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Video

Deze les 
  • Beeldmateriaal:  
  • Huiswerk gemaakt: Paragraaf 2.1, paragraaf 2.2 en paragraaf 2.3?
  • Maken oefentoets: week: 37
  • Beeldmateriaal: 
---------------------------------- Klaar? -----------------------------------------------------------------
  • Maken van de opdrachten uit je boek van H 1 H 2 H 3 
  • Oefenen met quizlet -> voor de toets week 
  • 6,5 voor maatschappijleer 5 - 5 geslaagd 
  • 6,4 voor maatschappijleer 5 -5 gezakt 
  • Alles gemaakt voor maatschappijleer - Examen maken

Slide 34 - Tekstslide

Deze les 
  • Beeldmateriaal:  
  • Huiswerk gemaakt: Paragraaf 1.1, paragraaf 1.2 en paragraaf 1.3?
  • Maken oefentoets: week:
  • Beeldmateriaal: 
---------------------------------- Klaar? -----------------------------------------------------------------
  • Maken van de opdrachten uit je boek van H 1 H 2 H 3 
  • Oefenen met quizlet -> voor de toets week 
  • 6,5 voor maatschappijleer 5 - 5 geslaagd 
  • 6,4 voor maatschappijleer 5 -5 gezakt 
  • Alles gemaakt voor maatschappijleer - Examen maken
timer
20:00

Slide 35 - Tekstslide