PED-B 11 2





PED- B 
Als het anders gaat





Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
PED-BMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les





PED- B 
Als het anders gaat





Kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Theorie 5.3: Achtergronden en oorzaken en vragen werkboek
  • Uitleg stap 3, 4 ,5 en 6 begeleidingsplan 
  • Verder met het begeleidingsplan thuis en op stage
Lesdoelen:
  • De student kan aan het einde van de les achtergronden en oorzaken benoemen die ten grondslag kunnen liggen aan gedragsproblemen, ontwikkelingsachterstanden of leerproblemen

  • De student kan thuis en op stage verder werken aan het begeleidingsplan omdat hij weet hoe de stappen 3,4,5 en 6 zijn opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

5.3 Achtergronden en oorzaken

  • erfelijkheid
  • omgeving
  • echtscheiding
  • overlijden
  • ziekte van familieleden

Slide 3 - Tekstslide

Rouwverwerking

  • 0 tot 6 jaar: weten niet precies wat ‘dood’ is, wisselende reacties
  • 6 tot 9 jaar: besef van de dood, geen toekomstbeeld
  • 9 jaar en ouder: beseffen wat ‘dood’ is, maar vinden houding moeilijk

Slide 4 - Tekstslide

Overige mogelijke oorzaken opvallend gedrag:

  • voeding: overgevoeligheid voor voedingsstoffen
  • traumatische ervaring: huiselijk geweld of seksueel misbruik


Slide 5 - Tekstslide

Een onveilige en stressvolle omgeving kan de kans op problemen bij een kind vergroten. Welke antwoord is juist?
A
Gedragsproblemen, ontwikkelingsspurt, gezonde voeding
B
Stress, veel sporten, leerproblemen, mishandeling, dyslexie
C
Verslavingen, psychische problemen, relatieproblemen, financiële problemen
D
Ziekte, overlijden, gezonde leefstijl, wisselen van school

Slide 6 - Quizvraag

antwoorden 5.3
1: voorbeeldantwoord: jij als pedagogisch werker kan door goed observeren misschien zien wat een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn. Alleen een arts, psycholoog of psychiater mag een officiële diagnose geven: het vast stellen.

3: Kinderen kunnen slechtere schoolprestaties vertonen, ander gedrag laten zien en een moeizamere omgang met andere kinderen hebben.

4: a 1 juist, 2 juist, 3 onjuist, 4 juist, 5 juist 
     b het kind neemt de rol van de ouder op zich
     c Terugval naar een eerdere periode in de ontwikkeling

Slide 7 - Tekstslide

antwoorden 5.3
1: 6-9 jaar
2: vanaf 9 jaar
3: 0-6 jaar
4: 6-9 jaar
5: 0-6 jaar
6: vanaf 9 jaar

6 a: kinderen kunnen gevoelig of allergisch zijn voor bepaalde voedingsstoffen, zoals kleurstoffen, suiker, melk en pinda's
6 b voorbeeldantwoord: meemaken van huiselijk geweld, seksueel misbruik of gepest worden

Slide 8 - Tekstslide




    
Begeleidingsplan

Slide 9 - Tekstslide

Wat is stap 1 van een begeleidingsplan en wat moet daarin komen te staan?

Slide 10 - Open vraag

Stap 1: Beginsituatie
In deze eerste stap ga je de beginsituatie beschrijven. Je kiest een kind op jouw stage met een specifieke begeleidingsbehoefte en schrijft hierover de beginsituatie.

• Om welk kind gaat het?
• Wat is zijn anamnese (anamnese=voorgeschiedenis)
• Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de beperkingen van het kind?
• Wat zijn de kansen van het kind?
• Wat is er gebeurd waardoor zorgen over het kind ontstaan zijn? (In de volgende stap ga je de hulpvraag of probleemstelling beschrijven, dat doe je dus nog niet hier!)

Belangrijk: Contact met ouders, het kind zelf (observeren/ praten) en collega’s (bronnenonderzoek)

Slide 11 - Tekstslide

Bewust op zoek gaan naar de beginsituatie van een kind
  • Observeren (gebruik dit deel voor de oefenopdracht in de BPV gids) 
  • Filmen
  • Oud materiaal bekijken
  • Praten met het kind

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is stap 2 van een begeleidingsplan en wat moet daarin komen te staan?

Slide 14 - Open vraag

Stap 2: Probleemstelling/ hulpvraag 
In deze stap beantwoord je de volgende vragen:
  • Wat is de hulpvraag (zorg of aandachtspunt)?
  • Wat is er aan de hand?
  • Wat zou ‘men’ graag veranderd willen zien?
  • Wie maakt zich zorgen?
  • Hier beschrijf je ook de "normale" ontwikkeling van een kind in deze leeftijdsfase en het specifieke ontwikkelingsgebied.

Slide 15 - Tekstslide

Opbouw van een begeleidingsplan
Stap 1 Beginsituatie  
Stap 2 Hulpvraag of probleemstelling (zorg of aandachtspunt) 
Stap 3 Doel  
Stap 4 Aanpak en middelen  
Stap 5 Plan uitvoeren  
Stap 6 Terugkijken en plan bijstellen (evalueren)


Slide 16 - Tekstslide

Stap 3: doel
  • Doelen worden SMART geformuleerd

Slide 17 - Tekstslide

SMART staat voor:

Slide 18 - Open vraag

Stap 4: Aanpak en middelen
  • Hoe wil je het doel bereiken? De begeleiding die je het kind gaat bieden ga je hier beschrijven. 
  • De vaardigheden, materialen en middelen zijn volledig beschreven
  • De activiteiten sluiten aan bij het halen van het doel 


Bij deze stap gebruik je bijlage 5: Plan Van Aanpak uit de BPV-gids

Slide 19 - Tekstslide

Stap 5: Het uitvoeren van het plan
Bij het uitvoeren van het plan zorg je dat het past binnen het beleid van de instelling, binnen de groep en bij de wensen van je team. Iedereen moet zich er goed bij voelen.

De afspraken die zijn gemaakt beschrijf je hier (schema- logboek). Je legt ook hier de keuze voor de gekozen afspraken uit (onderbouwing).

Slide 20 - Tekstslide

Stap 6: Terugkijken en plan bijstellen
Hier kijk je terug naar de uitvoering van je plan. Je gebruikt hierbij de STARTT- methode of het PDCA model.

Het heet evalueren.

Slide 21 - Tekstslide

STARRT- Methode

Slide 22 - Tekstslide

PDCA-Methode

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
  • Lezen NU Pedagogiek: hoofdstuk 7, 7.3
  • Maken werkboek: 7.2 en 7.3
  • Verder met het begeleidingsplan en voorbereiden van de presentatie

Slide 24 - Tekstslide

Vooruitblik
  • Theorie 7.2 
  • Verder met het begeleidingsplan

Slide 25 - Tekstslide