AH1 House and Home have/have got ontkenningen

Welcome back after the Spring Break! 
Next short holiday is Easter. Let's learn some more first.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome back after the Spring Break! 
Next short holiday is Easter. Let's learn some more first.

Slide 1 - Tekstslide

House and home
Theme 5

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zeg je dat?
- Je in een groot huis woont.
- Jouw huis 3 slaapkamers heeft.
- Je in een rijtjeshuis woont.
- De woonkamer klein is.

Dat weet je straks allemaal in het Engels te zeggen!
Let's refresh your memory first!

Slide 3 - Tekstslide

Badkamer
Woonkamer
Slaapkamer
Keuken
Zolder
Kelder
Living room
Attic
Basement
Kitchen
Bathroom
Bedroom

Slide 4 - Sleepvraag

Detached house
Semi detached house
Terraced house

Slide 5 - Sleepvraag

house.
We
a small
haven't got

Slide 6 - Sleepvraag

hasn't got
garden.
My house
a big

Slide 7 - Sleepvraag

room
very messy.
Sarah's
is

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe zeg je dat?
- Je in een groot huis woont.
- Jouw huis 3 slaapkamers heeft.
- Je in een rijtjeshuis woont.
- De woonkamer klein is.

Wie kan het in het Engels zeggen?

Slide 9 - Tekstslide

TB p. 77 Grammar 13
Ontkenningen (negations) 
met 
have got
or 
have

Slide 10 - Tekstslide

to have (got) ontkenningen
- Have you got a big house?
- No, we haven't got a big house.
- I have got my own room.
- I haven't got a bunk bed.

Slide 11 - Tekstslide

Ontkenningen met to have (got)
- Liz has got a bunk bed.
   - Liz hasn't got / has not got a bunk bed.
- You have got a nice house.
   - We haven't got/ have not got a nice house.
Let op!
Liz has a bunk bed.    Liz doesn't have a bunk bed.
You have a nice house.   You don't have a nice house.

Slide 12 - Tekstslide

Have/ has (got)

Bij I, you, we en they gebruik je have got   / have
Bij he, she en it gebruik je has got / has

shit-regel: bij She/he/it: s achter het ww 
Of  do/does + hele ww. bij een vraag (ww. have)
Of  don't / doesn't + hele ww bij ontkenning  (ww. have)

Slide 13 - Tekstslide

- They have got a nice house.
   - They haven't got a nice house.
- She has got a big room.
   - She hasn't got a big room.

They have a nice house.
They don't have a nice house.

Slide 14 - Tekstslide

We have a big kitchen.
We don't have a big kitchen.
We have got a big kitchen.
We haven't got a big kitchen.

Twee manieren dus om hetzelfde te zeggen: have got  of have gebruiken. Maar wel 2 verschillende manieren in gebruik.

Slide 15 - Tekstslide

Welke zin is goed geschreven?
A
They hasn't got a big house.
B
They haven't got a big house.
C
They don't have a big house.
D
Does they have a big house?

Slide 16 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
My sisters have messy rooms.

Slide 17 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
My sister has got a messy room.

Slide 18 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
Anna has got her own room.

Slide 19 - Open vraag

Maak een korte ontkennende zin met het ww. HAVE.

Slide 20 - Open vraag

Homework:
Learn words ABCD
Do online ex. 5 and 6 C 
(reading text The White House TB p. 75)

Slide 21 - Tekstslide