V1 Een goede presentatie

Welkom V1AT
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom V1AT

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdrachten bespreken (Fictie 8 en 39)
  3. Leerdoelencheck Fictie 39
  4. Een goede presentatie
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken
9 Een splitsingsopdracht is een opdracht die ouders kunnen geven aan de overheid. Ze geven hun ongewenste kind dan terug aan de staat. De staat ‘splitst’ deze kinderen vervolgens: alle organen en ledematen worden verwijderd. De verschillende lichaamsdelen worden vervolgens gebruikt voor andere mensen, bijvoorbeeld voor mensen die een nieuwe long of een nieuw hart nodig hebben.
10 Wanneer Connor erachter komt, besluit hij het zijn ouders betaald te zetten door zich voorbeeldig te gedragen, zodat zij zich enorm schuldig zullen gaan voelen.





Slide 4 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken
11 Connors ouders vinden hem onhandelbaar, omdat hij agressief is. Dit blijkt uit de volgende zin: ‘Bij wijze van uitzondering had hij niet toegegeven aan zijn impulsen, en behalve bij een paar vechtpartijen op school die zijn schuld niet waren, heeft hij sindsdien zijn woede verborgen.’ Ook haalt Connor niet heel goede cijfers. Dat blijkt uit het volgende fragment: ‘Zoals die keer dat hij een acht had gehaald voor een natuurkunde proefwerk, het hoogste cijfer dat hij ooit voor dat vak heeft gekregen.’
12 Bijvoorbeeld: Ik kan mij niet voorstellen dat ouders op vakantie gaan nadat ze hun kind afstaan, omdat ouders meestal veel van hun kinderen houden en hen juist willen beschermen tegen gevaar. Of: Ik kan het me wel voorstellen dat ouders op vakantie gaan nadat ze hun kind afstaan. Ik kan me voorstellen dat ze graag afleiding willen zoeken en dat ze niet thuis willen zijn, omdat daar allemaal dingen zijn die ze aan hun kind herinneren.




Slide 5 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken
13 Bijvoorbeeld: Dit toekomstbeeld lijkt mij realistisch, omdat ik denk dat dit ‘splitsen’ van kinderen in theorie in de toekomst zou moeten kunnen. Ik denk dat dit technologisch gezien bijvoorbeeld mogelijk zou zijn. Of: Ik denk niet dat dit toekomstbeeld realistisch is, omdat ik niet denk dat mensen dit ooit echt zouden toestaan. Ik verwacht dat mensen dit zullen zien als kindermishandeling, waardoor dit nooit geaccepteerd zou worden.
14 a Bijvoorbeeld: Je kunt het zien als realistische fictie, omdat het wel mogelijk zou kunnen zijn. De technologie is er: organen en ledematen kunnen uit mensen gehaald worden en gebruikt worden bij andere mensen. De wet staat het niet toe, maar wetten kunnen veranderd worden.
b Bijvoorbeeld: Dit is niet-realistische fictie, omdat het nooit toegestaan zou worden dat gezonde kinderen worden gebruikt als orgaandonor, enkel omdat ze lastig of ongewenst zijn.





Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken
1 De beoordeling van Elout is goed onderbouwd. Hij geeft namelijk argumenten die zijn mening ondersteunen. Voor deze argumenten gebruikt hij voorbeelden uit het verhaal. De beoordeling van Donald is niet goed onderbouwd. Hij geeft niet zijn mening over het boek, behalve dat het een lang boek is, en geeft ook geen argumenten.

2a Eigen antwoord. 
b De recensent geeft aan dat jeugdromans niet op dezelfde manier geschreven en gelezen moeten worden. Jeugdromans zijn namelijk voor jongeren.

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken
10a De recensent beoordeelt met name op de kenmerken personages, opbouw en taalgebruik. Over de personages zegt de recensent bijvoorbeeld dat ze kon meeleven. Ze geeft aan dat het verhaal goed is opgebouwd en dat je daardoor als lezer wordt meegezogen. Ook zorgt de opbouw van het verhaal voor spanning. De recensent zegt ook iets over het taalgebruik: ‘super spannend geschreven, boeiend ook’.
b Bijvoorbeeld: Ja het oordeel is goed onderbouwd. De recensent geeft veel argumenten die dit oordeel ondersteunen. Hiervoor gebruikt ze voorbeelden uit de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Denk eens na over jouw oordeel over het boek dat je nu aan het lezen bent. Formuleer je oordeel en geef tenminste 2 argumenten. Gebruik daarbij de kenmerken en de beoordelingswoorden die je vorige les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

Waarom is het handig om te kunnen presenteren?
A
Om anderen te overtuigen
B
Handig voor later, voor als je werkt
C
Om anderen wat te leren
D
Omdat het leuk is om te doen

Slide 10 - Quizvraag

Ik vind presenteren spannend.
A
een beetje
B
helemaal niet
C
ontzettend

Slide 11 - Quizvraag

Goed presenteren.... kun je leren!
  • We bekijken een aantal filmpjes met daarin spreekbeurten en speeches.
  • Na elk filmpje krijg je telkens twee vragen: 1. Wat ging er goed? 2. Wat ging er minder goed? 
  • Denk dus vast na over deze twee vragen tijdens het kijken. 

Slide 12 - Tekstslide

2

Slide 13 - Video

03:31
En wat deed Sanne Wallis de Vries niet zo goed?

Slide 14 - Woordweb

03:31
Wat deed Sanne Wallis de Vries goed?

Slide 15 - Woordweb

2

Slide 16 - Video

01:57
En wat deed Najib Amhali niet zo goed?

Slide 17 - Woordweb

01:57
Wat deed Najib Amhali goed?

Slide 18 - Woordweb

2

Slide 19 - Video

01:27
Wat deed Willem Alexander goed?

Slide 20 - Woordweb

01:28
Wat deed Willem Alexander niet zo goed?

Slide 21 - Woordweb

2

Slide 22 - Video

01:10
Wat deed Obama goed?

Slide 23 - Woordweb

01:15
Wat deed Obama niet zo goed?

Slide 24 - Woordweb

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: leesboek, boek, pen, schrift en LAPTOP
  • Programma: spreekvaardigheid

Slide 25 - Tekstslide

Stemgebruik 
Hóe je iets zegt, speelt een grote rol bij het begrijpen van wát je zegt. Mee eens? 
 Waarom roept de ene stem agressie bij je op, irriteert een andere stem je al na een paar woorden en maken sommige stemmen je blij?

Bron: https://www.nvda.nl/scholing/hoe-klinkt-mijn-stem/

Slide 26 - Tekstslide

Spraak bepaalt voor maar liefst 38% de impact van een boodschap die jij over wil brengen. Het gaat hierbij niet over de inhoud van wat je zegt, maar hoé je je boodschap geslaagd overbrengt. Hoe onthoud je het best waar je op moet letten bij het praten met een perfecte spreekstem? 

Daar is een ezelsbruggetje voor: VITAE
Volume
Intonatie
Tempo (snelheid)
Articulatie / ademhaling
Enthousiasme / exercise (oefenen)



Bron: https://vrouwenzaken.com/orienterende-zaken/solliciteren/zo-ontwikkel-je-de-perfecte-spreekstem/ 

Slide 27 - Tekstslide