NaSk1 jaar 3 - Les 34: Kracht en beweging (4.2)

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Boeken en schrift

- BINAS

- Rekenmachine

- Geodriehoek

- Pen en potlood

 

Startopdracht:

maak de opdrachten op het startopdrachtenblad

 

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Leerboek en werkboek A

- BINAS

- Rekenmachine

- Pen en potlood

Startopdracht:

maak de opdrachten op het startopdrachtenblad

 

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Leerboek en werkboek A

- BINAS

- Rekenmachine

- Pen en potlood

Startopdracht:

maak de opdrachten op het startopdrachtenblad

 

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:

- Boeken en schrift

- Etui

- BINAS

- Rekenmachine

Startopdracht:

maak de opdrachten op het startopdrachtenblad

 

Planning

• Lesdoelen
• Krachtenquiz
• Paragraaf 4.2: Kracht en versnelling
• Uitleg
• Zelfstandig werken

Lesdoelen

• Hoe veranderen krachten de snelheid?
• Waarvan hangt de versnelling af?
• Hoe beweegt een vallend voorwerp?

Tijdens de les wil ik dat je:

1. Luistert als ik praat

2. Naar elkaar luistert

3. Je spullen voor je hebt

4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt

5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Nu absenties

Planning laatste periode

• H4: Kracht en beweging
• BINAS toets
• H6: Het weer
• SE H4 + H6
• Herhaling
• SE H3 + H4 + H5

Krachten Quiz

Vul het antwoordenblad in

1. Wat is NIET een kracht?

1. Spierkracht
2. Massakracht
3. Magnetische kracht
4. Veerkracht

2. Chantal doet een proef. Ze hangt een gewicht aan een krachtmeter. De krachtmeter rekt uit. Door welke soort kracht rekt de krachtmeter uit?

1. zwaartekracht
2. veerkracht
3. magnetische kracht
4. elektrische kracht

3. De hijskraan tilt de container op met 4 kabels. In de kabels is ......

1. Spankracht
2. Zwaartekracht

4. Wat is de netto kracht

1. Versnelt 175N
2. Vertraagd 175N
3. Vertraagd 125
4. Constant

5. Gewicht meet je in?

1. Kilogram
2. Newton
3. Massa
4. Kracht

6. De bovenste magneet zweeft boven de onderste magneet. Dan is:

1. 1 een Noordpool; 2 een Zuidpool
2. 1 een Zuidpool; 2 een Noordpool
3. 1 een Noordpool; 2 een Noordpool
4. 1 een Zuidpool; 2 een Zuidpool

7. Als je de kracht op een veer verdubbelt:

1. wordt de lengte van de veer 2x zo groot
2. wordt de uitrekking van de veer 2x zo groot
3. wordt de lengte van de veer 4x zo groot
4. wordt de uitrekking van de veer 4x zo groot

8. De formule voor het berekenen van de zwaartekracht is....

1. Fz = m / g
2. Fz = m x 2
3. Fz = g / m
4. Fz = m x 10

9. De massa van een zak strooizout is 25 kg. Wat is de zwaartekracht op de zak strooizout?

1. Fz = 2,5 N
2. Fz = 0,4 N
3. Fz = 250
4. Fz = 250 N

10. De massa van de steen is 250 g. De krachtenschaal is 1 cm ≡ 1 N. Hoe groot is de pijl die je zou moeten tekenen?

1. 2,5 cm
2. 0,25 cm
3. 25 cm
4. 0,025 cm

11. De kracht van 250 Newton, wordt getekend met een pijl van 5 cm. Wat is de krachtenschaal?

1. 1 cm =^ 10 N
2. 1 cm =^ 50 N
3. 1 cm =^ 5 N
4. 1 cm =^ 250 N

12. De gegeven krachtenschaal is
1 cm = 25 N.
Hoe groot moet een pijl zijn van 150 N?

1. 1 cm
2. 15 cm
3. 6 cm
4. 25 cm

Einde

4.1: Krachten

Newton

De grootheid kracht korten wij af met F (Force)

De eenheid Newton korten wij af met N

3 Effecten van krachten

1. verandering van vorm 
2. verandering van snelheid 
3. verandering van richting van snelheid

De lengte is op schaal en geeft de grootte van de kracht aan. 

Een pijl heeft een aangrijpingspunt. 

Newton

Op aarde bereken je de zwaartekracht door:

massa x 10 te doen.

Fz = m x 10 

phet.colorado.edu

nettokracht 

Eerste wet van Newton

4.2 Kracht en versnelling

Beweging

• Aandrijfkracht brengt iets in beweging 
  
• wrijvingskracht (rolwrijving / luchtwrijving) remt de beweging
• Bewegen met constante snelheid:
  bewegingskracht - wrijvingskracht = 0 
  nettokracht = 0
  
  

Rolwrijving

Grotere oppervlaktes hebben grote rolwrijving

Luchtwrijving

nettokracht naar rechts                nettokracht NUL                               nettokracht naar links

versnelling, massa en kracht

https:

Huiswerk: opdracht 20 t/m 23 op pagina 12

opdracht 2 t/m 8 op pagina 15

4.2 Kracht en versnelling

Versnelling

versnellen

versnellen is het toenemen 
van de snelheid

Versnelling (a)

• De Buggati trekt in 2,9 s op naar van 0 tot 28 m/s
• Hoeveel neemt die dan per seconde toe?
• 28 : 2,9 = 9,6 m/s
• dus per s neemt 9,6 m/s toe
• Schrijf je als: 9,6 m/s²

Versnelling

nettokracht = massa x versnelling 

 

            Fnetto = m x a 

nettokracht	Fnetto	in N
massa	m	in kg
versnelling	a	in m/s 2

versnelling, massa en kracht

voorbeeld berekening

De auto met caravan hebben samen een massa van 2500 kg. De automotor levert een nettokracht van 3000 N. Hoe groot is de versnelling?

Gegeven

Gevraagd

Formule

Berekenen

Antwoord

• m = 2500 kg en Fnetto = 3000 N

• Versnelling (a)

• a = Fnetto : m 

• a = 3000 : 2500 = 1,2

• Versnelling is 1,2 m/s²

Zelfstandig werken ZS

Maak opdracht 9 t/m 14 op pagina 16

- 5 minuten ZS

- Niet klaar? Huiswerk

Vallend voorwerp

• Zwaartekracht veroorzaakt versnelling van 10 m/s²
• Valversnelling (g)
• Eerder: Fz = m x 10
• Fz = m x g 

4.2 kracht en versnelling 

F_netto = m x a

Voorbeeld

Een auto, 1400 kg, heeft een motor die

een kracht levert van 7000 N.

Hoeveel is de versnelling van de auto ?

Vallend voorwerp

• Stroboscoop: snel achter elkaar korte flitsen
• Golfbal legt steeds groter afstand af: versnelt 
• Komt door zwaartekracht 

voorbeeld berekening

Je massa is 60 kg. Bereken de zwaartekracht van de maan op jou. 

Gegeven

Gevraagd

Formule

Berekenen

Antwoord

• m = 60 kg en g = 1,6 m/s²

• Zwaartekracht (Fz)

• Fz = m x g 

• Fz = 60 x 1,6 = 96

• Zwaartekracht op maan is 96 N