Taal Blok 4 Les 15 voltooid deelwoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Taal 

blok 4 les 15

voorkennis activeren

Vandaag is het koud, ..... ik ben mijn handschoenen vergeten.

1. en
2. want
3. dus
4. maar

Ik houd niet van spruitjes, ..... ze zijn bitter van smaak.

1. en
2. want
3. dus
4. maar

Opa zit op de bank ..... leest een boek.

1. en
2. want
3. dus
4. maar

Mira is bang om te vallen ..... ze durft niet in de boom te klimmen.

1. en
2. want
3. dus
4. maar

leerdoel

Ik kan van twee zinnen een zin maken.

Ik wil een boterham smeren. Ik heb honger. 

Ik wil een boterham smeren, want ik heb honger.

instructie

.

samen oefenen

Vul het goede woord in.
Kies uit: dus - en - maar - of -want.
Ik ga naar het buitenzwembad, ..... het is warm.

Vul het goede woord in.
Kies uit: dus - en - maar - of -want.
De school gaat bijna beginnen, ..... ik moet snel zijn.

Vul het goede woord in.
Kies uit: dus - en - maar - of -want.
Er draaien leuke films, ..... niet de film die ik wil zien.

Vul het goede woord in.
Kies uit: dus - en - maar - of -want.
Wil je een glas water ..... appelsap.

Vul het goede woord in.
Kies uit: dus - en - maar - of -want.
Bij de kassa krijg ik wisselgeld ..... een bonnetje.

Klopt deze zin?
Ik kan goed zwemmen, maar ik heb de zwemwedstrijd gewonnen.

1. ja
2. nee

Klopt deze zin?
Ik ga op voetbal, want ik speel graag met een bal.

1. ja
2. nee

Klopt deze zin?
Ik maak graag grapjes, dus ik vertel veel moppen.

1. ja
2. nee

Klopt deze zin?
Wil je een film kijken en een spel spelen?

1. ja
2. nee