4.3 Nederland in 1848

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo lwoo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Nederland in 1848
paragraaf 4.3

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen 4.2

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van werkomstandigheden in fabrieken in de 19e eeuw?
A
Lange werkdagen
B
Saai en eentonig werk
C
Lage lonen
D
Hooggeschoold werk

Slide 4 - Quizvraag

Waarom gingen veel arbeiders dichtbij de fabrieken wonen?

Slide 5 - Open vraag

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Nederland
B
Duitsland
C
Frankrijk
D
Engeland

Slide 6 - Quizvraag

Nederland in 1848
paragraaf 4.3

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een grondwet?

Slide 8 - Open vraag

Wat staat er (o.a.) in de Nederlandse grondwet?

Slide 9 - Open vraag

In Nederland hebben we NU een...
A
Monarchie
B
Republiek
C
Democratie
D
Dictatuur

Slide 10 - Quizvraag

In Nederland hebben we nu een...
A
Constitutionele monarchie
B
Constitutionele republiek
C
Republiek der Nederlanden
D
Ministeriële monarchie

Slide 11 - Quizvraag

Nederland na Napoleon
In 1815 wordt Europa opnieuw ingedeeld:
  • Ontstaan Verenigd Koninkrijk der
    Nederlanden
     
  • Koning Willem I moet zich houden aan de 
    grondwet (=constitutionele monarchie)

Slide 12 - Tekstslide

Koning Willem I 
Nederland heeft een grondwet en een
parlement, maar: 
- de koning beslist bijna alles alleen
- het parlement heeft nauwelijks invloed


Slide 13 - Tekstslide

De Staten-Generaal
Bestaat uit:
1. Eerste Kamer, gekozen door Willem I
2. Tweede Kamer, gekozen door leden van de Provinciale Staten
3. Provinciale Staten, gekozen door de adel en regenten

Slide 14 - Tekstslide

Liberalen en conservatieven
In de 19e eeuw ontstaan er twee opvattingen over wie de macht moet hebben.
  1. Conservatieven willen alles bij het oude houden (macht bij de adel en koning!)
  2. Liberalen willen dat (rijke) burgers meer macht krijgen 
    + ideeën F.R.: vrijheid!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Wat denk jij: zijn de Belgen beter af zonder ons?

Slide 18 - Open vraag

Koning Willem II

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Grondwet van 1848
In 1840 volgt Willem II zijn vader op en staat onder druk van de liberalen. Zij eisen meer invloed. 

In 1848 dreigt een opstand tegen de koning waardoor hij gedwongen is een grondwet te ondertekenen. 



Slide 21 - Tekstslide

Inhoud grondwet 1848
  • Elke 4 jaar verkiezingen (censuskiesrecht: alleen kleine groep rijke mannen mag stemmen) 
  • Nederland is nu een parlementaire democratie 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Wie mogen er in 1848 stemmen?
A
Mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Niemand

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
De koning wijst mannen aan die mogen stemmen
C
Mannen die genoeg belasting betalen mogen stemmen
D
Alleen leden van de regering mogen stemmen

Slide 26 - Quizvraag

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 27 - Quizvraag

Wie mogen er in 1917 stemmen?
A
Mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Niemand

Slide 28 - Quizvraag

De regering bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en Staatssecretarissen

Slide 29 - Quizvraag

Het parlement bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 30 - Quizvraag

Wie mogen er in 1919 stemmen?
A
Alleen mannen
B
Rijke mannen en vrouwen
C
Mannen die voldoende belasting betalen
D
Mannen en vrouwen

Slide 31 - Quizvraag

Het parlement
Het parlement is de volksvertegenwoordiging: hierin zitten mensen die door het volk gekozen 
- de taak van het parlement is om de regering te controleren
- het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
- de Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen door burgers
- de Eerste Kamer wordt indirect gekozen door burgers

Slide 32 - Tekstslide