Zoeken op internet

ICT
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICTMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ICT

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Informatie zoeken op het  internet!


  • Naar welke informatie moet ik zoeken?
  • Hoe moet ik informatie opzoeken op het internet?
  • Welke informatie is betrouwbaar?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zoek jij je informatie op internet?

Slide 4 - Tekstslide

Is de door jouw gevonden informatie wel goed?

Slide 5 - Tekstslide

Naar welke informatie moet ik zoeken?
Wat wil je weten?
Wanneer je gaat zoeken op het internet, begint het altijd met een vraag. Ben je op zoek naar een feit dan kun je er vaak een wie-, wat-, waar- of wanneer- vraag bij stellen.
Doe je onderzoek, dan is je vraag vaak een waarom- of hoe-vraag.
In zowel de zoektocht naar een feit, als bij het doen van een onderzoek heb je een aantal aanwijzingen. Deze aanwijzingen geven vaak al antwoord op de wie-, wat-, waar- of wanneer- vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1
Stel je moet een verslag schrijven over het onderwerp vaccineren.

Welke vragen zou je dan kunnen stellen om meer over dit onderwerp te weten te komen?
Vul het wordweb in!

Slide 7 - Tekstslide

Vaccineren

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Zoektip 1: Gebruik kernwoorden
voorbeeld 1:
Vraag: Hoe onderstreep je tekst in het programma Word 2016 met een dubbele lijn?
Kernwoorden: dubbel onderstrepen Word 2016

voorbeeld 2:
Vraag: Wie schreef het bekende boek "The Da Vinci Code"?
Kernwoorden: schrijver Da Vinci Code

Opgelet: Soms staan de kernwoorden niet in de vraag en zal je zelf even over het kernwoord moeten nadenken.




Opgelet: Soms staan de kernwoorden niet in de vraag en zal je zelf even over het kernwoord moeten nadenken.


Slide 10 - Tekstslide

Tip 2: informatie uitsluiten met een min teken 
Soms kan je de juiste informatie over een bepaald woord niet vinden, omdat er te veel websites bestaan over hetzelfde woord maar in een andere betekenis. Door gebruik te maken van het minteken sluit je bepaalde woorden uit. De webpagina’s die deze woorden toch bevatten, worden dan niet getoond in je zoekresultaten.

 





Slide 11 - Tekstslide

Tip3: Dubbele aanhalingstekens
Wanneer je woorden ingeeft bij Google, zoekt deze zoekrobot alle webpagina’s waar deze woorden op voorkomen. Met de volgorde van de  woorden wordt maar weinig rekening gehouden.
Als je de woorden echter tussen dubbele aanhalingstekens plaatst, gaat Google enkel die webpagina’s tonen waarbij de zoektermen exact in de ingegeven volgorde staan.


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 


Zoeken en vinden

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet een mannetjes olifant?

Slide 14 - Open vraag

Wie is Aletta Jacobs?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de geboortedatum van Albert Einstein?

Slide 16 - Open vraag

Wie is de uitvinder van het vaccin?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Link

Welke informatie op internet is betrouwbaar?
tips!
  • GEEN WIKIPEDIA!
  • Gebruik informatie van bekende organisaties (zoals: Albeda, KWF, Diabetesfonds, rijksoverheid, nieuws)
  • Gebruik geen informatie van een site die er niet professioneel uit ziet, deze is dat dan vaak ook niet! 

Slide 19 - Tekstslide

Betrouwbare bron
Onbetrouwbare bron
Website met veel spelfouten
HTTP://
Informatie van een onbekende organisatie 

Slide 20 - Sleepvraag

Bronvermelding
Geef altijd aan waar je informatie vandaan komt

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van een bronvermelding?
A
www.google.nl
B
Internet
C
www.kanker.nl
D
folder van de apotheek

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 24 - Open vraag

Was deze les nuttig voor jou?
010

Slide 25 - Poll

Wat vond je van LessenUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Stappenplan!
  1. Wat wil ik weten/onderzoeken?
  2. Welke onderzoeksvragen ga ik stellen?
  3. Welke kernwoorden ga ik gebruiken?
  4. Is de gevonden informatie bruikbaar? (begrijp ik de informatie?)
  5. Is de informatie betrouwbaar?
  6. Vermeld de bron van de informatie 

Slide 27 - Tekstslide

Eindopdracht!
  • Maak een drietal
  • Bedenk een onderwerp waar je meel over wilt weten
  • Volg het stappenplan!
  • Verwerk je informatie in een PowerPoint

Slide 28 - Tekstslide