Les 4 - Werken met in de maatschappelijke opvang

Thema: Werkveld (WVV)
Semester: 1

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema: Werkveld (WVV)
Semester: 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
  • AWR - registratie
  • Verwachtingen
  • Lesdoelen
  • Inhoud les
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Nabespreken
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AWR
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan.


Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen
  • Niet eten en drinken (uitzondering flessen) in de klas
  • Toilet? Eerst vragen
  • Telefoon weg stoppen
  • Leermiddelen in orde
  • Beroepshouding correct
  • --> Zonder waarschuwing wordt je eruit gestuurd! Geen gemaar, geen excuus en geen discussie...





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je legt uit wat maatschappelijke opvang is.


Je kan het verschil uitleggen tussen opvang en behandeling


 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
Casusbespreking in groepjes (dakloosheid of verslaving).

Klassikale terugkoppeling.






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les 
Wat is je bijgebleven van de vorige les?

Bespreek dit eerst met je buurman/vrouw.

De docent geeft de duo's een beurt.

Slide 7 - Tekstslide

Afbeelding 1: Ouderenzorg

Afbeelding 2: Gehandicaptenzorg

Afbeelding 3: Asielzoekers

Afbeelding 4: Verslaafden

Afbeelding 5: Dak- en thuislozen

Afbeelding 6: Jeugdzorg

Afbeelding 7: Justitiële inrichting
Theoretische gedeelte 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke Opvang

doel:
  • Tijdelijke opvang bieden voor mensen en gezinnen die dak- of thuisloos zijn.
  • Rust creëren zodat cliënten aan hun problemen kunnen werken en herstel kunnen opbouwen.

Cliënten:
  • Mensen en gezinnen die tijdelijk geen huis hebben.

Maatschappelijke Opvang

Vaak ontstaan door meerdere, elkaar beïnvloedende problemen, zoals:
  • Verslaving
  • Werkloosheid
  • Psychische problemen
  • Huiselijk geweld

Belangrijk:
  • De hoeveelheid begeleiding hangt af van de ernst en hoeveelheid van de problemen en van de medewerking van de cliënt.
  • Maatschappelijke opvang biedt begeleiding en structuur zodat cliënten stappen kunnen zetten naar herstel en zelfstandigheid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geestelijke Gezondheidszorg
Doel:
  • Ondersteunen van mensen met psychische problemen.
  • Psychische aandoeningen voorkomen, behandelen en genezen.
  • Cliënten helpen zo goed mogelijk te functioneren in de maatschappij.

Vormen van zorg:
Eerstelijnszorg
  • Toegankelijk voor iedereen zonder verwijzing.
  • Voorbeelden: huisarts, maatschappelijk werk, eerstelijnspsychologen.
  • Kenmerken: snel, kortdurend, gericht op veelvoorkomende klachten.


Slide 10 - Tekstslide

1. Vergrijzing
Betekenis: Er komen steeds meer oudere mensen in Nederland, omdat mensen langer leven en er minder kinderen geboren worden.
Gevolg: Er is meer zorg nodig voor ouderen, zoals in de ouderenzorg en thuiszorg.

2. Mantelzorg
Betekenis: Zorg die gegeven wordt door iemand uit de familie, vrienden of buren – dus niet door een professional.
Voorbeeld: Een dochter die boodschappen doet voor haar zieke moeder.
Belangrijk: Mantelzorgers hebben vaak steun nodig van professionals omdat de zorg zwaar kan zijn.

3. Eenzaamheid
Betekenis: Het gevoel dat iemand te weinig contact heeft met anderen of zich niet verbonden voelt.
Vooral ouderen ervaren dit, bijvoorbeeld na het overlijden van hun partner of als ze minder mobiel zijn.
Rol zorgprofessional: Signaleren, luisteren, activiteiten stimuleren die sociaal contact mogelijk maken.

Geestelijke Gezondheidszorg
Tweedelijnszorg
  • Alleen na verwijzing van huisarts of crisisdienst.
  • Voorbeelden: gespecialiseerde psycholoog, dagbehandeling, 24-uursinstelling.
  • Kenmerken: intensieve, langdurige zorg, soms opname.

Cliënten:
  • Mensen van alle leeftijden, met lichte of zware psychische aandoeningen.
  • Sommige cliënten hebben korte hulp nodig; anderen intensieve zorg 24 uur per dag.

Slide 11 - Tekstslide

1. Vergrijzing
Betekenis: Er komen steeds meer oudere mensen in Nederland, omdat mensen langer leven en er minder kinderen geboren worden.
Gevolg: Er is meer zorg nodig voor ouderen, zoals in de ouderenzorg en thuiszorg.

2. Mantelzorg
Betekenis: Zorg die gegeven wordt door iemand uit de familie, vrienden of buren – dus niet door een professional.
Voorbeeld: Een dochter die boodschappen doet voor haar zieke moeder.
Belangrijk: Mantelzorgers hebben vaak steun nodig van professionals omdat de zorg zwaar kan zijn.

3. Eenzaamheid
Betekenis: Het gevoel dat iemand te weinig contact heeft met anderen of zich niet verbonden voelt.
Vooral ouderen ervaren dit, bijvoorbeeld na het overlijden van hun partner of als ze minder mobiel zijn.
Rol zorgprofessional: Signaleren, luisteren, activiteiten stimuleren die sociaal contact mogelijk maken.

Verslavingszorg

Doel:
  • Cliënten volledig laten stoppen met het middel of gedrag waaraan ze verslaafd zijn.
  • Voorkomen van terugval zodat cliënten weer normaal kunnen functioneren in het dagelijks leven.

Wat het is:
  • Onderdeel van de geestelijke gezondheidszorg.
  • Richt zich op mensen met een huidige of eerdere verslaving.
  • Naast alcohol en drugs ook verslavingen aan gamen, online gokken en medicijnen.

Verslavingszorg

Voorzieningen:
  • Diverse woon- en behandelvoorzieningen.
  • Verslavingsklinieken waar patiënten kunnen worden opgenomen.

Cliënten:
  • Mensen van alle leeftijden met verschillende soorten en niveaus van verslaving.
  • Verslaving kan leiden tot problemen zoals verlies van werk, financiële problemen of sociale problemen.
  • Het dagelijks functioneren wordt vaak ernstig beïnvloed.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dak- en Thuislozen

Wat is het:
Dak- en thuislozen zijn mensen die tijdelijk of langdurig geen eigen huis hebben.

Deze situatie ontstaat vaak door een combinatie van problemen, bijvoorbeeld:
  • Werkloosheid
  • Verslaving
  • Psychische problemen
  • Huiselijk geweld

Doel van ondersteuning:
  • Tijdelijke opvang en begeleiding bieden.
  • Rust en structuur creëren zodat mensen kunnen werken aan herstel.
  • Helpen bij het vinden van een stabiele woonsituatie en zelfstandig functioneren in de maatschappij.

Voorzieningen:

Noodopvang, nachtopvang, maatschappelijke opvangcentra.

Begeleiding en ondersteuning afgestemd op de ernst van de problemen en de medewerking van de cliënt.

Cliënten:

Mensen en gezinnen van alle leeftijden.

Vaak meerdere, elkaar beïnvloedende problemen.

Doel van de opvang: herstel en terugkeer naar een zelfstandige woon- en leefsituatie.

Als je wilt, kan ik hier ook een nog kortere versie in 5–6 kernpunten van maken, vergelijkbaar met de samenvattingen van GGZ en verslavingszorg, zodat je het als één overzichtelijk lesmateriaal kunt gebruiken. Wil je dat?

Dak- en Thuislozen


Voorzieningen:
  • Noodopvang, nachtopvang, maatschappelijke opvangcentra.
  • Begeleiding en ondersteuning afgestemd op de ernst van de problemen en de medewerking van de cliënt.

Cliënten:
  • Mensen en gezinnen van alle leeftijden.
  • Vaak meerdere, elkaar beïnvloedende problemen.
  • Doel van de opvang: herstel en terugkeer naar een zelfstandige woon- en leefsituatie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 – Filmpje en reflectie over de rol van de begeleider in de maatschappelijke opvang
Stap 1 – Filmpje bekijken
Let tijdens het kijken op:
  • Welke taken voert de begeleider uit?
  • Hoe helpt de begeleider cliënten met hun problemen?
  • Welke vaardigheden zie je terugkomen bij de begeleider?

Stap 2 – Vragen invullen
Beantwoord onderstaande vragen op een apart vel of in je schrift:
  1. Welke taken voert de begeleider uit in het filmpje?
  2. Op welke manier helpt de begeleider cliënten om rust en structuur te krijgen?
  3. Welke sociale of communicatieve vaardigheden zie je bij de begeleider terug?
  4. Welke situaties vond je lastig of interessant? Waarom?
  5. Als jij in de rol van begeleider stond, wat zou jij hetzelfde doen en wat misschien anders?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2– Reflectie op de rol van de begeleider in de maatschappelijke opvang
Instructies:
Lees de theorie over maatschappelijke opvang en de rol van de begeleider op ITS.

Schrijf een reflectieverslag van ongeveer een halve A4 waarin je ingaat op:
  • Wat de begeleider doet om cliënten te ondersteunen.
  • Waarom deze ondersteuning belangrijk is voor het herstel van cliënten.
  • Welke vaardigheden een begeleider nodig heeft om effectief te zijn.

Persoonlijke toepassing:
  • Beschrijf hoe jij als toekomstige begeleider zou handelen in een situatie waarin een cliënt meerdere problemen heeft (bijvoorbeeld werkloosheid en verslaving).
  • Benoem minimaal één manier waarop jij cliënten zou helpen zelfstandig stappen te zetten.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken opdracht
Bespreek de antwoorden met de persoon naast je.

Benoem hoeveel antwoorden jullie beide goed hadden en hoeveel fout.

Slide 16 - Tekstslide

1. Vergrijzing
Betekenis: Er komen steeds meer oudere mensen in Nederland, omdat mensen langer leven en er minder kinderen geboren worden.
Gevolg: Er is meer zorg nodig voor ouderen, zoals in de ouderenzorg en thuiszorg.

2. Mantelzorg
Betekenis: Zorg die gegeven wordt door iemand uit de familie, vrienden of buren – dus niet door een professional.
Voorbeeld: Een dochter die boodschappen doet voor haar zieke moeder.
Belangrijk: Mantelzorgers hebben vaak steun nodig van professionals omdat de zorg zwaar kan zijn.

3. Eenzaamheid
Betekenis: Het gevoel dat iemand te weinig contact heeft met anderen of zich niet verbonden voelt.
Vooral ouderen ervaren dit, bijvoorbeeld na het overlijden van hun partner of als ze minder mobiel zijn.
Rol zorgprofessional: Signaleren, luisteren, activiteiten stimuleren die sociaal contact mogelijk maken.

Lesdoelen checken (5 min)
Je legt uit wat maatschappelijke opvang is.

Je kan het verschil uitleggen tussen opvang en behandeling




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies