220317 Dilemma spel-pdg9

Dilemmaspel
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dilemmaspel

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • In groepen van vier
  • Groepsleider start LessonUp
  • Dilemma's op dia's
  • Per dilemma gespreksleider
  • Zonder overleg: individuele voorlopige keus
  • Discussie olv gespreksleider (5 minuten --> zet timer aan)
  • Na vijf minuten: definitieve keus

Slide 2 - Tekstslide

Dilemma 1 (Voorstellen)
Het is de start van een nieuwe periode en een nieuwe klas. De eerste les heb ik mezelf voorgesteld en ruim de tijd genomen om kennis te maken. Helaas waren er 2 studenten niet (het is een klasje van 6 studenten). De volgende lesdag kwamen ze wel, helaas wel 5 minuten te laat. Ik vond het lastig wat te doen. Ga ik mezelf weer voorstellen ( dan horen de andere studenten het zelfde verhaal nog een keer) of ga ik verder met de les.

Omdat we aan het begin van de periode waren, heb ik er toch voor gekozen om weer even wat tijd te nemen voor kennismaking, al hoe wel meer afgebakend dan in de vorige les.
Wat is wijsheid?

Slide 3 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Hier een statement van maken
B
Flexibel mee omgaan om zo een relatie op te bouwen.
C
Een alternatief voorstelrondje doen

Slide 4 - Quizvraag

Dilemma 1 - discussie
Het is de start van een nieuwe periode en een nieuwe klas. De eerste les heb ik mezelf voorgesteld en ruim de tijd genomen om kennis te maken. Helaas waren er 2 studenten niet (het is een klasje van 6 studenten). De volgende lesdag kwamen ze wel, helaas wel 5 minuten te laat. Ik vond het lastig wat te doen. Ga ik mezelf weer voorstellen ( dan horen de andere studenten het zelfde verhaal nog een keer) of ga ik verder met de les.
Omdat we aan het begin van de periode waren, heb ik er toch voor gekozen om weer even wat tijd te nemen voor kennismaking, al hoe wel meer afgebakend dan in de vorige les.
Wat is wijsheid?
A) Een statement maken
B) Flexibel mee om gaan omwille van de relatie
C) een creatieve invulling geven
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Hier een statement van maken
B
Flexibel mee omgaan om zo een relatie op te bouwen.
C
Een alternatief voorstelrondje doen

Slide 6 - Quizvraag

Dilemma 2 (N)
Op het Hoornbeeck hebben we afgesproken dat een opdracht die niet ingeleverd wordt, beoordeeld moet worden met een N. Het gevolg hiervan is dat deze opdracht “ergens” in de schoolloopbaan van de student ingehaald moet worden zodat de beoordeling een O, V of G wordt.
In de praktijk blijken er soms tientallen studenten hun opdrachten niet inleveren. Soms wordt mij geadviseerd om dan meteen een O in te vullen zodat de student de opdracht op afgerond heeft staan en ik over bijvoorbeeld 2 jaar niet meer hoef te kijken welke opdracht toen ook alweer gemaakt moest worden 

Slide 7 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een N waardoor ik mezelf veel werk op de hals haal maar conformeer me aan de gemaakte afspraken. Ik leg dit probleem neer bij manager.
B
Ik beoordeel voorlopig ingeleverd werk met een N, en geef dit probleem aan bij de manager. Als het probleem serieus wordt aangepakt, blijf ik werk beoordelen met een N. Als het probleem niet bij de kop wordt gepakt, zoek ik mijn eigen oplossing.
C
Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een O waardoor ik mezelf extra werk bespaar. Het is geen doen om van zoveel studenten te onthouden waarmee ze wanneer zijn bezig geweest.
D
Ik vraag bij collega’s na wat zij doen en sluit me bij de meerderheid aan.

Slide 8 - Quizvraag

Dilemma 2 - discussie
Op het Hoornbeeck hebben we afgesproken dat een opdracht die niet ingeleverd wordt, beoordeeld moet worden met een N. Het gevolg hiervan is dat deze opdracht “ergens” in de schoolloopbaan van de student ingehaald moet worden zodat de beoordeling een O, V of G wordt.
In de praktijk blijken er soms tientallen studenten hun opdrachten niet inleveren. Soms wordt mij geadviseerd om dan meteen een O in te vullen zodat de student de opdracht op afgerond heeft staan en ik over bijvoorbeeld 2 jaar niet meer hoef te kijken welke opdracht toen ook alweer gemaakt moest worden
Gedragsalternatieven
A) Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een N waardoor ik mezelf veel werk op de hals haal maar conformeer me aan de gemaakte afspraken. Ik leg dit probleem neer bij manager.
B) Ik beoordeel voorlopig ingeleverd werk met een N, en geef dit probleem aan bij de manager. Als het probleem serieus wordt aangepakt, blijf ik werk beoordelen met een N. Als het probleem niet bij de kop wordt gepakt, zoek ik mijn eigen oplossing.
C) Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een O waardoor ik mezelf extra werk bespaar. Het is geen doen om van zoveel studenten te onthouden waarmee ze wanneer zijn bezig geweest.
D) Ik vraag bij collega’s na wat zij doen en sluit me bij de meerderheid aan. 




timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een N waardoor ik mezelf veel werk op de hals haal maar conformeer me aan de gemaakte afspraken. Ik leg dit probleem neer bij manager.
B
Ik beoordeel voorlopig ingeleverd werk met een N, en geef dit probleem aan bij de manager. Als het probleem serieus wordt aangepakt, blijf ik werk beoordelen met een N. Als het probleem niet bij de kop wordt gepakt, zoek ik mijn eigen oplossing.
C
Ik beoordeel niet ingeleverd werk met een O waardoor ik mezelf extra werk bespaar. Het is geen doen om van zoveel studenten te onthouden waarmee ze wanneer zijn bezig geweest.
D
Ik vraag bij collega’s na wat zij doen en sluit me bij de meerderheid aan.

Slide 10 - Quizvraag

Dilemma 3 (gastspreker)
Je hebt een gastspreker uitgenodigd. Hij heeft autisme en zal over zijn ervaringen komen delen.


Je hebt met hem afgesproken dat hij eerst een algemene inleiding houdt over zijn ervaringen en dat de klas daarna vragen zal stellen.
Hij begint zijn verhaal. Al snel volgt het ene drama op het andere.
Je probeert zijn verhaal te onderbreken, maar er is geen speld tussen te krijgen.
Als hij wil gaan vertellen over het sterfbed wil je ingrijpen.
Dilemma: De klas hangt aan zijn lippen. Je verwacht dat zij het onfatsoenlijk vinden dat jij de gastspreker in zijn verhaal onderbreekt. Tegelijkertijd wil je de klas beschermen tegen deze persoonlijke verhalen, maar ook de spreker beschermen in wat hij deelt met de klas.  




Slide 11 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Je noemt zijn naam en zegt: dit is nogal persoonlijk, zullen we verder praten over autisme?
B
Je vraagt aan de klas: is er iemand die al een vraag voor hem heeft?
C
Je onderbreekt hem en vraagt: mag ik iets vragen? Vervolgens vraag je hem hoe hij in het dagelijkse leven merkt dat hij autisme heeft.
D
Het lukt niet om hem te onderbreken, dus je laat hem doorgaan met zijn verhaal.

Slide 12 - Quizvraag

Dilemma 3 - discussie
Je hebt een gastspreker uitgenodigd. Hij heeft autisme en zal over zijn ervaringen komen delen.
Je hebt met hem afgesproken dat hij eerst een algemene inleiding houdt over zijn ervaringen en dat de klas daarna vragen zal stellen.
Hij begint zijn verhaal. Al snel volgt het ene drama op het andere.
Je probeert zijn verhaal te onderbreken, maar er is geen speld tussen te krijgen.
Als hij wil gaan vertellen over het sterfbed wil je ingrijpen.
Dilemma: De klas hangt aan zijn lippen. Je verwacht dat zij het onfatsoenlijk vinden dat jij de gastspreker in zijn verhaal onderbreekt. Tegelijkertijd wil je de klas beschermen tegen deze persoonlijke verhalen, maar ook de spreker beschermen in wat hij deelt met de klas.
A) Je noemt zijn naam en zegt: dit is nogal persoonlijk, zullen we verder praten over autisme?
B) Je vraagt aan de klas: is er iemand die al een vraag voor hem heeft?
C) Je onderbreekt hem en vraagt: mag ik iets vragen? Vervolgens vraag je hem hoe hij in het dagelijkse leven merkt dat hij autisme heeft.
D) Het lukt niet om hem te onderbreken, dus je laat hem doorgaan met zijn verhaal. 




timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Je noemt zijn naam en zegt: dit is nogal persoonlijk, zullen we verder praten over autisme?
B
Je vraagt aan de klas: is er iemand die al een vraag voor hem heeft?
C
Je onderbreekt hem en vraagt: mag ik iets vragen? Vervolgens vraag je hem hoe hij in het dagelijkse leven merkt dat hij autisme heeft.
D
Het lukt niet om hem te onderbreken, dus je laat hem doorgaan met zijn verhaal.

Slide 14 - Quizvraag

Dilemma 4 (schrijven)

Tijdens de theorieles over verpleegtechnische vaardigheden willen de 1e jaars studenten VZ meeschrijven. Dit is op zich heel goed, want dan leren ze beter.
Maar als ik alle theorie binnen deze 50 minuten wil behandelen, ga ik sneller dan dat zij kunnen schrijven. Als ik aangeef dat het ook een manier is om tijdens de les heel goed te luisteren en mee te doen en dat ik ze daarna de PPP opstuur, zijn de meesten niet enthousiast. Als ik een opdracht opstuur voor de rest van de theorie, wordt het niet gemaakt thuis en/of moet ik er continu achteraan zitten.  

Slide 15 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Meegaan op hun tempo van meeschrijven, kijken hoe ver we komen en de rest moeten ze zelf maar leren voor hun toets.
B
Ze niet meer mee laten schrijven, maar wel goed mee laten doen en dan PPP opsturen.
C
Meegaan op hun tempo, evt. voor de rest van de theorie een opdracht thuis en inleveren in eigen verantwoording.
D
Meer opdrachten laten maken tijdens de les (praktisch verwerken van theorie).

Slide 16 - Quizvraag

Dilemma 4 - discussie
Tijdens de theorieles over verpleegtechnische vaardigheden willen de 1e jaars studenten VZ meeschrijven. Dit is op zich heel goed, want dan leren ze beter.
Maar als ik alle theorie binnen deze 50 minuten wil behandelen, ga ik sneller dan dat zij kunnen schrijven. Als ik aangeef dat het ook een manier is om tijdens de les heel goed te luisteren en mee te doen en dat ik ze daarna de PPP opstuur, zijn de meesten niet enthousiast. Als ik een opdracht opstuur voor de rest van de theorie, wordt het niet gemaakt thuis en/of moet ik er continu achteraan zitten.
4 gedragsalternatieven:
Meegaan op hun tempo van meeschrijven, kijken hoe ver we komen en de rest moeten ze zelf maar leren voor hun toets.
Ze niet meer mee laten schrijven, maar wel goed mee laten doen en dan PPP opsturen.
Meegaan op hun tempo, evt. voor de rest van de theorie een opdracht thuis en inleveren in eigen verantwoording.
Meer opdrachten laten maken tijdens de les (praktisch verwerken van theorie).  













timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Meegaan op hun tempo van meeschrijven, kijken hoe ver we komen en de rest moeten ze zelf maar leren voor hun toets.
B
Ze niet meer mee laten schrijven, maar wel goed mee laten doen en dan PPP opsturen.
C
Meegaan op hun tempo, evt. voor de rest van de theorie een opdracht thuis en inleveren in eigen verantwoording.
D
Meer opdrachten laten maken tijdens de les (praktisch verwerken van theorie).

Slide 18 - Quizvraag

Dilemma 5 (rokje)

Deze periode ga ik als docent mee met een groepje eerstejaarsstudenten naar een verpleeghuis tegenover de school. De studenten gaan 5 weken lang, een ochtend per week naar dat verpleeghuis om activiteiten te doen met de bewoners: praatje maken, buiten wandelen, spelletjes doen etc. Het doel is om het welzijn van de bewoners te vergroten en om de studenten een eerste kennismaking te geven met het vak op een toegankelijke manier, ter voorbereiding op hun stage in de volgende periode.
Voorafgaand aan dit project krijgen studenten ook altijd een projectboekje met daarin ‘huisregels’ (mondkapje op, normale taal etc.). Eén van die regels is dat studenten gepaste kleding moeten dragen en dat de lengte van het rokje tot op de knie moet zijn. Dit is vooral ter bescherming van de meiden zelf. In een verpleeghuis krijgen ze ook te maken met dementerende mannen die niet altijd gepast gedrag vertonen of juist ontremd zijn in hun uitingen. Het is dus niet puur alleen een regel die altijd geldt, maar ook gericht op het voorkomen van opmerkingen of zelfs handtastelijkheden.
Ik heb dit aan het begin ook gezegd en op die manier ook benoemd, dus zonder het ‘wijzende vingertje’.
Op die ochtend zelf gaf een activiteitenbegeleidster aan dat ze van 2 meisjes de rokjes erg kort vond. Dat vond ik ook. Ik heb aangegeven dat ik daar even over ga nadenken wat ik hiermee ga doen. Zij gaf aan dat ze het zelf ook wel wilde zeggen bij de evaluatie, dat heb ik nog even afgehouden, omdat ik niet goed wist waar ik goed aan deed in het belang van die meisjes. 



Slide 19 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Zelf de meiden met het korte rokje apart nemen en benoemen dat hun rokje kort is en welke gedachten zij bij mannen zouden kunnen opwekken en welke gevolgen dat kan hebben
B
De activiteitenbegeleidster bij de evaluatie een algemene opmerking laten maken over de lengte van de rokjes en dat zij die graag langer willen zien (de meiden zullen dan zelf goed weten om wie het gaat)
C
Het personeel op de woning tegen de meisjes zelf laten zeggen dat ze de rokjes te kort vinden (de studenten gaan in duo’s de woning op, dus de hele klas is er dan niet bij)
D
Niets doen

Slide 20 - Quizvraag

Dilemma 5 - discussie
Deze periode ga ik als docent mee met een groepje eerstejaarsstudenten naar een verpleeghuis tegenover de school. De studenten gaan 5 weken lang, een ochtend per week naar dat verpleeghuis om activiteiten te doen met de bewoners: praatje maken, buiten wandelen, spelletjes doen etc. Het doel is om het welzijn van de bewoners te vergroten en om de studenten een eerste kennismaking te geven met het vak op een toegankelijke manier, ter voorbereiding op hun stage in de volgende periode.
Voorafgaand aan dit project krijgen studenten ook altijd een projectboekje met daarin ‘huisregels’ (mondkapje op, normale taal etc.). Eén van die regels is dat studenten gepaste kleding moeten dragen en dat de lengte van het rokje tot op de knie moet zijn. Dit is vooral ter bescherming van de meiden zelf. In een verpleeghuis krijgen ze ook te maken met dementerende mannen die niet altijd gepast gedrag vertonen of juist ontremd zijn in hun uitingen. Het is dus niet puur alleen een regel die altijd geldt, maar ook gericht op het voorkomen van opmerkingen of zelfs handtastelijkheden.
Ik heb dit aan het begin ook gezegd en op die manier ook benoemd, dus zonder het ‘wijzende vingertje’.
Op die ochtend zelf gaf een activiteitenbegeleidster aan dat ze van 2 meisjes de rokjes erg kort vond. Dat vond ik ook. Ik heb aangegeven dat ik daar even over ga nadenken wat ik hiermee ga doen. Zij gaf aan dat ze het zelf ook wel wilde zeggen bij de evaluatie, dat heb ik nog even afgehouden, omdat ik niet goed wist waar ik goed aan deed in het belang van die meisjes. 





timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Zelf de meiden met het korte rokje apart nemen en benoemen dat hun rokje kort is en welke gedachten zij bij mannen zouden kunnen opwekken en welke gevolgen dat kan hebben
B
De activiteitenbegeleidster bij de evaluatie een algemene opmerking laten maken over de lengte van de rokjes en dat zij die graag langer willen zien (de meiden zullen dan zelf goed weten om wie het gaat)
C
Het personeel op de woning tegen de meisjes zelf laten zeggen dat ze de rokjes te kort vinden (de studenten gaan in duo’s de woning op, dus de hele klas is er dan niet bij)
D
Niets doen

Slide 22 - Quizvraag

Dilemma 6 (praten)

Tijdens een onderwijsleergesprek in een vrij drukke klas praat iedereen door elkaar heen. Er wordt niet gewacht met elkaar uitpraten, studenten roepen maar wat door elkaar heen. Zelfs bij het geven van beurten wordt het antwoord al door iemand anders gegeven. De studenten bedoelen het niet verkeerd, maar hierdoor komt niet iedereen aan bod en kan het de wat rustige studenten het gevoel geven dat ze geen inbreng kunnen of mogen hebben.  

Slide 23 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Een gespreksleider aanstellen in de klas. Eigenlijk neemt iemand de rol van de docent over en maakt op deze manier de klas bewust van hoe ze met elkaar communiceren.
B
Tijdens het gesprek de studenten confronteren met wat ze doen. Daarmee het gesprek onderbreken en vragen waarom er door elkaar heen gepraat wordt. De studenten bewust maken van wat er op dat moment gebeurt, door het gesprek te pauzeren en te bespreken wat wenselijk is.
C
Een volgende les of nog tijdens dezelfde les een soort oefening gaan doen met de studenten om elkaar in een gesprek te laten luisteren en elkaar te laten uit praten en daarbij dus de regels rondom communiceren met elkaar te oefenen.
D
Een volgende les van tevoren de regels bespreken met elkaar. Procedures afspreken hoe zo’n gesprek in zijn werk gaat en wat voor afspraken we ervoor nodig hebben om op een goede manier een gesprek met elkaar te voeren, zodat iedereen inbreng kan hebben.

Slide 24 - Quizvraag

Dilemma 6 - discussie
Tijdens een onderwijsleergesprek in een vrij drukke klas praat iedereen door elkaar heen. Er wordt niet gewacht met elkaar uitpraten, studenten roepen maar wat door elkaar heen. Zelfs bij het geven van beurten wordt het antwoord al door iemand anders gegeven. De studenten bedoelen het niet verkeerd, maar hierdoor komt niet iedereen aan bod en kan het de wat rustige studenten het gevoel geven dat ze geen inbreng kunnen of mogen hebben.
Gedragsalternatief 1: Een gespreksleider aanstellen in de klas. Eigenlijk neemt iemand de rol van de docent over en maakt op deze manier de klas bewust van hoe ze met elkaar communiceren.
Gedragsalternatief 2: Tijdens het gesprek de studenten confronteren met wat ze doen. Daarmee het gesprek onderbreken en vragen waarom er door elkaar heen gepraat wordt. De studenten bewust maken van wat er op dat moment gebeurt, door het gesprek te pauzeren en te bespreken wat wenselijk is.
Gedragsalternatief 3: Een volgende les of nog tijdens dezelfde les een soort oefening gaan doen met de studenten om elkaar in een gesprek te laten luisteren en elkaar te laten uit praten en daarbij dus de regels rondom communiceren met elkaar te oefenen.
Gedragsalternatief 4: Een volgende les van tevoren de regels bespreken met elkaar. Procedures afspreken hoe zo’n gesprek in zijn werk gaat en wat voor afspraken we ervoor nodig hebben om op een goede manier een gesprek met elkaar te voeren, zodat iedereen inbreng kan hebben.  













timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Een gespreksleider aanstellen in de klas. Eigenlijk neemt iemand de rol van de docent over en maakt op deze manier de klas bewust van hoe ze met elkaar communiceren.
B
Tijdens het gesprek de studenten confronteren met wat ze doen. Daarmee het gesprek onderbreken en vragen waarom er door elkaar heen gepraat wordt. De studenten bewust maken van wat er op dat moment gebeurt, door het gesprek te pauzeren en te bespreken wat wenselijk is.
C
Een volgende les of nog tijdens dezelfde les een soort oefening gaan doen met de studenten om elkaar in een gesprek te laten luisteren en elkaar te laten uit praten en daarbij dus de regels rondom communiceren met elkaar te oefenen.
D
Een volgende les van tevoren de regels bespreken met elkaar. Procedures afspreken hoe zo’n gesprek in zijn werk gaat en wat voor afspraken we ervoor nodig hebben om op een goede manier een gesprek met elkaar te voeren, zodat iedereen inbreng kan hebben.

Slide 26 - Quizvraag

Dilemma 7 (onveilig)

BBL groep, ik was best zenuwachtig. Ik stond bij de deur, de studenten te verwelkomen. Maak een praatje met 2 studenten die al er al eerder zijn, 1 daarvan had op de BOL gezeten, les gehad van mijn voorganger.
Ik had de les lang van tevoren voorbereid, alleen dat was een beetje weggezakt en te kort voor de les nog even gekeken. Dus ik voelde me niet helemaal op mn gemak, omdat ik gevoelsmatig wat tekort schoot in de voorbereiding. Ik probeerde dat te compenseren door extra enthousiast te zijn, maar vergat me voor te stellen. De eerste paar minuten werd er goed geluisterd en meegedaan. Ik had een werkvorm waarin ze door andere studenten gemaakt werk moesten bespreken op kwaliteit, om zo zelf de kwaliteitseisen scherp te krijgen. Daarna weer terug naar de uitleg en toen begonnen de gedoetjes. Paar meisjes links achterin die veel te druk met elkaar aan het praten waren. Jongen rechts voorin die een aantal vragen nogal luid en duidelijk stelde en meisje rechts achterin die mn zinnen afmaakte op nogal flauwe manier. Ik merkte dat ik irritatie kreeg, controle uit mn handen glipte, keek wat chagrijniger. Sprak aan op gedrag. Tegen het meisje rechts achterin die mn zin afmaakte zei ik dat ze wel erg lollig aan het doen was. Even later, toen ik rondliep door de klas, ze waren weer aan het werk, stoof ze op. Hoofd naar beneden, niet aanspreekbaar. Ik stond in de buurt van de deur en deed een halve stap haar richting op. Ik vroeg wat er was en wat ze ging doen. Maar ze ontweek me en gaf geen reactie.
Een kwartiertje later kwam ze terug met de EHBO’er, die ga aan dat ze zich erg onveilig voelde…. Maar dat dit wel vaker bij mannen voorkwam. Ik had er een naar gevoel bij; zij liep weg, onaanspreekbaar, terwijl ik zelf eigenlijk geen reden zag in mijn gedrag. Naar mijn gevoel straalde ik geen onveiligheid uit, hooguit zenuwen en wat chagrijn. Kortom, nadat ik dit hoorde voelde ik me onveilig, want wat is de garantie dat dit volgende keer niet weer gebeurt?
Toen ze weer terug was in de les ontweek ze mijn blik totaal, ik probeerde vriendelijk knikkend haar op haar gemak te blijven stellen, maar het contact bleef weg. 



Slide 27 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Klassikaal aan de orde stellen dat wanneer je je onveilig voelt, je weg mag. Maar dat het dan wel je eigen verantwoordelijkheid is om dat met mij terug te communiceren?
B
Beetje negeren, wat vriendelijk kijken en hopen dat het volgende les voorbij is.
C
Na de les aanspreken, (niet alleen, maar met klasgenoot erbij)
D
Rustig aangeven dat dit niet de bedoeling is en dat ik het ga kortsluiten met haar LOB’er, omdat ik handvatten wil voor een andere keer

Slide 28 - Quizvraag

Dilemma 7 - discussie
BBL groep, ik was best zenuwachtig. Ik stond bij de deur, de studenten te verwelkomen. Maak een praatje met 2 studenten die al er al eerder zijn, 1 daarvan had op de BOL gezeten, les gehad van mijn voorganger.
Ik had de les lang van tevoren voorbereid, alleen dat was een beetje weggezakt en te kort voor de les nog even gekeken. Dus ik voelde me niet helemaal op mn gemak, omdat ik gevoelsmatig wat tekort schoot in de voorbereiding. Ik probeerde dat te compenseren door extra enthousiast te zijn, maar vergat me voor te stellen. De eerste paar minuten werd er goed geluisterd en meegedaan. Ik had een werkvorm waarin ze door andere studenten gemaakt werk moesten bespreken op kwaliteit, om zo zelf de kwaliteitseisen scherp te krijgen. Daarna weer terug naar de uitleg en toen begonnen de gedoetjes. Paar meisjes links achterin die veel te druk met elkaar aan het praten waren. Jongen rechts voorin die een aantal vragen nogal luid en duidelijk stelde en meisje rechts achterin die mn zinnen afmaakte op nogal flauwe manier. Ik merkte dat ik irritatie kreeg, controle uit mn handen glipte, keek wat chagrijniger. Sprak aan op gedrag. Tegen het meisje rechts achterin die mn zin afmaakte zei ik dat ze wel erg lollig aan het doen was. Even later, toen ik rondliep door de klas, ze waren weer aan het werk, stoof ze op. Hoofd naar beneden, niet aanspreekbaar. Ik stond in de buurt van de deur en deed een halve stap haar richting op. Ik vroeg wat er was en wat ze ging doen. Maar ze ontweek me en gaf geen reactie.
Een kwartiertje later kwam ze terug met de EHBO’er, die ga aan dat ze zich erg onveilig voelde…. Maar dat dit wel vaker bij mannen voorkwam. Ik had er een naar gevoel bij; zij liep weg, onaanspreekbaar, terwijl ik zelf eigenlijk geen reden zag in mijn gedrag. Naar mijn gevoel straalde ik geen onveiligheid uit, hooguit zenuwen en wat chagrijn. Kortom, nadat ik dit hoorde voelde ik me onveilig, want wat is de garantie dat dit volgende keer niet weer gebeurt?
Toen ze weer terug was in de les ontweek ze mijn blik totaal, ik probeerde vriendelijk knikkend haar op haar gemak te blijven stellen, maar het contact bleef weg. 





timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Klassikaal aan de orde stellen dat wanneer je je onveilig voelt, je weg mag. Maar dat het dan wel je eigen verantwoordelijkheid is om dat met mij terug te communiceren?
B
Beetje negeren, wat vriendelijk kijken en hopen dat het volgende les voorbij is.
C
Na de les aanspreken, (niet alleen, maar met klasgenoot erbij)
D
Rustig aangeven dat dit niet de bedoeling is en dat ik het ga kortsluiten met haar LOB’er, omdat ik handvatten wil voor een andere keer

Slide 30 - Quizvraag

Dilemma 8 (stil lezen)

Een student uit de 4e klas, (niveau 4) levert tijdens zijn stage opdrachten in. Het werk ziet er over het algemeen goed uit. Echter structureel worden sommige basale onderdelen verkeerd uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is dat bij het toevoegen van de arcering van de gevel, de arcering van het metselwerk van de plattegrond wordt ingevoegd. Dit zijn ‘fouten’ die niet gemaakt zouden mogen worden. Deze fouten zijn deels terug te brengen op een autistische beperking van de student. De stagebegeleider van het werk vraagt aan de docent of hij dergelijke opdrachten kan beoordelen met een voldoende?

Slide 31 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
De docent geeft aan dat stageopdrachten in de 4e klas dergelijke fouten niet mogen bevatten en geeft aan dat deze opdrachten met een onvoldoende beoordeeld dienen te worden.
B
De docent adviseert deze opdracht met een voldoende te beoordelen gezien het feit dat de opdracht verder goed is uitgevoerd. Echter met de student in gesprek te gaan en aan te geven dat volgende opdrachten met dergelijke fouten beoordeeld zullen worden met een onvoldoende
C
De docent overlegt met de stagebegeleider over de situatie van de betreffende student. Samen komen ze tot de conclusie dat deze fouten voor zullen blijven komen. Indien het standpunt ingenomen wordt dat dergelijke fouten leiden tot een onvoldoende zal de student zijn diploma onmogelijk behalen. Gezien deze situatie en de beperking van de student wordt besloten om de student er blijvend op te wijzen. Echter indien de opdracht verder wel goed is uitgevoerd deze fouten geen reden geven tot een onvoldoende.
D
De docent antwoordt dat de stagebegeleider hierin zelf een beslissing mag nemen

Slide 32 - Quizvraag

Dilemma 8 - discussie
Een student uit de 4e klas, (niveau 4) levert tijdens zijn stage opdrachten in. Het werk ziet er over het algemeen goed uit. Echter structureel worden sommige basale onderdelen verkeerd uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is dat bij het toevoegen van de arcering van de gevel, de arcering van het metselwerk van de plattegrond wordt ingevoegd. Dit zijn ‘fouten’ die niet gemaakt zouden mogen worden. Deze fouten zijn deels terug te brengen op een autistische beperking van de student. De stagebegeleider van het werk vraagt aan de docent of hij dergelijke opdrachten kan beoordelen met een voldoende?
1. De docent geeft aan dat stageopdrachten in de 4e klas dergelijke fouten niet mogen bevatten en geeft aan dat deze opdrachten met een onvoldoende beoordeeld dienen te worden.
2. De docent adviseert deze opdracht met een voldoende te beoordelen gezien het feit dat de opdracht verder goed is uitgevoerd. Echter met de student in gesprek te gaan en aan te geven dat volgende opdrachten met dergelijke fouten beoordeeld zullen worden met een onvoldoende.
3. De docent overlegt met de stagebegeleider over de situatie van de betreffende student. Samen komen ze tot de conclusie dat deze fouten voor zullen blijven komen. Indien het standpunt ingenomen wordt dat dergelijke fouten leiden tot een onvoldoende zal de student zijn diploma onmogelijk behalen. Gezien deze situatie en de beperking van de student wordt besloten om de student er blijvend op te wijzen. Echter indien de opdracht verder wel goed is uitgevoerd deze fouten geen reden geven tot een onvoldoende.
4. De docent antwoordt dat de stagebegeleider hierin zelf een beslissing mag nemen.






timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
De docent geeft aan dat stageopdrachten in de 4e klas dergelijke fouten niet mogen bevatten en geeft aan dat deze opdrachten met een onvoldoende beoordeeld dienen te worden.
B
De docent adviseert deze opdracht met een voldoende te beoordelen gezien het feit dat de opdracht verder goed is uitgevoerd. Echter met de student in gesprek te gaan en aan te geven dat volgende opdrachten met dergelijke fouten beoordeeld zullen worden met een onvoldoende
C
De docent overlegt met de stagebegeleider over de situatie van de betreffende student. Samen komen ze tot de conclusie dat deze fouten voor zullen blijven komen. Indien het standpunt ingenomen wordt dat dergelijke fouten leiden tot een onvoldoende zal de student zijn diploma onmogelijk behalen. Gezien deze situatie en de beperking van de student wordt besloten om de student er blijvend op te wijzen. Echter indien de opdracht verder wel goed is uitgevoerd deze fouten geen reden geven tot een onvoldoende.
D
De docent antwoordt dat de stagebegeleider hierin zelf een beslissing mag nemen

Slide 34 - Quizvraag

Dilemma 9 (dagopening)

Ik ben in het lokaal aanwezig. Een eerste jaarsgroep komt binnen. Het eerste uur, dus een dagopening. De Bijbels heb ik uitgedeeld. Het bijbelgedeelte staat op het bord. Nadat de laatste studenten binnen zijn, en de deur dicht is, wil ik gaan beginnen. Ik vraag de studenten hun telefoon in hun tas te doen en het bijbelgedeelte op te zoeken. Dat duurt heel lang. Ze blijven praten, of op hun telefoon. Ik vraag het nog een paar keer. Als de meesten het hebben opgezocht, zijn er een paar die nog steeds niet hun Bijbel pakken.  

Slide 35 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Ik begin gewoon, ook al heeft niet iedereen de Bijbel open, en is niet iedereen stil.
B
Ik blijf wachten tot alle Bijbels open liggen en iedereen stil is.
C
Ik loop naar elke student (met dichte Bijbel of pratend) toe, en vraag het hoofdstuk op te zoeken en / of te zwijgen.
D
Ik zeg in het algemeen, voor de groep: wil je het hoofdstuk opzoeken? Na elke minuut herhaal ik dat, net zolang totdat iedereen klaarzit.

Slide 36 - Quizvraag

Dilemma 9 - discussie
Ik ben in het lokaal aanwezig. Een eerste jaarsgroep komt binnen. Het eerste uur, dus een dagopening. De Bijbels heb ik uitgedeeld. Het bijbelgedeelte staat op het bord. Nadat de laatste studenten binnen zijn, en de deur dicht is, wil ik gaan beginnen. Ik vraag de studenten hun telefoon in hun tas te doen en het bijbelgedeelte op te zoeken. Dat duurt heel lang. Ze blijven praten, of op hun telefoon. Ik vraag het nog een paar keer. Als de meesten het hebben opgezocht, zijn er een paar die nog steeds niet hun Bijbel pakken.
Gedragsmogelijkheden:
Ik begin gewoon, ook al heeft niet iedereen de Bijbel open, en is niet iedereen stil.
Ik blijf wachten tot alle Bijbels open liggen en iedereen stil is.
Ik loop naar elke student (met dichte Bijbel of pratend) toe, en vraag het hoofdstuk op te zoeken en / of te zwijgen.
Ik zeg in het algemeen, voor de groep: wil je het hoofdstuk opzoeken? Na elke minuut herhaal ik dat, net zolang totdat iedereen klaarzit. 






timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Ik begin gewoon, ook al heeft niet iedereen de Bijbel open, en is niet iedereen stil.
B
Ik blijf wachten tot alle Bijbels open liggen en iedereen stil is.
C
Ik loop naar elke student (met dichte Bijbel of pratend) toe, en vraag het hoofdstuk op te zoeken en / of te zwijgen.
D
Ik zeg in het algemeen, voor de groep: wil je het hoofdstuk opzoeken? Na elke minuut herhaal ik dat, net zolang totdat iedereen klaarzit.

Slide 38 - Quizvraag

Dilemma 10 (presentatie)

Het vak Wettelijk kader is soms best taaie, saaie lesstof. De studenten het verschil uitleggen tussen de inhoud van het wetboek van strafrecht en strafvordering is haalbaar, echter de betekenis en toepassing van de verschillende wetteksten is soms best lastig en vergt van mij als docent juiste voorbereiding. Door de verschillen in vooropleiding in mijn klas Niveau 2 (vooropleiding Praktijk onderwijs tot HAVO) is het een mooie uitdaging om gedifferentieerd les te geven. Zo ook in deze casus waarin de studenten de inhoud en toepassing van 30 verschillende wetsartikelen moeten weten welke van belang zijn voor het vak van beveiliger.
Ik heb dit als volgt vorm gegeven, ik heb één wetsartikel uitgewerkt op een PowerPoint, voorzien van een filmpje en uitleg. Vervolgens heb ik de klas in groepen verdeeld (hierbij bewust gekeken naar cognitieve diversiteit) en per koppel allemaal 5 artikelen van het wetboek van strafrecht uit laten werken. Ik heb aangegeven dat ik verwacht dat men allen een PowerPoint maakt en dat we de les na de vakantie elk groepje zijn/haar PowerPoint presenteert. Men ging enthousiast aan de slag en tijdens het blokuur was ik aanwezig in de klas en kon men mij indien nodig vragen stellen.
Afgelopen week (na de vakantie) hadden 5 groepen een duidelijke PowerPoint gemaakt met hierin de artikelen, filmpjes humor en opdrachten. Twee groepjes (4 studenten) hadden echter niets meer gedaan en zelf was van één groep de PowerPoint onvindbaar.





Slide 39 - Tekstslide

Dilemma 10 (presentatie)

Men reageerde vrij laconiek. Toen ik de groepen hierop aansprak (klassikaal) en aangaf dat men op deze wijze de rest van de groep naar mijn mening tekort deed (want die krijgen nu de lesstof ook niet) reageerden ze vrij gelaten. Een van de studenten zei: “normaal worden we ‘gestraft’ als we iets niet doen of na laten dus zeg maar hoe vaak we moeten opdrukken’
Ik merkte dat hier voor mij een dilemma ontstond. Binnen de opleiding beveiliging werken we sterk aan duidelijkheid en structuur, onze kernwaarden discipline, motivatie en verantwoordelijkheid hebben we hoog in het vaandel echter bemerk ik soms dat als we deze iets laten vieren/los laten (lees hier vrij werken) sommige studenten laks worden en niets meer doen. Mijn inzet om met mijn klas de bovenste drie lagen van de taxonomie van Bloom te gaan verkennen is voor een deel van de groep mislukt. Hoe maak ik waar dat deze groep ook tot analyseren, evalueren en creëren komt. Staat hierin het belang van de groep voorop, of het belang van het individu? Het belemmert immers het leren van de rest van de studenten.
 





Slide 40 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Gesprek voeren over zelfstandigheid en intrinsieke motivatie.
B
Ze 20 keer laten opdrukken.
C
De volgende les de presentatie laten houden
D
Niets doen

Slide 41 - Quizvraag

Dilemma 10 - discussie
Het vak Wettelijk kader is soms best taaie, saaie lesstof. De studenten het verschil uitleggen tussen de inhoud van het wetboek van strafrecht en strafvordering is haalbaar, echter de betekenis en toepassing van de verschillende wetteksten is soms best lastig en vergt van mij als docent juiste voorbereiding. Door de verschillen in vooropleiding in mijn klas Niveau 2 (vooropleiding Praktijk onderwijs tot HAVO) is het een mooie uitdaging om gedifferentieerd les te geven. Zo ook in deze casus waarin de studenten de inhoud en toepassing van 30 verschillende wetsartikelen moeten weten welke van belang zijn voor het vak van beveiliger.
Ik heb dit als volgt vorm gegeven, ik heb één wetsartikel uitgewerkt op een PowerPoint, voorzien van een filmpje en uitleg. Vervolgens heb ik de klas in groepen verdeeld (hierbij bewust gekeken naar cognitieve diversiteit) en per koppel allemaal 5 artikelen van het wetboek van strafrecht uit laten werken. Ik heb aangegeven dat ik verwacht dat men allen een PowerPoint maakt en dat we de les na de vakantie elk groepje zijn/haar PowerPoint presenteert. Men ging enthousiast aan de slag en tijdens het blokuur was ik aanwezig in de klas en kon men mij indien nodig vragen stellen.
Afgelopen week (na de vakantie) hadden 5 groepen een duidelijke PowerPoint gemaakt met hierin de artikelen, filmpjes humor en opdrachten. Twee groepjes (4 studenten) hadden echter niets meer gedaan en zelf was van één groep de PowerPoint onvindbaar.









timer
5:00

Slide 42 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Gesprek voeren over zelfstandigheid en intrinsieke motivatie.
B
Ze 20 keer laten opdrukken.
C
De volgende les de presentatie laten houden
D
Niets doen

Slide 43 - Quizvraag

Dilemma 11 (filmen)

Aan het begin van een blok, de eerste les, leg ik uit aan de derde jaars studenten wat de bedoeling is van deze periode. Wat gaan we doen, wat kan je van mij verwachten en wat verwacht ik van de student. Omdat er bij mij en de studenten nog veel onduidelijk was, w.b. boeken en inlogcodes, was het wat rommelig in de groep. Verschillende studenten waren er niet of kwamen later ivm maatjes project. Rechts van mij zit een meisje die wat uitdagend gedrag vertoont. Ze praat hard door de groep en roept naar medestudenten. Ze doet lacherig met de student naast haar. De sfeer die zij meenam voelde voor mij niet prettig. Op een gegeven moment heeft ze haar telefoon in de hand en hoor ik mijn eigen stem uit haar telefoon komen. Heeft ze mij gefilmd? Inwendig ontplof ik. 


Slide 44 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Voorlopige (individuele) keuze maken
A
Spreek ik haar daar direct in het front van de groep op aan? Als ik dat doe, kom ik er dan bij haar op terug? Kom er dan ook op terug voor de groep of neem ik haar apart?
B
Vraag ik haar na de les even te blijven en bespreek ik het met haar? Kom ik er de volgende les bij haar op terug?
C
Ik ga voor de klas de basisregels over mobieltjes nogmaals herhalen, zonder specifiek die student aan te spreken. Noem de beroepshouding hoe belangrijk het is die in het derde jaar altijd te zien.
D
Ik stuur haar er direct uit.

Slide 45 - Quizvraag

Dilemma 11 - discussie
Aan het begin van een blok, de eerste les, leg ik uit aan de derde jaars studenten wat de bedoeling is van deze periode. Wat gaan we doen, wat kan je van mij verwachten en wat verwacht ik van de student. Omdat er bij mij en de studenten nog veel onduidelijk was, w.b. boeken en inlogcodes, was het wat rommelig in de groep. Verschillende studenten waren er niet of kwamen later ivm maatjes project. Rechts van mij zit een meisje die wat uitdagend gedrag vertoont. Ze praat hard door de groep en roept naar medestudenten. Ze doet lacherig met de student naast haar. De sfeer die zij meenam voelde voor mij niet prettig. Op een gegeven moment heeft ze haar telefoon in de hand en hoor ik mijn eigen stem uit haar telefoon komen. Heeft ze mij gefilmd? Inwendig ontplof ik.
Wat ga ik doen?
A) Spreek ik haar daar direct in het front van de groep op aan? Als ik dat doe, kom ik er dan bij haar op terug?
Kom er dan ook op terug voor de groep of neem ik haar apart?
B) Vraag ik haar na de les even te blijven en bespreek ik het met haar? Kom ik er de volgende les bij haar op terug?
C) Ik ga voor de klas de basisregels over mobieltjes nogmaals herhalen, zonder specifiek die student aan te spreken. Noem de beroepshouding hoe belangrijk het is die in het derde jaar altijd te zien.
D) Ik stuur haar er direct uit. 














timer
5:00

Slide 46 - Tekstslide

Gedragsalternatieven
Definitieve (individuele) keuze maken
A
Spreek ik haar daar direct in het front van de groep op aan? Als ik dat doe, kom ik er dan bij haar op terug? Kom er dan ook op terug voor de groep of neem ik haar apart?
B
Vraag ik haar na de les even te blijven en bespreek ik het met haar? Kom ik er de volgende les bij haar op terug?
C
Ik ga voor de klas de basisregels over mobieltjes nogmaals herhalen, zonder specifiek die student aan te spreken. Noem de beroepshouding hoe belangrijk het is die in het derde jaar altijd te zien.
D
Ik stuur haar er direct uit.

Slide 47 - Quizvraag