Ethiek leerjaar 1, periode 1, les 6

Ethiek
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EthiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- AWR
- terugblik
- aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen in de eerste periode
Les 2: Introductie beroepshouding en Beroepscode
Les 3: Beroepscode Phorza/NVMW, waarde in de beroepscode, beroepsethiek en wettelijk kader
Les 3: opdracht Ethisch dilemma in de ouderenzorg
Les 4: opdracht ethisch dilemma in het SBO
Les 5: opdracht ethisch dilemma in de verslavingszorg
Les 6: opdracht Persoonlijke verzorging
Les 7: opdracht ethisch dilemma in de psychiatrie
Les 8: opdracht ethisch dilemma in de LVB
Les 9: opdracht ethisch dilemma in de vrouwenopvang

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht: Opdracht Ethische dilemma's bij persoonlijke verzorging en verslavingszorg
Wat is het ethisch stappenplan?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Dilemma 1

Een van je cliënten is ex-verslaafde Andreas van 21 jaar. Andreas zit niet goed in zijn vel en jij probeert een praatje met hem aan te knopen. Na heel wat aandringen komt het hoge woord eruit. Andreas moet van zijn vrienden op de uitkijk staan bij auto-inbraken. Hij is hiermee begonnen omdat hij snel geld wilde verdienen om zijn schulden af te betalen, maar nu hij clean is voelt hij zich er niet meer prettig bij. Een van die vrienden die inbreekt is Harold. Harold is ook een cliënt van jou. Andreas smeekt jou om er met niemand over te praten, hij belooft ermee te stoppen. 
Wat doe jij? Als je je mond houdt ben je medeplichtig, maar als je gaat praten verlies je het vertrouwen van Andreas.

Slide 6 - Tekstslide

Dilemma 2
Een vrouw van 25 jaar heeft een nierziekte. Zij staat op de wachtlijst voor een nieuwe nier. Zij heeft echter ook een alcoholverslaving. 
Mag deze vrouw op de wachtlijst voor een nieuwe nier? Of moet zij eerst van haar verslaving afgeholpen worden?

Slide 7 - Tekstslide

Dilemma 3
Meneer Willemse zit heel diep in zijn drugsverslaving. Als hij nu geen hulpverlening krijgt zal hij sterven. Meneer Willemse zegt zelf: ‘Nou dan sterf ik toch lekker? Zijn jullie gelijk van mij af. Van mij hoeft het leven niet meer zo nodig, het zou een opluchting zijn als ik er niet meer ben.
’ Heeft Meneer Willemse het recht om te sterven? Of is het zijn verslaving die dit zegt?


Slide 8 - Tekstslide

Wat neem je mee van deze les?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide