05-10 Mask1: 6.2

Programma
  • Huiswerk: Is het gelukt? (2.3: vraag 2 t/m 9)
  • 6.2 Hoe kijk jij tegen anderen aan?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Huiswerk: Is het gelukt? (2.3: vraag 2 t/m 9)
  • 6.2 Hoe kijk jij tegen anderen aan?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen wanneer er sprake is van polarisatie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  • 6.2: Hoe kijk je tegen anderen aan? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij discriminatie?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pizza Verdi
Op welke van deze foto's staat volgens jou iemand afgebeeld die erg van winkelen houdt?
Waarom denk je dat?
Welk woord is hierbij van toepassing?
a) Racisme
b) Discriminatie
c) Vooroordeel
d) Stereotype

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht over vooroordelen:
Bekijk met de leerlingen de foto's op de slide en bespreek onderstaande vragen. Bij deze vragen is het interessant te vergelijken of iedereen in de klas hetzelfde denkt of niet en waarom.
  • Op welke van deze foto's staat volgens jou iemand afgebeeld die erg van winkelen houdt?
  • Waarom denk je dat?
  • Welk woord is hierbij van toepassing?
    a) Racisme
    b) Discriminatie
    c) Vooroordeel
    d) Stereotype
    (Hier is sprake van c) vooroordeel)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordeel
Een vooroordeel is een emotioneel geladen oordeel vooraf.

Zonet heb je geleerd over stereotypen. Stereotypen zijn niet per se negatief. Het helpt je de wereld te begrijpen. Het indelen van mensen in groepen gaat meestal automatisch.

Wel moet je ervoor oppassen dat stereotypen je niet in de weg zitten. Wanneer je algemene ideeën en beelden over mensen en groepen hebt, kan dit je zicht op situaties en werkelijkheid ontnemen. Wanneer dit gebeurt, verandert een stereotype in een vooroordeel.

Op het moment dat iemand jou aan een groep koppelt die voor jou niet belangrijk is, en er ook nog een vooroordeel aan vastplakt, is dit erg vervelend. Dat geldt zowel voor positieve als negatieve oordelen.
Een dom blondje, wordt wel eens gezegd. Bedenk: zijn alle blonde vrouwen die jij kent dom?
Welke voorbeelden van vooroordelen kun je nog meer bedenken?

Slide 16 - Tekstslide

In deze slide behandel je met de leerlingen de term 'vooroordelen'. Lees met de leerlingen de uitleg hierover door op de hotspotbutton te klikken.

Bespreek met de leerlingen de volgende vragen:
  • Een dom blondje, wordt er wel eens gezegd. Bedenk: zijn alle blonde vrouwen die jij kent dom?
  • Welke voorbeelden van vooroordelen kun je nog meer bedenken?
Andere voorbeelden van vooroordelen zijn:
  • Belgen zijn dom;
  • Nederlanders zijn gierig;
  • Gamers zijn niet sociaal;
  • Vrouwen willen graag kinderen;
  • Mannen kijken graag naar voetbal.
Vooroordeel
Een vooroordeel is wat je over iemand denkt of vindt zonder dat je de persoon kent.
Bijvoorbeeld: Blonde vrouwen zijn dom.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pizza Verdi
Wie denk je dat het meeste kans heeft om werk te krijgen als manager?
Waarom denk je dat?
Welk woord is hierbij van toepassing?
a) Racisme
b) Discriminatie
c) Vooroordeel
d) Stereotype

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht over discriminatie: 
Bekijk met de leerlingen de foto's op de slide en bespreek onderstaande vragen. Bij deze vragen is het interessant te vergelijken of iedereen in de klas hetzelfde denkt of niet en waarom.
  • Wie denk je dat het meest kans heeft om aangenomen te worden bij een sollicitatiegesprek voor systeembeheer?
  • Waarom denk je dat?
  • Welk woord is hierbij van toepassing?
    a) Racisme
    b) Discriminatie
    c) Vooroordeel
    d) Stereotype
    (Hier is sprake van b) discriminatie)
Discriminatie
Iemand behandelen en achterstellen op basis van emotioneel geladen oordelen.

Als mensen gaan handelen naar hun vooroordelen, maken ze de stap naar discriminatie. Je behandelt dan iemand op basis van (vaak negatieve) emotioneel geladen oordelen.

Discriminatie is het ongelijk behandelen en achterstellen van mensen op basis van kenmerken die er niet toe doen in een situatie. Dan moet je denken aan afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte.
Welke voorbeelden van discriminatie kun je nog meer bedenken?

Slide 20 - Tekstslide

In deze slide behandel je met de leerlingen de term 'discriminatie'. Lees met de leerlingen de uitleg hierover door op de hotspotbutton te klikken.

Bespreek met de leerlingen de volgende vragen:
  • Welke voorbeelden van discriminatie kun je nog meer bedenken?
Enkele voorbeelden zijn het horeca deurbeleid, zwangere vrouwen worden niet aangenomen en geen hoofddoek op stage.
Discriminatie
Discriminatie: persoon anders 
behandelen op basis van kenmerken 
die niet belangrijk zijn voor die situatie
Nationaliteit, sekse, geloof, uiterlijk, 
seksuele voorkeur, huidskleur(racisme) 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Racisme
Racisme: discriminatie 
op basis van huidskleur 
(zwart,bruin,rood,geel,
wit) of afkomst.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus......
Stereotype: een beeld.
Vooroordeel: wat je denkt(negatief).
Discriminatie: wat je doet.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een zwarte man houdt van rap/hip hop(stereotype).
Een zwarte man is een gangster(vooroordeel).
Zwarte mannen geef ik geen hand(discriminatie).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is tolerantie belangrijk in een pluriforme samenleving?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vrouwen kunnen niet goed autorijden. Wat is dat?
A
stereotype
B
vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arabieren dragen een tulband.
Wat is dat?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fransen zijn arrogant. Wat is dit?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zwarte mensen mogen niet in een restaurant eten. Wat is dit?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik praat niet met mensen met lang haar. Wat is dit?
A
een stereotype
B
een vooroordeel
C
discriminatie
D
racisme

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld van discriminatie geven uit je eigen leven?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Lezen 6.2: blz. 88 en 89.
  • Maken online:  6.2 vraag 1, 2, 3B, 4, 6, 7 en 8.
  • Dinsdag: SO Hoofdstuk 1 en 2.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies