Enzymen

Enzymwerking
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Enzymwerking

Slide 1 - Tekstslide


Voorkennis

Slide 2 - Tekstslide

Waaruit bestaan lipiden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 3 - Quizvraag

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 4 - Quizvraag

Waaruit bestaan sacchariden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat hier afgebeeld?
A
Aminozuur
B
Dipeptide
C
Tripeptide
D
Oligopeptide

Slide 6 - Quizvraag

Uit hoeveel aminozuren bestaat een proteïne?
A
1
B
3
C
>10
D
>100

Slide 7 - Quizvraag

Wat heb je onthouden uit deze les?

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaat een enzym doen met de activeringsenergie die nodig is om een chemische reactie te laten verdergaan?
A
De benodigde energie verlagen
B
De benodigde energie verhogen

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met substraatspecificiteit?
A
Een enzym kan maar met slechts één bepaald substraat binden
B
Een enzym kan met verschillende substraten binden
C
Een enzym kan nooit binden met een substraat

Slide 10 - Quizvraag

Wat gaat het enzym amylase doen?
A
Het breekt zetmeel af tot maltose
B
Het breekt lipiden af tot glycerol en vetzuren
C
Het breekt proteïnen af tot aminozuren
D
Het breekt maltose af tot glucose

Slide 11 - Quizvraag

Welke factor die de enzymwerking beïnvloeden stelt de afbeelding voor?
A
Substraatconcentratie
B
Temperatuur
C
Zuurtegraad
D
Enzymconcentratie

Slide 12 - Quizvraag

Welke pH is het zuurst?
A
pH = 1
B
pH = 10
C
pH =7

Slide 13 - Quizvraag

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
X
B
Y
C
Z

Slide 14 - Quizvraag

Vanaf welke temperatuur gaat enzym X denatureren?
A
0°C
B
11°C
C
20 °C
D
60 °C

Slide 15 - Quizvraag

De optimimum temperatuur van enzym Z is 56 graden
A
Juist
B
Niet juist

Slide 16 - Quizvraag

Substraat
Actief centrum
substraatspecificiteit
Enzym
Stof waarop het enzym werkt
Plaats waar het substraat bindt aan het enzym
plaats waar het substraat bindt aan het enzym
een bijzonder eiwit dat de activeringsenergie verlaagt

Slide 17 - Sleepvraag