Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
maandag 10-01-22
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe was je vakantie?
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we tot aan toetsweek doen
- huiswerk van 20 december.
- Stel woensdag je laatste vragen
- Tips hoe je kunt leren voor de toets
- Woensdag beginnen we met het 'schrijven van een zakelijke email'
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag
Huiswerk voor maandag 20 december; H6. formuleren, opdracht 1 en 2
en toen gingen alle scholen dicht..............
Slide 4 - Tekstslide
Waar waren we ook al weer mee bezig...
H6. Formuleren/Lastige verwijswoorden
- uitlegfilmpje
Slide 5 - Tekstslide
Hen of hun?
Je gebruikt het verwijswoord
hen
als lijdend voorwerp (lv) en na een voorzetsel (vz).
Het verwijswoord
hun
gebruik je als meewerkend voorwerp (mv) zonder voorzetsel.
Slide 6 - Tekstslide
Dat of Wat?
Je gebruikt het verwijswoord
wat
om te verwijzen naar:
– dat, datgene: Dat
wat
je nu eet, lijkt mij niet erg gezond.
– alles, iets, niets, het enige: Alles
wat
je hem voorzet, eet hij meteen op.
– een overtreffende trap (het mooiste, het leukste enzovoort): Deze superfoods zijn het gezondste
wat
ik ooit gegeten heb.
– een hele zin: Jari sport vrijwel nooit,
wat
slecht is voor zijn conditie.
Slide 7 - Tekstslide
Als het verwijswoord lijdend voorwerp is dan gebruik je......
A
hen
B
hun
Slide 8 - Quizvraag
Ik geef het boek aan....
A
hen
B
hun
Slide 9 - Quizvraag
Achter een voorzetsel gebruik je.....
A
hun
B
hen
Slide 10 - Quizvraag
Je ouders hebben je gewaarschuwd, waarop heb je niet naar .... geluisterd?
A
hun
B
hen
Slide 11 - Quizvraag
Je ouders hebben je gewaarschuwd, waarop heb je niet naar hen geluisterd? Omdat........
A
het verwijswoord is lijdend voorwerp
B
het verwijswoord staat na een voorzetsel
Slide 12 - Quizvraag
Naar het-woorden verwijs je met ....
A
dat
B
wat
Slide 13 - Quizvraag
Het - woorden
- zijn onzijdig
De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v),
Slide 14 - Tekstslide
Tips
Hoe bereid je je voor op de toets formuleren H1 t/m H6
- uitlegfilmpjes per hoofdstuk
- theorie per hoofdstuk
- extra opdrachten en trainen
- extra oefenen op Cambiumned.nl
Slide 15 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag
H6. Formuleren
Opdracht 4 en daarna je eigen route
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
1 h/v: Formuleren H6: lastige verwijswoorden
December 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Havo 1: lastige verwijswoorden
Maart 2020
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H5 + H6 Formuleren - les 2
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Afronden Formuleren H6
Mei 2020
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H6
December 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren H6
Maart 2022
- Les met
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
*Formuleren H6 VWO 1
April 2020
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
AR1 Formuleren H6
Juni 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1