toetsbespreking T1 2023-2024

toetsbespreking T2 2023-2024
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

toetsbespreking T2 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven

een punt met een golfje erachter wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten in een kringetje voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Tekstslide

      vraag 1           max 1p
Een zwevende kiezer is iemand die iedere verkiezingen op een andere partij stemt

of
Een zwevende kiezer is iemand die tot vlak voor de verkiezingen nog niet weet waar die op gaat stemmen.

Slide 3 - Tekstslide

vraag 2  max 2p
Als de burgers geen vertrouwen meer hebben in de overheid kunnen er ongunstige situaties ontstaan, de overheid heeft een politieke binding met de burgers in Nederland. Als deze binding niet meer serieus genomen word en er dus geen sprake meer is van gezag
vanuit de overheid word het er niet veel beter op in Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 3   max 2p
VVD: klassiek liberalisme
    CDA: confessionalisme
    D66: Sociaal liberalisme
   Christen Unie: confessionalisme

Slide 5 - Tekstslide

vraag 4   max 3p
In de tekst staat: ''In plaats daarvan laat de ontevredenheid een stijgende lijn zien sinds januari, toen Rutte IV aantrad. In de tussentijd bleek het kabinet problemen niet op te kunnen lossen, zoals het oplossen van de problemen door de gaswinning in Groningen en het compenseren van de ouders in de Toeslagenaffaire - de reden dat Rutte III viel. Wat er wel gebeurde: de problemen stapelden zich op, deels veroorzaakt door beleid, of gebrek daaraan, van voorgaande kabinetten.'' De coalitiepartijen hebben samen relaties gevormd en afgesproken om een gemeenschappelijk doel op te lossen maar dat is niet gelukt. Deze gemeenschappelijke doelen zijn bijvoorbeeld de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen. In het fragment staat dat de problemen niet opgelost zijn, maar dat er juist meer problemen bij gekomen. Dit was natuurlijk niet het doel wat ze voor ogen hadden en daarom is het samenwerken mislukt.

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5       max  2p
Gezag is macht die als legitiem wordt gezien. Als de burgers de macht van de overheid accepteren is er gezag. Het gezag kan afnemen door de kloof, omdat mensen niet het gevoel hebben dat de overheid hun helpt en ze geen binding meer hebben met de overheid. Mensen accepteren de macht minder, omdat er geen problemen worden aangepakt zo wordt in de tekst gezegd: mensen zeggen: er gebeurt veel, maar de regering doet niks. De kloof en het niet aanpakken van problemen zorgt voor onrust onder de bevolking en hierdoor gaan ze minder snel naar de overheid luisteren en accepteren ze minder wat de overheid zegt. Het gezag daalt dan.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 6  max  2p
de komst van politieke partijen zal de kloof tussen de politiek en burger verkleinen want als mensen zich gaan verdiepen in politieke partijen en ze merken dat er geen een partij is waar al hun standpunten en achtergrondkenmerken overeenkomen met die van de partij dan voelen zij zich niet gerepresenteerd in de politiek en onstaat er dus een kloof maar als er dan een nieuwe partij komt zoals de BBB waarbij hun standpunten en achtergrondkenmerken wel overeenkomen met die van de kiezer dan voelen zij zich gehoord en gerepresenteerd en wordt de kloof tussen politiek en burger dus kleiner.

Slide 8 - Tekstslide

vraag 7   max 1p
Het kabinet is een politieke institutie omdat er rondom de manier van werken van het kabinet een aantal min of meer geformaliseerde regels bestaan, waardoor het gedrag van de leden van het kabinet rondom politieke besluitvorming gereguleerd zijn

Slide 9 - Tekstslide

vraag 8  max   2p
De media framing hypothese is dat iemand informatie binnenkrijgt via media vanuit een bepaald oogpunt. Die mensen zijn bijvoorbeeld heel erg voorstander van een maatregel en krijgen dus op het sociale media berichten voorgesteld wat dezelfde standpunten ondersteunt over deze maatregel. Zij zullen dus nooit de standpunten van de mensen lezen die tegen een maatregel zijn. Hoe dieper zij in deze framing gaan hoe meer overtuigd hun zijn dat hun standpunten de juiste is. In de tekst zie je dit ook. 80 procent van de Nederlanders zijn ontevreden met het kabinet. Dit kan meendemogelijk gemaakt zijn door deze framing. Als iemand alleen maar berichten tegen komt van hoe slecht dit kabinet is en dat zij geen problemen kunnen oplossen daalt het vertrouwen van die persoon. Daarom kan het vertrouwen dus beïnvloed zijn door berichtgeving op sociale media.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9   max 1p
Deze onderwerpen staan in de fase omzetting, omdat het al op de politieke agenda staat maar het is nog niet helemaal verwerkt dus het is er nog niet uit daarom staat het in de fase omzetting.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 10  max 1p
oplinieleiders hypothese: Mensen luisteren en doen ook wat influencers zeggen en doen. zo denken zij er zelf niet goed bij na.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 11   max 2p
Verschillen:
- Politieke partij moet compromissen sluiten, pressiegroepen hoeven dit niet.
- Politieke partij richt zich op alle onderwerpen, pressiegroepen richten zich alleen op 1 complex onderwerp.

Slide 13 - Tekstslide

vraag 12   max  1p
Politieke partijen bundelen de losse wensen uit de samenleving tot een politiek partijprogramma: aggregatiefunctie

Slide 14 - Tekstslide