Verkeersregels en -borden Quiz

• Verkeer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Verkeersquiz

Ik mag hier lopen

1. ja
2. nee
3. alleen samen met een kind
4. ik mag hier fietsen

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekend kinderen!

1. 
2. 
3. 

Wat zegt dit bord?

1. Let op! verkeer van rechts.
2. Verplichte rijrichting naar rechts.

1. Je komt in de buurt van een vliegveld
2. Hier kunnen raketten opstijgen
3. Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
4. Kijk uit voor verkeer van rechts en links

1. Let op verkeer van rechts heeft voorrang
2. Hier moet jij voorrang krijgen
3. Voorrang hebben is geen voorrang nemen
4. Geen idee

Ik moet stoppen.

1. ja
2. nee

Ik mag nu fietsen.

1. ja
2. nee

Mag je hier fietsen?

1. 
2. 

Welk bord betekent:
Je rijdt op een voorrangsweg.
(Jij mag eerst)

1. 
2. 
3. 

Wat betekent dit bord?

1. Alleen herenfietsen
2. Alleen fietsen zonder trappers
3. Hier mag je wel fietsen
4. Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Wat moet je doen?

1. Als er niks aankomt hoef je niet te stoppen
2. Je MOET hier stoppen
3. Niks, is alleen voor auto's

De auto's en fietsen moeten stoppen.
Ik mag nu eerst lopen.

1. ja
2. nee

Dit is goed.

1. Dit is goed
2. Dit is niet goed

Mag de auto hier inrijden?

1. 
2. 

Dit is niet goed.

1. Dit is goed
2. Dit is niet goed

Wie heeft hier voorrang?

1. 
2. 

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekende kinderen!

1. 
2. 
3. 

Welk bord betekent:
Je rijdt op een voorrangsweg.
(Jij mag eerst)

1. 
2. 
3. 

Wat zegt dit bord?

1. Let op! verkeer van rechts.
2. je moet naar rechts.

Wat betekent dit bord?

1. Je komt in de buurt van een vliegveld
2. Hier kunnen raketten opstijgen
3. Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
4. Kijk uit voor verkeer van rechts en links

Ik ken de verkeersregels

😒🙁😐🙂😃

Wie mag eerst?

1. VO
2. LA

Wie mag eerst?

1. OR
2. AT

Wie mag eerst?

1. PM
2. NG

Wie mag eerst?

1. AN
2. NE

Wie mag eerst?

1. EM
2. DV

Wie mag eerst?

1. JE
2. OR

Wie mag eerst?

1. GA
2. NI

Wie mag eerst?

1. ET
2. AN