Respect - taalgebruik 1K

Zeggen wat je denkt?
Respect voor anderen en nog meer?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zeggen wat je denkt?
Respect voor anderen en nog meer?

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel respect heb je voor ouderen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 2 - Quizvraag

Hoeveel respect heb je voor kinderen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel respect heb je voor de natuur?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel respect heb je voor gebouwen?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel respect heb je voor dieren?
A
veel respect
B
gemiddeld respect
C
weinig respect

Slide 6 - Quizvraag

Wat houdt respect volgens jou in?

Slide 7 - Open vraag

Neem iemand in gedachten uit je omgeving voor wie jij veel respect hebt!

Slide 8 - Tekstslide

Geef een argument waarom je respect hebt voor die persoon.

Slide 9 - Open vraag

Situatie
Je bent in de supermarkt. Je hebt de boodschappen verzameld voor je moeder. Als je bijna bij de kassa bent,  krijg je een appje van je moeder. Ze heeft nog tomatensaus gevonden, die hoef je dus geen nieuwe te kopen! Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Slide 10 - Tekstslide

Wat doe je met de tomatensaus in je mandje?

Slide 11 - Open vraag

Situatie 2
Je loopt op school naar de kapstokken en komt bij de klapdeuren. Die vallen vanzelf dicht als je ze loslaat. Een paar meter achter je komt een andere leerling aanlopen, die ook door de klapdeuren wil. Wat doe je?

Slide 12 - Tekstslide

Wat doe je?

Slide 13 - Open vraag

Bellen terwijl je aan de kassa staat.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 14 - Quizvraag

De buschauffeur begroeten als je de bus in stapt.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 15 - Quizvraag

Je/Jij zeggen tegen een docent.
A
respectvol
B
respectloos

Slide 16 - Quizvraag

Kanker als bijvoeglijke naamwoord gebruik (het is kanker slecht weer buiten).
A
respectvol
B
respectloos

Slide 17 - Quizvraag

Ik ga respectvol met al mijn klasgenoten om.
A
Ja!
B
Het lukt me vaak niet
C
Het lukt me soms niet
D
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Hoe ga je respectvol met je klasgenoten om? Wat doe je juist wel? en wat doe je juist niet?

Slide 19 - Open vraag

Ik wil respectvol met mijn klasgenoten omgaan.
A
Ja
B
Nee
C
Niet bij allemaal

Slide 20 - Quizvraag