Erfelijkheid

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Erfelijkheid

Vandaag

Herhaling

10.4 Erfelijkheid van de mens

Herhaling

Een bruine cavia wordt gekruist met een witte cavia.

De bruine kleur is dominant

Ze zijn beide homozygoot

Geef de F1 en F2 

Hoeveel % van de nakomelingen zullen een bruine kleur krijgen?

Wat weten jullie (nog) van erfelijkheid?

Erfelijke eigenschappen

Elk levend wezen

Uiterlijk (fenotype)

Innerlijk (genotype)

Ook eigenschappen die bepaald worden door jezelf & je omgeving

DNA of RNA

Noem iets wat jij hebt geërfd.

Onderzoek naar genen; wat kan de mens daar eigenlijk mee?

Autosomen

Geslacht

Mitose = Diploïd

Meiose = Haploïd

Desoxyribonucleïnezuur  =  DNA

Deoxyribonucleic acid

Een gen

Bestaat uit honderden nucleotiden

4 stikstofbasen (in DNA)

Adenine (A)

Thymine (T)

Cytosine (C)

Guanine (G)

Rood = R

Blauw = B

Geel = G

Groen = GR

A T G   C C G   T T A   G A C   C G T   T A G   C G G   A C C   T G A  → 3'

Vul in 

3'                                                                                                                           5'

5' --- A T G C C G T T A G A C C G T T A G C G G A C C T G A C → 3'

3' ← T A C G G C A A T C T G G C A A T C G C C T G G A C T G --- 5'

Van gen naar uiterlijk

genotype - fenotype

In je DNA vind je, in het genotype, een gen

Roze vederdek

In cellen wordt vanuit het DNA een recept geschreven

Recept wordt afgelezen

Ribosoom 

Maakt eiwit voor vederdek

Flamingo kán roze worden

Genen en Allelen

Chromosomen = DNA & eiwit

DNA = alle informatie om lichaam te laten werken

Informatie die eigenschap bevat = gen

Alle genen samen = genoom

2 genen die samen horen = genenpaar

Elk gen heeft 2 of meer varianten = allel

Dominant of Recessief 

Omschrijf in eigen woorden de bouw & werking van DNA

Gregor Mendel

Deed eerste kruisingsonderzoek

Erwten

Ouder = P

Eerste generatie = F1

Tweede generatie = F2

Stamboom

Huiswerk 

Opdracht 10 t/m 13