H4C Nederlands Communicatie les 13

Programma
1. Leerstof proefwerk
2. Terugblik
3. Leerdoel
4. Theorie les 13
5. Opdrachten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
1. Leerstof proefwerk
2. Terugblik
3. Leerdoel
4. Theorie les 13
5. Opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Leerstof
Module Communicatie les 10 t/m 13 (formuleren)
- Handboek blz. 72 t/m 79
- Oefenboek blz. 66 t/m 81 (antwoorden zet ik in Teams)

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Les 10: Stijl
Les 11: Begrijpelijk formuleren
Les 12: Nauwkeurig formuleren

Slide 3 - Tekstslide

Op welke drie niveaus kun je je eigen stijl creëren?

Slide 4 - Open vraag

Waar let je op bij begrijpelijk formuleren?

Slide 5 - Open vraag

En waar let je op bij nauwkeurig formuleren?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoel les 13 - Bondig formuleren
Je weet hoe je bondig formuleert door woorden te schrappen.

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
1. Hulpwerkwoorden
2. Bijvoeglijke naamwoorden
3. Pleonasme
4. Tautologie
5. Bijwoorden
7. Uitdrukkingen

Slide 8 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
Wees zuinig met woorden als zullen, kunnen, mogen, willen, gaan.

Als je een treinabonnement zou nemen, zou je veel geld besparen.
Als je een treinabonnement neemt, bespaar je veel geld.

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
Zeggen iets over een zelfstandig naamwoord. Ze zijn soms overbodig.

Het opvallende, mooie, vreemde huis stond op instorten.

Slide 10 - Tekstslide

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis  van een woord herhaald.

Voorbeelden: groen gras, witte sneeuw

Verzin zelf voorbeelden.

Slide 11 - Tekstslide

Tautologie
Bij een tautologie wordt de hele betekenis van een woord herhaald.

Je krijgt dit gratis en voor niets.

Bedenk zelf voorbeelden.

Slide 12 - Tekstslide

Bijwoorden
Bijwoorden als heel, erg, zeer, bijzonder  fungeren als versterking van een bijvoeglijk naamwoord. 
Zo'n versterking heeft alleen zin als je een vergelijking maakt. Verder kun je zo'n bijwoord weglaten.
Wees ook spaarzaam met woorden als vaak, soms, doorgaans en meestal.

Slide 13 - Tekstslide

Uitdrukkingen
Een voorzetseluitdrukking is een groep van meerdere woorden die samen de functie van een voorzetsel hebben.
Vaak zijn ze te vervangen door één woord (een voorzetsel).

Bijv.
ten behoeve van - voor
met behulp van - met

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Kern oefenboek
Verkennen:
- opdracht 2 t/m 4, blz. 78
Schrijfvaardigheid:
- opdracht 6, blz. 79
Leesvaardigheid:
- opdracht 9, blz. 80/81

Slide 15 - Tekstslide