communicatie thema 1 en thema 2

Doel van Communicatie
- overtuigen
- informeren
-activeren/ motiveren
-intrueren


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Doel van Communicatie
- overtuigen
- informeren
-activeren/ motiveren
-intrueren


Slide 1 - Tekstslide

communicatie en interactie
  • het overbrengen van informatie naar de ander
  • informatie overdracht
  • indirecte communicatie/ medium

Slide 2 - Tekstslide

communicatie
Communicatie is goed als:
  • De ander begrijpt wat jij bedoelt
  • jij begrijpt wat de ander bedoelt
 Dit bereik je door:
  • vragen te stellen
  • actief te luisteren
  • controleren

Slide 3 - Tekstslide

soorten communicatie
  • eenzijdige communicatie
  • tweezijdige communicatie
  • meerzijdige communicatie

Slide 4 - Tekstslide

geef een voorbeeld van eenzijdige communicatie

Slide 5 - Open vraag

geef een voorbeeld van tweezijdige communicatie

Slide 6 - Open vraag

communicatie circel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

mis communicatie

Slide 9 - Tekstslide

noem verschillende vormen van non-verbale communicatie

Slide 10 - Open vraag

lichaamstaal is er altijd
Je hoeft dus niet helderziende te zijn om iemands gedachten gevoelens etc te kunnen lezen


Is dit zo? 

Slide 11 - Tekstslide

Spiegelen van lichaamstaal


Herken je dit?

Slide 12 - Tekstslide

Lichaamstaal
Welke invloed heeft lichaamstaal op jezelf
Geeft voorbeelden uit de praktijk, hoe je dit hebt ingezet (bewust/ onbewust)

Slide 13 - Tekstslide

actief luisteren


Je maakt oogcontact
Je zit rustig en ontspannen
Je knikt af en toe en maakt instemmende geluiden
Je lichaamstaal en gezichtsuitdrukking laat zien dat je geïnteresseerd bent
Je stelt doelgerichte vragen, durft ook stiltes te laten vallen
Je herhaalt regelmatig (parafraseren) en vat samen



Slide 14 - Tekstslide

luisterstijlen
  • Mensgerichte luisteraars
  • Handelsgerichte luisteraars
  • Inhoudsgerichte luisteraars
  • Tijdgerichte luisteraars



Slide 15 - Tekstslide

Doe de test
Wat voor luisteraar ben jij? 
Doe de test op de volgende site. Ga na of je je kan vinden in de uitslag, kloppen de sterke en zwakke punten zoals ze worden aangegeven? Bespreek dit in julie groepje  je hebt hier een half uur de tijd voor
https://www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/luisteren/luistertype.html

Slide 16 - Tekstslide

Het Wier luistermodel
  • Waarnemen
->Gebruik al je zintuigen
  • Interpreteren
->Als je interpreteert, maak je vaak luisterfouten
  • Evalueren
->Trek pas je conclusie als je het hele verhaal gehoord hebt
  • Reageren
->Geslaagde reactie valt of staat met passende reacties

Slide 17 - Tekstslide

Gespreksdoel
Gespreksdoel zegt iets over wat je wilt bereiken


Kennisdoel
-> Verzamelen en uitwisselen van kennis.
-->Welke informatie wil ik de ander geven?
-->Welke informatie wil ik van de ander ontvangen?

praktijkvoorbeelden

Slide 18 - Tekstslide

Gedragsdoel
->Het gedrag van de ander beïnvloeden.
--> Gedrag is het onderwerp van het gesprek


praktijkvoorbeelden

Slide 19 - Tekstslide

Houdingdoel
->De mening en gevoelens van de ander beïnvloeden.
-->Overtuigen.
-->Van mening laten veranderen.

praktijkvoorbeelden

Slide 20 - Tekstslide

Noem verschillende gespekken die je voert op je BPV

Slide 21 - Open vraag

Soorten vragen
Open vragen (meerdere antwoorden mogelijk)
Gesloten vragen (maar één antwoord mogelijk)
Keuzevragen (laat de ander uit twee of meer alternatieven kiezen)
Reflecterende vragen (laat de ander over zijn eigen situatie, rol nadenken)








Soorten vragen
Confronterende vragen (de verteller wordt attent gemaakt op de tegenstrijdigheid in zijn verhaal of houding)
Dubbele vragen (combinatie van twee of meer vragen)
Suggestieve vragen (‘daar heb je zeker wel spijt van?’)
De ‘waarom’-vraag

Slide 22 - Tekstslide

Samenhang
In een gesprek wissel je allerlei soorten informatie uit

Inhoudelijke feiten (verbaal: met woorden)
 inhoudsniveau

Hoe je het contact beleeft (vaak non-verbaal: in gedrag)
Betrekkingsniveau

Slide 23 - Tekstslide

Inhoudsniveau en betrekkingsniveau
Het inhoudsniveau van communicatie is de inhoudelijke informatie, de feiten. Het onderwerp van het gesprek.

    
Het betrekkingsniveau laat zien hoe de boodschap opgevat zou moeten worden.

Slide 24 - Tekstslide

Centrale vraag bij het filmpje: wie communiceert er op inhoudsniveau en wie op betrekkingsniveau

 



https://www.youtube.com/watch?v=JzCXszxzVak

Slide 25 - Tekstslide

(On)Gelijkwaardigheid
Gelijkwaardige relatie: je hebt beiden een even hoge status (bv vriendschap)

Ongelijkwaardige relatie: de een heeft een hogere status of positie dan de ander. In communicatie zijn de regels dan niet gelijk. (bv. werkgever – werknemer)

Gelijkwaardige communicatie als de relatie gelijkwaardig is

Ongellijkwaardige communicatie als de relatie ongelijkwaardig is


Slide 26 - Tekstslide

ruis
  • Externe ruis is een verstoring van de communicatie van buitenaf
  • Interne ruis is een verstoring van de communicatie door processen in of tussen de sprekers.

-->Semantische ruis: een verstoring doordat je de taal van de ander niet begrijpt
-->Psychologische ruis: een verstoring door verwachtingen en ideeën van de ander

Slide 27 - Tekstslide

psychologische ruis

Slide 28 - Tekstslide

feedback
Boodschap over het handelen of gedrag van een ander
 


Positieve feedback
Negatieve feedback


Slide 29 - Tekstslide

Regels feedback geven

  1. Gebruik de ik-vorm
  2. Benoem het gevoel dat het bij je oproept
  3. Benoem feiten
  4. Geef geen waardeoordeel
  5. Geef feedback op gedrag, niet op de persoon

6. Benoem gedrag
7. Doseer feedback
8. Wees correct
9. Kies het juiste moment
10. Vraag of de ander het       gedrag herkent

Slide 30 - Tekstslide

Feedback ontvangen
Beschouw feedback als iets positiefs
Denk na over de feedback
Vraag verduidelijking
Ga niet verdedigen
Neem de ander serieus
Maak afspraken
https://www.youtube.com/watch?v=qH-zOrieqfY&t=3s

Slide 31 - Tekstslide

Johari Matrix

Slide 32 - Tekstslide

Totale communicatie
Totale Communicatie is een methodiek die de communicatie met - en vooral het begrijpen van - de cliënt ondersteunt en versterkt. 
Bij Totale Communicatie gaat om het bewust inzetten van diverse communicatiemiddelen, zoals picto's, gebaren, tekeningen, kleuren, een weekplanner, een stappen- en/of signaleringsplan.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Binnen de instellingen
Opdracht: in hoeverre zet je verschillende vormen van communicatie in? Bespreek met elkaar hoe er binnen jouw werk sprake is van totale communicatie, waar zitten overeenkomsten, waar zitten verschillen?

https://slzorg.nl/totaal-communicatie-voor-verstandelijke-beperking/

Slide 37 - Tekstslide

COCP
Bezoek de site en lees wat Methode COCP inhoudt.
Lees de casus en geef antwoord op de vraag die voor Finn gesteld wordt

https://www.kennispleingehandicaptensector.nl/ernstige-meervoudige-beperking/emb-methode-cocpvg-programma-eiv


Slide 38 - Tekstslide