FRT Les 7 (aangepast)


Faalangst Reductie Training

Les 7 (19-9-2019)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Faalangst Reductie TrainingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Faalangst Reductie Training

Les 7 (19-9-2019)

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan 4-G Methode
Stappenplan:  
  
  1. Schrijf eerst onder A de gebeurtenis op.  
  2. Schrijf dan bij C op wat je voelde en wat je deed.  
  3. Bij B schrijf je precies op wat je denkt of dacht in situatie A.  
  4. Dan ga je naar E, waar je opschrijft hoe je je zou willen voelen in situatie A en hoe je zou willen doen.  
  5. Daarna ga je naar D. Je gaat daar voor elke gedachte na, aan de hand van de 2 vragen, of het een rationele gedachte was die je bij B had.  
  6. Bij F schrijf je op wat je in zo'n situatie beter kunt denken (rationele gedachte) en wat je in het vervolg dus in situatie A probeert te denken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide




Leuk aan school vind ik?

Slide 4 - Open vraag

Opdracht 'Studiegewoonten'
Waar is je studieplek?  
  • Vast/wisselend?  
  • Hoe ziet de kamer eruit?  
  • Afleidbare spullen (visueel, auditief, hobby)  
Wanneer studeer je?  
  • Begin je meteen, na korte pauze of later?  
  • Vaste werktijden? Wanneer studeer je het beste?  
  • Hoelang?  
  • Pauzes?  
  • Houd je rekening met je eigen dagritme (ochtend, middag, avondmens)?  
  • Veel/weinig slaap nodig?

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 'Studiegewoonten'
Hoe leer je?  
  • Eerst maken dan leren?  
  • Eerst makkelijk dan moeilijk?  
  • Stel je jezelf erg hoge eisen of te lage eisen?  
  • Wanneer begin je aan een proefwerk? Hoe pak je dat aan?  
Verbeteringen?  
  • Op welke punten zou je verbetering kunnen aanbrengen?  
  • Waarmee wil je beginnen komende week? 

Slide 6 - Tekstslide

Studietips
  • Bepaal eerst hoeveel tijd je per dag aan je huiswerk wilt besteden. Vraag  aan je mentor hoe lang gebruikelijk is. 
  • Liever vaker kort dan één keer lang studeren. Woordjes kun je het best  onthouden door vaker een korte periode te leren. Uit onderzoek blijkt dat woordjes die je de avond van tevoren allemaal leert, de volgende dag voor  de helft zijn vergeten! Begin dus op tijd en leer ze meerdere keren. Er zijn vaak drie woorden die je maar niet kunt onthouden. Schrijf die op een brief je en lees die vijf minuten voor de repetitie nog door. 
  • Wissel leer ­ en maakwerk af.
  • Maak gebruik van een eierwekker. Zet hem op maximaal 45 minuten en studeer tot de wekker afgaat. 


Slide 7 - Tekstslide

Studietips
  • Beloon jezelf met iets leuks tijdens je pauze. 
  • Internet heeft een hoop sites die je kunnen helpen met overhoren, uittreksels, enzovoort. 
  • Zonder agenda kun je geen planning maken. Zorg dat je er één hebt en houd hem goed bij. Je kunt eventueel ook een plaaning maken in de agenda van je IPad of mobiel.
  • Houd jezelf actief. Als je alleen leest, zwakt je concentratie af. Schrijf een uittreksel, onderstreep, maak schema’s of loop door de kamer als je iets probeert te onthouden. 


Slide 8 - Tekstslide

Studietips
  • Maak een samenvatting. Het maken van een samenvatting lijkt veel tijd te kosten, maar uiteindelijk begrijp je de stof beter en bij latere overhoringen kun je alleen het uittreksel leren.
  • Probeer de stof echt te begrijpen. Als je bepaalde onderwerpen niet snapt, lees ze dan nog een keer en pak je aantekeningen erbij. Indien je het dan nog niet begrijpt, vraag dan om hulp. Dit gaat natuurlijk beter als je er niet de avond van tevoren aan begint! 
  • Probeer de stof te begrijpen en stamp alleen de rijtjes die gevraagd zullen worden.
  • Zorg dat je je goed kunt concentreren. Voor iedereen is dit anders. Zoek naar jouw beste omgeving. Soms helpt een muziekje op de achtergrond, maar voor sommigen is een rustige omgeving het beste. 


Slide 9 - Tekstslide

Studietips
  • Overhoor jezelf. Zodra je het gevoel hebt dat je de stof kent, ga je kijken of dat ook echt zo is. Je kunt jezelf bijvoorbeeld vragen stellen en hardop antwoorden. Ook kun je opdrachten uit het boek nogmaals maken. Dit werkt zeker goed bij wiskunde, maar bij andere vakken is het eveneens een goed hulpmiddel. In sommige boeken staat aan het begin van het hoofdstuk wat je uiteindelijk allemaal moet weten. Deze punten zullen zeker terug komen in een repetitie. 
  • De meeste smartphones bieden goede tools die helpen bij het plannen en organiseren. Welke applicaties heb jij en welke gebruiken mensen in je omgeving? Kies er twee en oefen er eens mee.
  • Als je van jezelf weet, dat je snel afgeleid raakt van je mobiel, zet deze dan uit of geef je mobiel aan je ouder(s).  


Slide 10 - Tekstslide

Tot Slot

Slide 11 - Tekstslide