1.2 Scheidingsmethoden


1.2 Scheidingsmethoden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


1.2 Scheidingsmethoden

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhalen vorige les
  • Uitleg H1.2
  • Maken opgaven uit boek
  • Controleren huiswerk
  • Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Werkblad practicummaterialen

Slide 3 - Tekstslide

Soorten mengsels

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Doelen
Na deze les:
  • ken je 6 scheidingsmethoden:





  • Bezinken en afschenken
  • Filtreren/zeven
  • Centrifugeren
  • Extraheren
  • Indampen
  • Vriesdrogen

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid
  • Dichtheid is een stofeigenschap.
  • Geeft aan wat de massa is van een bepaald volume.
  • Je kan dus niet zeggen: 1 kg = 1 L ! Dat geldt alleen (ongeveer) voor water.
  • Dichtheid is meestal gegeven in kg/m3 of g/L.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Een blokje heeft een massa van 1,25 gram. Het volume van dit blokje is 2,5 mL. Bereken de dichtheid van dit blokje in g/L.

Antwoord
Dichtheid = massa / volume
Massa = 1,25 g
Volume = 2,5 mL = 0,0025 L
Dichtheid = 1,25 g / 0,0025 mL = 500 g/L

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Een voorwerp heeft een massa van 12 gram. De dichtheid van dit voorwerp is 133 g/L. Bereken het volume van het voorwerp in mL.

Antwoord
Dichtheid = massa / volume
Volume = massa / dichtheid = 12 g / 133 g/L = 0,090 L = 90 mL 

Slide 10 - Tekstslide

Scheidingsmethoden
  • De meeste stoffen die we kennen zijn mengsels.
  • Mengsels kun je scheiden, zodat je de zuivere stoffen apart krijgt.
  • Hiervoor zijn verschillende scheidingsmethoden.
  • Scheidingsmethoden maken gebruik van de verschillende stofeigenschappen van de zuivere stoffen in mengsels.

Slide 11 - Tekstslide

Bezinken en afschenken
  • Scheiden van vaste stof uit vloeistof (suspensie)
  • Scheiden op basis van dichtheid
  • Voorbeeld: theeblaadjes uit thee
  • Nadeel: het duurt vrij lang. Soms is 
filtreren of centrifugeren sneller. 

Slide 12 - Tekstslide

Filtreren 
  • Scheiden van suspensies
  • Scheiden op basis van deeltjesgrootte
  • Voorbeeld: zand uit slootwater 

Slide 13 - Tekstslide

Centrifugeren
  • Scheiden van suspensies of emulsies
  • Scheiden op basis van dichtheid
  • Voorbeeld: bloedmonsters 

Slide 14 - Tekstslide

Extraheren
  • Scheiden van mengsels van vaste stoffen
  • Scheiden op basis van oplosbaarheid: sommige stoffen lossen op, andere stoffen niet
  • Voorbeeld: koffie/thee zetten (kleur-, 
smaak-, geurstoffen lossen op, drap niet)
  • Het oplosmiddel noem je het extractiemiddel.
  • De stof die oplost noem je het extract.
  • Stoffen die achterblijven noem je het residu.

Slide 15 - Tekstslide

Indampen
  • Scheiden van opgeloste stof uit oplosmiddel
  • Scheiden op basis van kookpunt: 1 stof verdampt veel eerder.
  • Voorbeeld: zout uit zeewater

Slide 16 - Tekstslide

Vriesdrogen
  • Scheiden van opgeloste stof uit water
  • Scheiden op basis van kristallisatieproces: water kristalliseert veel sneller bij het vriesproces dan de opgeloste stof(fen).
  • Voorbeeld: fruit vriesdrogen

Slide 17 - Tekstslide

Suiker uit de suikerbiet
  1. Stukjes suikerbiet extraheren met heet water: suiker lost op.
  2. Met filtreren wordt de suikeroplossing gescheiden van de rest van de suikerbiet.
  3. De suikeroplossing wordt ingedampt: het water verdampt en de suiker blijft achter.






Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen 1.2
  • Maken vragen 12 t/m 15 en 17.

Slide 19 - Tekstslide

Volgende les
  • Branderpracticum
    LEZEN Vaardigheid 3 (blz 220)
    MEENEMEN: haarelastiekje

  • HW voor donderdag 8 sept: maken 12 t/m 15 en 17

Slide 20 - Tekstslide