Paragraaf 10.2

Analyse: Sociale ongelijkheid
Paragraaf 10.2
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Analyse: Sociale ongelijkheid
Paragraaf 10.2

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les weet je ...
  • ... wat het kernconcept sociale ongelijkheid inhoudt.
  • ... uit welke onderdelen het kernconcept sociale ongelijkheid bestaat.
  • ... welke drie vormen van sociale ongelijkheid er zijn.
  • ... wat sociale stratificatie inhoudt.
  • ... wat het verschil is tussen open en gesloten samenlevingen.

Slide 2 - Tekstslide

In Nederland is er ...
A
Veel sociale ongelijkheid
B
Weinig sociale ongelijkheid
C
Dat hangt er vanaf met wie je het vergelijkt en waarop je het vergelijkt

Slide 3 - Quizvraag

Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen
A
Veel sociale ongelijkheid
B
Weinig sociale ongelijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Het is niet verkeerd dat er ongelijkheid is in de samenleving
Eens
Oneens

Slide 6 - Poll

Gelijk
Ongelijk

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Stap 1 - Maak deze opdracht in tweetallen

Stap 2 - Observeer je buurman/buurvrouw

Stap 3 - Schrijf alle verschillen op tussen jouwzelf en je buurman/buurvrouw die je kan waarnemen (objectief).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Sociale ongelijkheid
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, waardering en behandeling.

Slide 10 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid in delen (1)
De definitie van sociale ongelijkheid in kleinere deeldefinities

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie. 

Slide 11 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid in delen (2)
De definitie van sociale ongelijkheid in kleinere deeldefinities

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken.

Slide 12 - Tekstslide

Dilemma
Stel er zijn 5 mensen in een jouw vriendengroep en er is 1500 euro te verdelen. Hoe zou jij het dan verdelen?

Optie 1 - Jij krijgt 500 euro en de rest 250 euro per persoon.
Optie 2 - Iedereen krijgt 300 euro.
Optie 3 - Jij krijgt 100 euro en de rest 350 euro per persoon.

Slide 13 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid in delen (3)
De definitie van sociale ongelijkheid in kleinere deeldefinities

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken leiden tot een ongelijke waardering.

Slide 14 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid in delen (4)
De definitie van sociale ongelijkheid in kleinere deeldefinities

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken leiden tot een ongelijke behandeling.

Slide 15 - Tekstslide

Oefenvraag
Leg uit dat inkomensongelijkheid een vorm van sociale ongelijkheid is. Gebruik in je uitleg:
- kernconcept sociale ongelijkheid (1p)

Slide 16 - Tekstslide

Antwoord
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat ...

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord
Inkomensongelijkheid is een vorm van sociale ongelijkheid, omdat inkomen een schaarse en hooggewaardeerde zaak is. Het verschil in inkomen / De ongelijke verdeling van inkomen tussen groepen is dus een vorm van sociale ongelijkheid.

Slide 18 - Tekstslide

Drie vormen van sociale ongelijkheid
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht
  • Beschikken over fysieke dwangmiddelen

2. Ongelijke verdeling van bezit
  • Schaarse en hooggewaardeerde zaken, zoals kennis, inkomen, vermogen

3. Ongelijke verdeling van status
  • Waardering en behandeling van personen op grond van hun maatschappelijke positie en leefstijl

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Sociale stratificatie
Sociale stratificatie
  • Een verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat

Sociale lagen
  • De groepen waartussen onderscheid wordt gemaakt.

Slide 22 - Tekstslide

Samenleving
Gesloten samenleving
  • Een samenleving waarin mensen nauwelijks of geen kansen hebben om te stijgen op de maatschappelijke ladder.

Open samenleving
  • Een samenleving waarin mensen kansen hebben om te stijgen op de maatschappelijke ladder.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Maatschappelijke positie
De plaats die iemand inneemt ten opzichte van anderen in de samenleving.

Slide 25 - Tekstslide

Zet de volgende personen op volgorde van maatschappelijk positie.

Slide 26 - Tekstslide

Positietoewijzing
Maatschappelijke oorzaken die van buitenaf op een persoon of groep inwerken, waardoor een persoon of groep op een bepaalde maatschappelijke positie terechtkomt

Slide 27 - Tekstslide

Positieverwerving
Hier is sprake van het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon of groep waar iemand toe behoort. 

Slide 28 - Tekstslide

Oefenvraag
Er zijn verschillende factoren die de kans op schoolsucces beïnvloeden. Positietoewijzing en positieverwerving spelen hierbij een rol. Hieronder staan twee voorbeelden.

a. Voorschoolse opvang verplicht stellen voor kinderen met een taalachterstand
b. Kennis en vaardigheden van ouders om kinderen op een hoog niveau van onderwijs geplaatst te krijgen.

Leg voor ieder voorbeeld (a en b) uit of er sprake is van positietoewijzing en positieverwerving.

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord
Bij voorbeeld A is sprake van ... , omdat ...

Bij voorbeeld B is sprake van ... , omdat ...

Slide 30 - Tekstslide

Antwoord
Bij voorbeeld A is sprake van positietoewijzing, omdat het verplicht stellen van opvang verwijst naar een maatschappelijke oorzaak die van buitenaf de positie van kinderen bepaalt.

Bij voorbeeld B is sprake van positieverwerving, omdat kennis en vaardigheden verwijzen naar de eigen bijdrage van de groep die de positie van kinderen bepaalt. 

Slide 31 - Tekstslide