Virus en infecties

Infectie ziekten & Virussen 





Groep;  W1VZZ
Docent; Willy Gerrits 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Infectie ziekten & Virussen 





Groep;  W1VZZ
Docent; Willy Gerrits 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van infectie
ziekten?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft een virus nodig om te vermeerderen?
A
gastheercel zoals een mens of dier
B
voedsel
C
de lucht
D
voorwerpen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een virus 
Virussen zijn gedoemd om te leven als parasieten. De losse stukjes genetisch materiaal (DNA of RNA) zorgen erg effectief voor de vermeerdering in de gastheercel, en al die duizenden nieuwe virussen kunnen meteen weer andere cellen binnendringen en infecteren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo werkt een virus
Om te kunnen (blijven) bestaan, heeft een virus gastcellen van bijvoorbeeld een mens nodig. Het virus dringt dan door in de gezonde cellen en gaat zich daar vervolgens vermeerderen. Razendsnel maakt de cel een grote hoeveelheid virusdeeltjes. De nieuwe virusdeeltjes die vrijkomen besmetten op hun beurt weer nieuwe cellen. Zo word je als drager van het virus ziek.
Zodra je immuunsysteem deze viruscellen ontdekt, gaat het aan het werk om onder andere antistoffen aan te maken. Die proberen het virus kapot te maken. Die antistoffen blijven nog een tijd in het lichaam, ook als je inmiddels genezen bent. Aan de hand van die antistoffen kun je zien of je besmet bent geweest

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacterien
Schimmel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je mobiel bevat 25 000 bacteriën per vierkante centimenter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken bacteriën


bacterien delen zich in het lichaam van de gastheer

veroorzaakt ziekteverschijnselen

goede en slechte bacterien

Kenmerken schimmels


eencellig of meercellige

meercelligen zijn lange draden

paddestoelen

schimmelkazen


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

parasiet zoals een teek
virus

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken Parasieten

planten zich voort ten koste van gastheer
via voeding
op de huid en zuigt bloed
Kenmerken virus

gastheer via plant, dier en mens
vermeerderen zich in cellen van de mens
overleven buiten de gastheer niet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de symptomen van een infectie?
A
koorts
B
algehele malaise
C
vermoeidheid
D
roodheid

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom krijg je bij koorts kippenvel?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Besmetting en incubatietijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke behandeling ken je
voor een virus, bacterie en schimmel?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Incubatie tijd
Parasiet
Bacterie
Schimmel
Virus 

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?
A
natuurlijke immuniteit
B
kunstmatige immuniteit
C
immuniteit
D
vaccin

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende Virussen 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Virus- en/of infectiecalamiteit
Een virus-of infectie-uitbraak of een virus- of infectiecalamiteit is:
  • Wanneer er plotseling veel mensen ziek worden van een virus of infectie;
  • En waarbij het aantal zieken in een bepaalde periode hoger is dan normaal te verwachten.

Ontstaan door:
  • Besmet voedsel
  • Besmette lucht
  • Besmette personen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alleen kleine kinderen krijgen dit. Kind hoest heeft soms koorts. Meest voorkomende virus bij kinderen. Meestal binnen 3-7 dagen herstel. Soms pneumonie als gevolg. Kenmerkend is een snelle piepende ademhaling. Kind wil niet drinken, kan suf zijn
A
bronchitis
B
verkoudheid
C
rs-virus
D
kinkhoest

Slide 22 - Quizvraag

respiratoir syncitieel
RS-virus (Respiratoir Syncytieel Virus)
  • Luchtweginfectie 
  • Benauwdheid 
  • Verkoudheidsklachten 
  • Seizoensgebonden – herfst/winter 
  • Meestal onschuldig, maar kan gevaarlijk zijn voor baby’s 
  • Niet altijd herkend, omdat het lijkt op erge verkoudheid 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het RS virus
A
Benauwdheid virus
B
Keelontsteking
C
Longontsteking
D
Luchtweginfectie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norovirus
Het norovirus is een zeer besmettelijk virus dat 'buikgriep' veroorzaakt 

Het virus zit in ontlasting en braaksel van iemand die het virus bij zich heeft. De ontlasting kan wel 3 weken besmettelijk blijven.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het risico voor ouderen die het norovirus krijgen?
A
koorts
B
besmettingsgevaar
C
uitdrogen
D
braken en diaree

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat COVID-19
  • Luchtwegvirus
  • Druppelinfectie
  • Eiwit past precies op receptoren 
  • Virus zet zich vast en gaat vermenigvuldigen
  • Cel valt uiteen en virus kan zich verder verspreiden (daarom incubatietijd)
  • Eerst last van keel, later bronchiën, longen etc. 
  • Mutatie virus

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De richtlijnen COVID 19 zijn een voorbeeld van preventie op
A
microniveau
B
mesoniveau
C
macroniveau

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt een Covid patient op de IC op de buik verzorgd?
A
Op deze manier ligt de patiënt meer comfortabel
B
Dit is beter bij een onbewuste patient
C
Dit vergroot de ruimte voor ontplooiing van de longen
D
Dit is de keuze van de patient zelf

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ziekte COVID-19 wordt veroorzaakt door een bacterie
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hepatitis & HIV Virus 
Risico op overdracht van:
  • Hepatitis B-virus (HBV)
  • Hepatitis C-virus (HCV)
  • Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herpes simplex type 1 virus
Hoofdluis parasiet
Impetigo,
krentenbaard
Seborrorisch eczeem (berg)
Waterwratjes, virus
Wratjes. Veroorzaakt door humaan papillomavirus.
Ziekte van Lyme. Oorzaak bacterie Borreliose.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Virus
Bacterie
Griep
Voedselvergiftiging
Ziekte v Lyme
Mazelen
Tuberculose
Ziekte v Pfeiffer
Aids
Kinkhoest
Koortslip

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies