Herhaling H3+HOverheid

Hoofdstuk 3 + Overheid 
H3: Vraaglijn tekenen (3.1)
H3: Vraagfactoren (3.1)
H3: Aanbodlijn tekenen (3.2)
H3: Evenwichtsprijs berekenen (3.2)
H3: Vraag en aanbod naar Arbeid (3.4)





1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 + Overheid 
H3: Vraaglijn tekenen (3.1)
H3: Vraagfactoren (3.1)
H3: Aanbodlijn tekenen (3.2)
H3: Evenwichtsprijs berekenen (3.2)
H3: Vraag en aanbod naar Arbeid (3.4)





Slide 1 - Tekstslide

Tekenen vraaglijn
Je kunt de vraaglijn tekenen met de vraagfunctie.

Stappenplan (van bijvoorbeeld de vraaglijn qv = –0,2p + 75):
1. bereken de prijs als qv = 0
  • 0 = –0,2p + 75 ⇒ 0,2p = 75 ⇒ p = 75 ÷ 0,2 ⇒ p = 375 ⇒ punt op de y-as (0, 375)
2. bereken de gevraagde hoeveelheid als p = 0
  • qv = -0,2 x 0 + 75 ⇒ qv = 75 ⇒ punt op de x-as (75, 0)
3. teken de berekende punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn

Slide 2 - Tekstslide

Vraagfactoren
Verschuiving van de vraaglijn door:
   
  • de behoeften en voorkeuren van de vragers
  • de hoogte van het inkomen van de vragers
  • de prijs van andere producten

Slide 3 - Tekstslide

Tekenen aanbodlijn
Je kunt de aanbodlijn tekenen met de aanbodfunctie.

Stappenplan (van bijvoorbeeld de vraaglijn qa = 0,3p - 25):
1. bereken de prijs als qa = 0
  • 0 = 0,3p - 25 ⇒ -0,3p = -25 ⇒ p = -25 ÷ -0,3 ⇒ p = 83,33 ⇒ punt op de y-as (0; 83,33)
2. Bereken bij een hogere prijs dan stap 1 hoeveel er wordt aangeboden (bijv. p = 250)
  • qa = 0,3 x 250 - 25 ⇒ qa = 50                                                       ⇒  punt (50; 250)
3. teken de berekende punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn

Opdracht: teken de aanbodlijn van de aanbodfunctie qa = 5p - 100 

Slide 4 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar
en aanbod van arbeid.

De vraag = werkgelegenheid
Het aanbod = beroepsbevolking

Slide 5 - Tekstslide

Minimumloon
De overheid grijpt in op markten.
Voorbeeld is het: minimumloon.





Wat veroorzaakt het minimumloon?

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 + Overheid 
HO: Soorten goederen (6.2)
HO: Rijksbegroting en Staatschuld (7.4)
HO: Brutoloon (2.4)
HO: BTW (2.4)

Slide 7 - Tekstslide

Goederen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Staatschuld
Een begrotingstekort = toename staatsschuld

Een begrotingsoverschot = afname staatschuld

Slide 10 - Tekstslide

Brutoloon

Slide 11 - Tekstslide

Verkoopprijs   
exc. btw (100%)           
Verkoopprijs
inc. btw (109% of 121%)   
btw doet niets met de winst.
Ontvangen btw moet het bedrijf afdragen,
betaalde btw krijgt het bedrijf terug.

Slide 12 - Tekstslide

Toetsvoorbereiding
  • leer de formules van brutoloon en btw
  • leer de samenvatting van H3 + 6.2/6.3/2.4/7.4
  • leer de begrippen van H3 + 6.2/6.3/2.4/7.4
  • doorloop nogmaals de LessonUps die we in de lessen behandeld hebben (zie magister)
  • controleer tenslotte met de leerdoelen
  • Oefenen eventueel met herhalingsopdracht

Maar het allerbelangrijkste:
  • Ga oefenen met het tekenen van vraaglijn- en aanbodlijn en het berekenen van de evenwichtsprijs.

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen par 4.1

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen par 4.2

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen par 4.3

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen par 5.1

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen par 5.2

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen par 5.3

Slide 22 - Tekstslide

Begrippen par 5.4

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide