2e serie oefeningen

Spelling
Schrijf je het woord met aa of a?

Hoe schrijf je een lange en een kort klank?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling
Schrijf je het woord met aa of a?

Hoe schrijf je een lange en een kort klank?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Korte uitleg
Lange klank + gesloten lettergreep: RAAM
Lange klank + gesloten lettergreep: RA-MEN
Kort klank: RAMMEN

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

We gaan nu oefenen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?


A
betooverd
B
betoverd

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
minaar
B
minnaar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
ooverjas
B
overjas

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
pyroman
B
pyromaan

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
lettergrep
B
lettergreep

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?)
A
poppenhuisje
B
popenhuisje

Slide 11 - Quizvraag

Maak een verkleinwoord van
"auto"

Slide 12 - Open vraag

Maak meervoud van
"baas"

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
De ...... beker is erg mooi. (glas)

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
De .... jongen wordt helemaal rood. (boos)

Slide 15 - Open vraag