Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
English jaar 2 hoofdstuk 4
What does the word "aanvragen" mean?
A
obstructed
B
unfold
C
delayed
D
apply
1 / 20
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Engels
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
What does the word "aanvragen" mean?
A
obstructed
B
unfold
C
delayed
D
apply
Slide 1 - Quizvraag
Hoe zeg je "voorbeeldig" in het Engels?
A
arrange
B
community
C
exemplary
D
convenient
Slide 2 - Quizvraag
Hoe zeg je "layover" in het Nederlands?
A
ontwerpen
B
overstaptijd
C
reisschema
D
nabijheid
Slide 3 - Quizvraag
Hoe zeg je "gesture" in het Nederlands?
A
gebaar
B
openbaar
C
vestingmuur
D
bewoner
Slide 4 - Quizvraag
A good translation of "voldoende" is
A
sufficient
B
insufficient
C
failed
D
maintain
Slide 5 - Quizvraag
Hoe zeg je "explore" in het Engels?
A
algeheel
B
wijk
C
verkennen
D
betaalbaar
Slide 6 - Quizvraag
A general increase in the world temperature
A
cautiously
B
fragile
C
global warming
D
globalization
Slide 7 - Quizvraag
The area where the land meets the ocean
A
Sea side
B
Coastal
C
research
D
landscape
Slide 8 - Quizvraag
A good translation of "uitvoren" is
A
prepare
B
stock
C
undertake
D
stroll
Slide 9 - Quizvraag
A good synonym of "effect" is
A
affect
B
impact
C
assess
D
reason
Slide 10 - Quizvraag
To live in an area or a place
A
inhabit
B
remote
C
effect
D
affordable
Slide 11 - Quizvraag
Hoe zeg je "koopje" in het Engels?
A
bargain
B
regain
C
again
D
grain
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zeg je "hedendaags"
A
Contemporary
B
Eternal
C
Establishment
D
District
Slide 13 - Quizvraag
Hoe zeg je "furnishing" in het Nederlands?
A
ontwerpen
B
Meubilair
C
onderhouden
D
ventilator
Slide 14 - Quizvraag
Hoe zeg je "prestigious" in het Nederlands?
A
gezaghebbend
B
vestiging
C
vestingmuur
D
hedendaags
Slide 15 - Quizvraag
A good translation of "merchandise" is
A
handelswaar
B
verkennen
C
bruin zandsteen
D
toenemen
Slide 16 - Quizvraag
Hoe zeg je "inkomsten" in het Engels?
A
Founder
B
the latter
C
revenue
D
hassle
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent het woord "gedoe" ?
A
expire
B
exception
C
opt
D
hassle
Slide 18 - Quizvraag
Hoe zeg je "ruim" in het Engels?
A
species
B
spacious
C
special
D
specific
Slide 19 - Quizvraag
Hoe zeg je "(verkoop) automaat" in het Engels?
A
Ticket machine
B
vending machine
C
marina
D
public machine
Slide 20 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Expand your vocabulary part 2
Juni 2021
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
Jaar 1 hoofdstuk 5
Mei 2019
- Les met
15 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Expand your vocabulary Part 1
Februari 2021
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
English First Year
April 2019
- Les met
27 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
3.2 week 22
Mei 2020
- Les met
38 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Jaar 2 Hoofdstuk 5
Maart 2019
- Les met
28 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
12 Januari
Januari 2022
- Les met
34 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1,2
Hoofdstuk 3 jaar 1
November 2023
- Les met
27 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1