Hoofdstuk 3 jaar 1

Hoe zeg je "Luchtvaartmaatschappij" in het Engels?
A
Excess luggage
B
Baggage claim
C
Airline company
D
Cabin crew
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Hoe zeg je "Luchtvaartmaatschappij" in het Engels?
A
Excess luggage
B
Baggage claim
C
Airline company
D
Cabin crew

Slide 1 - Quizvraag

A good translation of "Doorstart" is
A
Go-around
B
Turn left
C
Trolley
D
Hold

Slide 2 - Quizvraag

Hoe zeg je "Beenruimte" in het Engels?
A
Airsickness
B
Touchdown
C
Pitch
D
Boarding

Slide 3 - Quizvraag

Hoe zeg je "maaltijdservice" in het Engels?
A
Onboard food service
B
Cabin crew
C
Altitude
D
Pitch

Slide 4 - Quizvraag

A good translation of "Boordkeuken" is
A
Seat number
B
Emergency landing
C
Galley
D
Go-around

Slide 5 - Quizvraag

Hoe zeg je "goedkoopste klasse" in het Engels?
A
VIP class
B
Economy class
C
High class
D
Business class

Slide 6 - Quizvraag

A good translation of "eindbestemming" is
A
final destination
B
residence
C
permitted
D
boarding pass

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je "bagagebak" in het Engels?
A
Overhead compartment
B
flight
C
Altitude
D
Runway

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zeg je "voorkeur" in het Engels?
A
Choice
B
preference
C
escalator
D
car rental

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zeg je "openingstijd" in het Engels?
A
boarding time
B
Departing time
C
Hazard
D
Admission time

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zeg je "announcement" in het Nederlands?
A
annuleren
B
bestemming
C
aankondiging
D
gewicht

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zeg je "tear off" in het Nederlands?
A
afscheuren
B
afmeting
C
bemanning
D
helaas

Slide 12 - Quizvraag

A good translation of "allowed" is
A
toevoer
B
streng
C
stevig vastmaken
D
toegestaan

Slide 13 - Quizvraag

Hoe zeg je "ongeveer" in het Engels?
A
upright
B
unattended
C
approximately
D
permitted

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je "douane" in het Engels?
A
check
B
customs
C
contents
D
rear

Slide 15 - Quizvraag

Hoe zeg je "boete" in het Engels?
A
alright
B
Okey
C
Punishment
D
fine

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het woord "inhoud" ?
A
contents
B
details
C
pull
D
tray table

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zeg je "ongemak" in het Engels?
A
tube
B
emergency exit
C
unruly
D
inconvenience

Slide 18 - Quizvraag

vertaal het woord "luik" naar Engels
A
board
B
hatch
C
measure
D
runway

Slide 19 - Quizvraag

A good translation of "vertraagd" is
A
cancelled
B
delayed
C
take off
D
departure

Slide 20 - Quizvraag

Hoe zeg je "uitrusting" in het Engels?
A
equipment
B
aircraft
C
adjust
D
object

Slide 21 - Quizvraag

Hoe zeg je "illuminated" in het Nederlands?
A
uitpakken
B
verlicht
C
vloeistof
D
voorwerp

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zeg je "badmeester" in het Engels?
A
tide
B
obey
C
life vest
D
lifeguard

Slide 23 - Quizvraag

Hoe zeg je "vlieghoogte" in het Engels?
A
Altitude
B
direct flight
C
Excess luggage
D
seat number

Slide 24 - Quizvraag

vlucht zonder tussenlanding
A
Outbound flight
B
direct flight
C
Extension belt
D
pitch

Slide 25 - Quizvraag

Hoe zeg je "noodlanding" in het Engels?
A
Emergency landing
B
safe landing
C
arrivals
D
departures

Slide 26 - Quizvraag

"moment van landing"
A
Count down
B
Touchdown
C
reduce
D
increase

Slide 27 - Quizvraag