V3 §8.4 Annuiteitenhypotheek

De vorige keer
Huiswerk:
Invullen tabel lineaire hypotheek
Opgave 8.5
Opgave 8.7

We beginnen met de tabel, iemand vragen over 8.5 en/of 8.7?
PS: de rente bij de tabel is 2%
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De vorige keer
Huiswerk:
Invullen tabel lineaire hypotheek
Opgave 8.5
Opgave 8.7

We beginnen met de tabel, iemand vragen over 8.5 en/of 8.7?
PS: de rente bij de tabel is 2%

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Kenmerken van een lineaire lening

- De lening neemt elk jaar met een gelijk bedrag af
- Vast bedrag aan aflossing
- Interest neemt ieder jaar af.

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken annuïteiten lening
  • Vast bedrag te betalen per maand, de annuiteit
  • Annuiteit = Aflossing + Interest
  • Eerst veel interest betalen, weinig aflossing
  • Later veel aflossing weinig interest


Slide 5 - Tekstslide

Aflossingsschema annuiteïtenlening

Slide 6 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

Slide 7 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €12.500

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
€250.000 x 0,03 = €7.500

Slide 8 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €15.000

B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
€12.500 - €7.500 = €5.000

Slide 9 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

  • Schuld na jaar 1: €250.000 - €5.000 = €245.000
  • Rente jaar 2: €245.000 x 0,03 = €7.350
  • Aflossing jaar 2: €12.500 - €7.350 = €5.150
  • Schuld na jaar 2: €245.000 - €5.150 = €239.850

Slide 10 - Tekstslide

En nu jullie!
Maken:

Tabel annuïteiten hypotheek (zie volgende slide)
Opgave 8.12 a, c, e

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke opmerking over een annuïteiten hypotheek is waar?
A
Je betaalt elke periode evenveel aflossing.
B
Je betaalt elke periode evenveel rente.
C
Je betaalt elke periode in totaal evenveel.
D
Je betaalt elke periode in totaal steeds minder.

Slide 13 - Quizvraag

Welke hypotheek is in het begin van de looptijd het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 14 - Quizvraag

Welke hypotheek is in totaal het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 15 - Quizvraag