2021_06_16 7.5 (3v)

Programma
Huiswerk opgave 1 t/m 8 vanaf pagina 202
Uitleg 7.5
Quiz
Zelfstandig werken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Huiswerk opgave 1 t/m 8 vanaf pagina 202
Uitleg 7.5
Quiz
Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken van een lineaire lening

- De lening neemt elk jaar met een gelijk bedrag af
- Vast bedrag aan aflossing
- Interest neemt ieder jaar af.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken annuïteiten lening
  • Vast bedrag te betalen per maand, de annuiteit
  • Annuiteit = Aflossing + Interest
  • Eerst veel interest betalen, weinig aflossing
  • Later veel aflossing weinig interest


Slide 3 - Tekstslide

Filmpje met opdracht
Wat zou je kiezen? Lineair of annuïteit? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Filmpje met opdracht
Wat zou je kiezen? Lineair of annuïteit? 

Slide 6 - Tekstslide

Aflossingsschema annuiteïtenlening

Slide 7 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €12.500

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

Slide 8 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €12.500

A: Hoeveel rente betaal je in het eerste jaar?
€250.000 x 0,03 = €7.500

Slide 9 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Hypotheek: €250.000
Rente percentage: 3%
Jaarlijkse annuïteit: €12.500

B: Hoeveel los je in het eerste jaar af?
€12.500 - €7.500 = €5.000

Slide 10 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
C: Hoeveel is de schuld na het tweede jaar?

  • Schuld na jaar 1: €250.000 - €5.000 = €245.000
  • Rente jaar 2: €245.000 x 0,03 = €7.350
  • Aflossing jaar 2: €12.500 - €7.350 = €5.150
  • Schuld na jaar 2: €245.000 - €5.150 = €239.850

Slide 11 - Tekstslide

Quiz
3 vragen

Slide 12 - Tekstslide

Welke hypotheek is in het begin van de looptijd het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 13 - Quizvraag

Welke opmerking over een annuïteiten hypotheek is waar?
A
Je betaalt elke periode evenveel aflossing.
B
Je betaalt elke periode evenveel rente.
C
Je betaalt elke periode in totaal evenveel.
D
Je betaalt elke periode in totaal steeds minder.

Slide 14 - Quizvraag

Welke hypotheek is in totaal het goedkoopst?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteiten hypotheek
C
Er zit geen verschil in.
D
Geen idee.

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak opgave 1 t/m 5 vanaf pagina 206
Eerder klaar? Maak opgave 6 t/m 10 vanaf pagina 206.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opgave 6 t/m 10 vanaf pagina 206.

Slide 17 - Tekstslide