Les 6: het verworven immuunsysteem

Les 6: het verworven immuunsysteem
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 6: het verworven immuunsysteem

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag

  • instructie: verworven immuunsysteem
  • opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de student:

  • Uitleggen wat de rol van T-lymfocyten en B-lymfocyten zijn in het verworven afweersysteem
  • Uitleggen wat de primaire en secundaire immuunreactie is

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de functies van de huid?

Slide 5 - Open vraag

Waaruit bestaat de hoornlaag?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van de kiemlaag?

Slide 7 - Open vraag

Wat zit er in het onderhuidsbindweefsel?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel 'afweerlinies' heeft het aangeboren immuunsysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Is het aangeboren afweersysteem een algemene verdediger of een specifieke verdediger?
A
Algemeen
B
Specifiek

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van de eerste afweerlinie?
A
Ziekte verwekkers uitschakelen
B
Maken van geheugencellen
C
Voorkomen dat ziekteverwekkers het lichaam binnen dringen

Slide 11 - Quizvraag

Fagocytose valt onder de eerste afweerlinie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

'Deze cel geeft porievormende blaasjes aan een geïnfecteerde lichaamscel, zodat deze poriën gaat vormen en dood gaat'. Om welke cel gaat het hier?
A
Macrofagen
B
Natural killer cellen

Slide 13 - Quizvraag

Het verworven afweersysteem
= het afweersysteem die gemaakt is voor specifieke ziekteverwekkers

De derde afweerlinie valt onder het verworven afweersysteem

Slide 14 - Tekstslide

De derde afweerlinie
Twee eigenschappen:

  1. Specifiek: voor iedere ziekteverwekker een cel aanwezig is in het lichaam die een receptor heeft die deze specifieke ziekteverwekker herkent. 
  2. Geheugen: Als je voor een tweede keer met dezelfde ziekteverwekker in aanraking komt, reageert het verworven afweersysteem veel sterker en veel sneller dan de eerste keer.

Slide 15 - Tekstslide

Derde afweerlinie
Twee soorten witte bloedcellen:

  1. B-lymfocyten
  2. T-lymfocyten

Zowel B-lymfocyten als T-lymfocyten herkennen ziekteverwekkers door eiwitten die cellen met zich mee dragen. Zulke eiwitten noemen we antigenen

Slide 16 - Tekstslide

Derde afweerlinie
Elke ziekteverwekkers heeft zijn eigen antigenen. B-lymfocyten en T-lymfocyten hebben herkenningseiwitten die we receptoren noemen. 

Wanneer de receptor van een B-lymfocyt 
of een T-lymfocyt zich bindt aan een antigeen, 
gaat de lymfocyt delen. Een ander deel van de
 lymfocyten dat ontstaat na deling wordt geheugencel

Slide 17 - Tekstslide

T-lymfocyten
Bepaalde T-lymfocyten kunnen net als natural-killer cellen zieke cellen doden --> cytotoxische T-lymfocyten 

Andere T-lymfocyten doden geen cellen, maar helpen of activeren andere cellen van het afweersysteem, zoals de B-lymfocyten. Deze T-lymfocyten worden T-helperlymfocyten (of T-helpercellen) genoemd. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

B-lymfocyten
Wanneer de receptor van een B-lymfocyt een bepaald deel van een antigeen herkent en wanneer de B-lymfocyt hulp krijgt van een T-helperlymfocyt, dan gaat de B-lymfocyt antistoffen produceren

Antistoffen zijn eiwitten die worden afgegeven aan het bloed en kunnen binden aan de ziekteverwekker. Een kleine ziekteverwekker, zoals een virus die omringd is door antistoffen wordt zo geneutraliseerd. 


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Primaire immuunreactie 
De eerste keer dat cytotoxische T-cellen of B-lymfocyten in contact komen met een ziekteverwekker.

Bij het bestrijden van deze ziekteverwekker worden de eerste geheugencellen aangemaakt. 

Slide 22 - Tekstslide

Secundaire immuunreactie
Bij een volgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker, dan komt de ziekteverwekker in contact met de geheugencellen. Deze zullen zich gaan delen waarna er veel sneller antistoffen aangemaakt worden. 

Dit is de secundaire immuunreactie. Dit betekent dat je niet ziek wordt of minder erg ziek wordt. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Verdiepingsvraag
Na het hebben van een verkoudheidsvirus, heeft jouw lichaam geheugencellen opgebouwd. Dus wanneer jij nog een keer in aanraking komt met dit virus, wordt je niet ziek of krijg je maar milde klachten. 

Hoe komt het dat wij dan toch een paar keer per jaar verkouden zijn?

Slide 25 - Tekstslide

Verdiepingsvraag
Waarom krijgen wij koorts? 

Slide 26 - Tekstslide