In deze les zit 28 slide, met interactieve quiz en tekstslide.
Ezelsbruggetje: ZWoBBeLS + HDV
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (+ heten, dunken en voorkomen)
De 'o' en 'e' worden toegevoegd om er een leesbaar woord van te maken, net zoals 'a', 'i', 'o' en 'i' in TaXiKoFSCHiP.
Mijn vader heeft het hek geschilderd.
Wat zijn de werkwoorden? En wat is het belangrijkste werkwoord (en kan je dus niet weglaten)?