par 5.1 Leenheren en Leenmannen 2021

H4: Monniken en Ridders
4.1: Leenheren en leenmannen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4: Monniken en Ridders
4.1: Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
... weet je hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde
... Kun je uitleggen hoe de manier van besturen door middel van het feodalisme = leenstelsel werkt.
... Kun je uitleggen wat de begrippen: leenman, leenheer, feodalisme en edelen betekenen.

Slide 2 - Tekstslide

5.1: Leenheren en leenmannen
In deze paragraaf leer je:
  • Hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk.
  • Hoe politieke verdeeldheid en onveiligheid ontstonden na Karels dood.

Slide 3 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Tekstslide

West-Romeinse Rijk
Oost-Romeinse Rijk

Slide 5 - Tekstslide

Waar of niet waar: Zuid-Nederland lag in het Oost-Romeinse Rijk?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 6 - Quizvraag

Volksverhuizingen
  • Germaanse stammen trekken het Romeinse Rijk binnen
  • Plunderen
  • Keizer wordt afgezet
  • Germaanse volken krijgen de macht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Maak de juiste combinaties
Rome werd in twee delen verdeeld
De periode na het Romeinse Rijk
Tegenstanders van de Romeinen
Het West- en Oost Romeinse Rijk
De Germanen
De Middeleeuwen

Slide 10 - Sleepvraag

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥

Slide 11 - Tekstslide

De Middeleeuwen
Wat weten we al?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Het Frankische rijk
  • Franken: Germaans volk dat na de ondergang van het West-Romeinse rijk een koninkrijk hadden gesticht in BelgiĂ« en Frankrijk.
  • Frankische koningen breiden het rijk steeds verder uit.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

     Probleem: rijk is te groot om alleen te besturen
oorzaken:
1.  na de Romeinen verdwijnen  steden, wegen en daarmee handel en geld
==> dus er is geen geld om  leger of ambtenaren te betalen
2.  het rijk wordt door allerlei vijanden bedreigd (Vikingen)

3.  slechte verbindingen: Karel de Grote reist veel door zijn rijk om te laten zien dat hij de macht heeft

Slide 19 - Tekstslide

         Oplossing: Het Feodalisme = politiek systeem
          = manier van besturen  
  • leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman (in leen geeft).
  • leenman: edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer in ruil voor trouw. Opbrengsten van het gebied zijn voor de leenman.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten (leger, veiligheid).

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

of vazallen
dit is het gebied van de vorst: te groot om alleen te besturen --> stukjes worden " uitgeleend aan leenmannen" om te besturen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Voordelen leenheer:
- Zijn rijk werd bestuurd.
- Hij kreeg soldaten voor zijn leger. 

Nadelen leenheer:
:-Hij kreeg geen inkomsten uit leengebieden.
- Hij moest vertrouwen op leenmannen. 


Slide 29 - Tekstslide

 Voordelen voor de leenman:
-Hij had macht over zijn gebied.
- Hij kreeg inkomsten uit zijn gebied.

Nadelen voor de leenman: 
- Hij moest soldaten leveren.
- Hij moest trouw zijn aan zijn leenheer.



Slide 30 - Tekstslide

Het feodalisme
Tekst

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide