M8 H3 Monetair beleid

H3 Monetair beleid
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H3 Monetair beleid

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken volgen online les
  • De Meet link staat in Classroom
  • Ik voeg de presentaties toe aan Classroom (lesmateriaal)
  • Je volgt de les aan een tafel of bureau, met je camera aan
  • Je hebt de microfoon uit (tot je gevraagd wordt te reageren)
  • Je stelt vragen via de chat

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen, je kunt:
  • uitleggen hoe de centrale bank de interne waarde van de euro bewaakt
  • de verkeersvergelijking van Fisher toepassen
  • de gevolgen van monetair beleid op KT en LT verklaren

Slide 3 - Tekstslide

Programma





LessonUp vragen en uitleg
Afsluiting: wat heb je geleerd?

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf eens op ...
Rol van / taken van centrale bank (DNB/ECB):
  • 1:
  • 2:
  • 3:
  • 4:
  • 5:





Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Rol van / taken van centrale bank (DNB/ECB):
  1. In omloop brengen chartale geld
  2. Beheerder reserve buitenlandse valuta
  3. Toezicht monetaire infrastructuur
  4. Toezicht aanbieders financiële producten
  5. Bewaken interne waarde van valuta (euro)





Slide 6 - Tekstslide

Uitleg
Verschijningsvormen van geld:
  • Chartaal geld: munten en bankbiljetten
  • Giraal geld: saldo op betaalrekeningen bij bank

  • Fiduciair geld?
  • Waarde van geld is gebaseerd op vertrouwen, iedereen accepteert de waarde die is afgesproken






Slide 7 - Tekstslide

Schrijf eens op ...
Waarden van geld:
  • Intrinsieke waarde = 
  • Nominale waarde = 
  • Interne waarde =
  • Externe waarde =





Slide 8 - Tekstslide

Uitleg
Waarden van geld:
  • Intrinsieke waarde (wat materiaal waard is)
  • Nominale waarde (waarde die erop staat)
  • Interne waarde (wat je ervan kunt kopen = koopkracht)
  • Externe waarde (hoeveel buitenlands geld je ervan kunt kopen)





Slide 9 - Tekstslide

Schrijf eens op ...
Wat is de maatschappelijke geldhoeveelheid en hoe ligt de relatie met de interne waarde van €?





Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
Maatschappelijke geldhoeveelheid (M):
  • Al het geld (chartaal en giraal) in handen van het publiek.
  • Centrale bank bepaalt hoe groot M is.
  • Meer geld in omloop (grotere M) => inflatie
  • Hogere prijzen => daling koopkracht => daling interne waarde.





Slide 11 - Tekstslide

Video
  • Maatschappelijke geldhoeveelheid: chartaal en giraal geld (in handen van publiek)
  • Bekijk het filmpje en beantwoord dan de volgende vraag: Hoe ontstaat het girale geld?

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Video
  • Girale deel van maatschappelijke geldhoeveelheid ontstaat door kredietverlening door banken.
  • Bekijk het filmpje en beantwoord dan de volgende vraag: Hoe kan DNB/ECB de girale geldhoeveelheid beïnvloeden?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Uitleg
Verkeersvergelijking van Fisher M x V = P x T
  • M: Maatschappelijke geldhoeveelheid
  • V: Omloopsnelheid van geld 
  • P: Prijsniveau
  • T: Aantal transacties (verkoop goederen/diensten)
  • Stel T = 100, P = € 2, M = € 40 (40 munten 1€), V= ?





V
Omloopsnelheid: aantal keren per jaar dat het geld gebruikt wordt om goederen of diensten te kopen.
Omloopsnelheid blijkt in praktijk vrij constant (verandert niet veel).

Slide 16 - Tekstslide

M x V = P x T
Monetaire expansie. Centrale bank verhoogt M. V is constant. Op korte termijn zijn prijzen star. Dus T stijgt of bij ieder prijsniveau gaat de gevraagde hoeveelheid omhoog.
1. Hoe verklaar je de verschuiving met de verkeersvergelijking van Fisher?
2. Is dit een verschuiving op korte of lange termijn?

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg
Maatschappelijke geldhoeveelheid stijgt
  • Korte termijn, prijzen star => T / vraag stijgt
  • Lange termijn, productieomvang maximaal => prijzen stijgen = inflatie
  • Lange termijn => geld is neutraal, reëel niet anders
  • Stel T = 100, P = € 2, M = € 40 (40 munten 1€), V= 5
  • M wordt € 50. Gevolg KT? Gevolg LT?





Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je onthouden?

Slide 19 - Tekstslide

De ECB bewaakt de interne waarde van de euro. Dat betekent?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de
verkeersvergelijking van Fisher?

Slide 21 - Open vraag

Wat zijn instrumenten van DNB/ECB in het monetair beleid?

Slide 22 - Open vraag

Wat zijn de gevolgen van monetair beleid op KT en op LT?

Slide 23 - Open vraag

Lesdoelen, je kunt:
  • uitleggen hoe de centrale bank de interne waarde van de euro bewaakt
  • de verkeersvergelijking van Fisher toepassen
  • de gevolgen van monetair beleid op KT en LT verklaren

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk



Bestuderen § 3.3 en maken opdracht 6 t/m 14


Slide 25 - Tekstslide