Woordenschat 14 oktober Miniles

Doelgroep
Deze les wordt gegeven aan een brugklas vwo.
De vorige les ging over bijvoeglijke naamwoorden. 
Ze kunnen goed zelfstandig werken of in groepsverband.

Ga lekker zitten en zorg dat je laptop op tafel ligt. Deze gaan we gebruiken in de les. 

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doelgroep
Deze les wordt gegeven aan een brugklas vwo.
De vorige les ging over bijvoeglijke naamwoorden. 
Ze kunnen goed zelfstandig werken of in groepsverband.

Ga lekker zitten en zorg dat je laptop op tafel ligt. Deze gaan we gebruiken in de les. 

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig naar je plek, op tafel ligt je laptop.

  • Lesdoelen
  • Instructie
  • Aan het werk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je zelfstandig de herkomst van woorden opzoeken en begrijp je het concept leenwoord en verbastering van woorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
                                                                         De e-mail pan .... of
                                                                   .... emaille pan?

Slide 4 - Tekstslide

Waar komt dat woord vandaan?
  • Niet alle woorden zoals we die nu gebruiken, komen van origine uit het Nederlands. 
  • Sommige woorden zijn in een andere taal ontstaan en gebruiken we nu in de Nederlandse vorm. 
  • Andere woorden 'lenen' we uit een vreemde taal, zoals het Engels of Frans. Wie kent er zo'n leenwoord? 





Slide 5 - Tekstslide

Waar komt dat woord vandaan?
  • Als je zo'n leenwoord vernederlandst ontstaat er een zogenaamd bastaardwoord
  • Voorbeelden: checken, uitloggen, timen, Googelen, chillen, gamen, highfiven, joggen, etc. 

Slide 6 - Tekstslide

Waar komt dat woord vandaan?
Veel woorden lijken zo lekker Nederlands, maar is dat wel zo?
Waar komt bijvoorbeeld pindakaas eigenlijk vandaan?

Slide 7 - Tekstslide

Podcast

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
Jullie gaan nu zelf op zoek naar de herkomst van een aantal woorden. Werk in groepjes. 
Jullie krijgen een woord en gaan op zoek;
  • waar komt het woord vandaan?
  • Is het een leenwoord?
  • hoe is het ontstaan?
  • wordt het in andere talen gebruikt?
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
Je hebt geleerd hoe je kunt onderzoeken waar een woord vandaan komt. En je hebt al een aantal betekenissen achterhaald.

Vergeet niet je boek te verlengen bij de mediatheek. 
Over twee weken moet je boekverslag af zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide