Hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we doen?

Hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden

Wat is een werkwoord?

Een werkwoord is:

Een werkwoord geeft aan wat er wordt gedaan of gebeurt. Werkwoorden zijn doe-woorden.

Bijvoorbeeld:

Gamen                     Worden

Lopen                        Proberen

Zullen                        Eten

Wat is bij de volgende zinnen het werkwoord?

Wil je Vanessa straks even bellen.

Wat zijn verwijswoorden?

Marijn heeft zich verslapen.

Maar is nog niet uitgeslapen.

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

Een werkwoordelijk gezegde is:

Alle werkwoorden in één zin noem je samen het werkwoordelijk gezegde .

Hoofdwerkwoord

Het hoofdwerkwoord geeft aan het werkwoordelijk gezegde zijn belangrijkste betekenis. De andere werkwoorden in de zin zijn hulpwerkwoorden.

Een hoofdwerkwoord kan een persoonsvorm zijn, een infinitief (heel werkwoord) of een voltooid deelwoord .

Wat is het hoofdwerkwoord in de volgende zinnen?

De jongens gaan morgen na school samen wat eten. (infinitief)

Hij heeft opgetreden in de Ziggo Dome.

Stef wil nog steeds loonwerker worden.

Hulpwerkwoord

Een hulpwerkwoord staat nooit alleen in een zin: het 'helpt' het hoofdwerkwoord. 

Een hulpwerkwoord geeft bijvoorbeeld aan dat iets in het verleden is gebeurd of dat iemand iets wil of kan doen.

Hulpwerkwoord

Een hulpwerkwoord staat nooit alleen in een zin: het 'helpt' het hoofdwerkwoord. 

Een hulpwerkwoord geeft bijvoorbeeld aan dat iets in het verleden is gebeurd of dat iemand iets wil of kan doen.

Wat is uit de volgende zinnen het hulp werkwoord?

Ik wil graag mijn verjaardag vieren.

Nora zou wel op mijn feest hebben willen komen.

De conciërges gaan meer toezicht houden in de kantine tijdens de pauze.