1. Pak je woordkaartjes erbij. Eerst alleen oefenen ( 5 minuten).Hoe?:
1. Leg steeds een kaartje op tafel. Weet jij welk woord bij de betekenis hoort of welke betekenis bij het woord?
2. De kaartjes met woorden die je goed had, leg je weg. Met de andere kaartjes oefen je verder.
2. In duo's oefenen met woordkaartjes (2x 5 minuten)
1. Overhoor elkaar. De een pakt een kaartje en vraagt naar de betekenis.
De ander geeft antwoord. Na 5 minuten draaien we de rollen om.