Week 4 - Levensmiddelenchemie

Levensmiddelenchemie - week 4
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChemieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Levensmiddelenchemie - week 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Hoe kan ik dit vak het beste volgen? (Herhaling)
  • Terugblik week 3
  • Bespreken opdracht 9 t/m 14 - eiwitten
  • Maken opdracht 15 + 16 - eiwitten
  • Bespreken opdracht 15 + 16 - eiwitten

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Wat heb je nodig?
  • Boekje levensmiddelenchemie
  • BINAS
  • Vragenlijsten vetten, koolhydraten en eiwitten
  • Schrift
  • Pen, potlood, gum
  • Laptop (om op onderzoek uit te gaan)
  • Weekplanning (hierin staan de onderwerpen en opdrachten per les!)

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan ik dit vak het beste volgen?
Tijdens deze lessen:
  • Eerst zelf onderzoeken! Het heeft geen zin om enkel de antwoorden te bekijken
  • Maak je opdrachten en zorg dat je op schema loopt
  • Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden op de vragen verzameld
  • Maken eventueel een begrippenlijst (veel moeilijke woorden!)
  • Begin op tijd met het leren voor de toets
  • Houd overzicht (Print het materiaal en gebruik een snelhechter op je materiaal te verzamelen)


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik week 3
Waar zijn we vorige week geëindigd?
Maak opdracht 9 t/m 14 uit de vragenlijst eiwitten
Let op: Niveau 3 studenten hoeven vraag 13 niet te maken

Tip:
Gebruik het theorieboek (ELO) H3 bij het maken van de opdrachten of ga op zoek op het internet!

Klaar? Bekijk de volgende slides, voor uitleg over de opdrachten

Slide 6 - Tekstslide

9. Er zijn verschillende aminozuren. Op welke manieren kun je deze indelen?

Tip: Er zijn drie mogelijke indelingen

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg over soorten aminozuren

Slide 8 - Tekstslide

9. Indeling van aminozuren

Indeling 1:
Op basis van essentiëliteit

We kennen essentiële aminozuren en niet-essentiële aminzouren

Slide 9 - Tekstslide

Essentiële aminozuren heeft je lichaam niet nodig. Je lichaam kan deze zelf aanmaken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Essentiële aminozuren heeft je lichaam nodig. Je lichaam kan deze niet zelf aanmaken en moet deze binnenkrijgen via voeding
A
Juist
B
Niet juist

Slide 11 - Quizvraag

Essentiële aminozuren - extra uitleg

Slide 12 - Tekstslide

9. Indeling van aminozuren

Indeling 2:
Op basis van zijgroepen

  • We kennen 20 aminozuren die voorkomen in menselijke eiwitten. 
  • Deze eiwitten hebben allemaal een andere "rest" groep
  • De restgroep kan zuur, basisch of neutraal zijn

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg over zijgroepen van aminozuren

Slide 14 - Tekstslide

9. Indeling van aminozuren

Indeling 3:
Op basis van biologische functie

  • Met biologische functie bedoelen we de functie van eiwitten in het lichaam
  • We kennen 6 verschillende soorten biologische functies (zie volgende slide)

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende biologische functies van eiwitten

  1. Enzymfunctie
  2. Structuurfunctie (bv. vlees, haar etc.)
  3. Stop/start functie (bv. het stollen van bloed)
  4. Herkenningsfunctie (bv. eiwitten bepalen welke stof de cellen inmogen of juist niet)
  5. Transportfunctie (bv. het vervoeren van zuurstof in het bloed)
  6. Voedingsfunctie (bv. eiwitten dienen als brandstof voor het lichaam, je krijgt er energie van)

Slide 16 - Tekstslide

10. Wat is een dipeptide? En een polypeptide?

Slide 17 - Tekstslide

10. Wat is een dipeptide? 
En een polypeptide?
Telwoorden:
Mono = 1 stuk/deel
Di = 2 stukken/delen
Tri = 3 stukken/delen
Oligo = 4 t/m 9 stukken/delen
Poly = 10 of meer stukken/delen
Extra uitleg

Slide 18 - Tekstslide

11. Hoe noem je het type reactie waarmee je aminozuren aan elkaar koppelt?
A
Hydrolysatie reactie
B
Condensatie reactie

Slide 19 - Quizvraag

En hoe noem je het type reactie waarmee je aminozuren uit elkaar haalt?
A
Hydrolysatie reactie
B
Condensatie reactie

Slide 20 - Quizvraag

Hier hebben we het ook over gehad bij vetten.

Het aan elkaar koppelen van een glycerol en vetzuren verloopt ook via een condensatie reactie!

Het uit elkaar halen van triglyceriden verloopt ook via een hydrolysatie reactie!

Slide 21 - Tekstslide

12. Teken de algemene structuurformule van een aminozuur

Slide 22 - Tekstslide

12. Teken de algemene structuurformule van een aminozuur
Aminogroep
Zuurgroep
Uitleg bij vraag 12

Slide 23 - Tekstslide

13. Geef de reactie van de vorming van een dipeptide weer in structuurformules.




Let op: Niveau 3 studenten mogen deze vraag overslaan, als je het leuk vindt, mag je de vraag natuurlijk maken!

Slide 24 - Tekstslide

13. Geef de reactie van de vorming van een dipeptide weer in structuurformules.
Extra toelichting bij vraag 13

Slide 25 - Tekstslide

14. Geef het karakteristieke deel van een dipeptide een kleur in de zojuist gemaakte tekening

Slide 26 - Tekstslide

14. Geef het karakteristieke deel van een dipeptide een kleur in de zojuist gemaakte tekening
Het karakteristieke deel van een dipeptide is aangegeven in de rode rechthoek

Slide 27 - Tekstslide

Toe aan pauze?
Neem deze dan nu en ga een andere dag verder met de volgende slides!

Zin om door te gaan?

Klik snel verder, veel succes!

Slide 28 - Tekstslide

En door!

Maak opdracht 15 + 16 uit de vragenlijst eiwitten
Tip: Gebruik H3 uit het theorieboek + zoek het internet af voor antwoorden

Klaar? Ga naar de volgende slide voor uitleg!
Advies: Maak de opdrachten eerst zelf!

Slide 29 - Tekstslide


15. Wat verstaat men onder de denaturatie van eiwitten?

Op welke manieren kan dit plaatsvinden?

Slide 30 - Tekstslide

15. Wat verstaat men onder de denaturatie van eiwitten?
Op welke manieren kan dit plaatsvinden?

De denaturatie is de onherstelbare verandering van een eiwit. Hierbij verandert de structuur van een eiwit.
Bijvoorbeeld:
  • Chemische verandering: De hydolyse van eiwitten (reactie met water, waardoor eiwitten splitsen) of Maillard reactie
  • Fysische verandering:  Het verhitten of koelen van eiwitten
  • Mechanische verandering: Het opkloppen van eiwitten
Extra uitleg

Slide 31 - Tekstslide

16. Een eiwit wordt weergegeven in verschillende structuren. 

Geef aan wat wordt bedoeld met de volgende structuren:




  • Primaire structuur
  • Secondaire structuur
  • Tertiaire structuur

Slide 32 - Tekstslide

16. Een eiwit wordt weergegeven in verschillende structuren. 

Klik hier voor uitleg

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

De primaire structuur
De hoeveelheid en volgorde van aminozuren in een eiwit

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video

De secundaire structuur

  • De ruimtelijke vorm die de primaire structuur kan aannemen
  • Dit kan zijn een α-helix of een β-sheet

Slide 37 - Tekstslide

0

Slide 38 - Video

De tertiaire structuur

  • Ook de α -helixen en de β-sheets van de secundaire structuur kunnen een ruimtelijke vorm aannemen.

Slide 39 - Tekstslide

Samenvattend

Slide 40 - Tekstslide

Afronding week 4
Hoera! Je hebt de opdrachten over eiwitten afgerond!

Begrijp je alle opdrachten?
Zo niet? Dan:
  • Neem contact op met docent (zie handleiding online lessen)
  • Stel vragen
  • Jij bent degene die de toets moet maken en voldoende moet afsluiten

Slide 41 - Tekstslide