Hoofdstuk 7 SPELLING

Oscar Schindler
1 / 67
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 67 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oscar Schindler

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Nakijken
 zin i en j blz. 105
opdr 4 blz. 109

Slide 3 - Tekstslide

Toets 3 okt.   -   herkansing 10 okt.
Grammatica (zinsdelen en woordsoorten) 
      
Spelling   (Behandelen we vanaf vandaag)

Slide 4 - Tekstslide

HOOFDSTUK  7  -  SPELLING
B-BOEK  BLZ. 114

                                              

Slide 5 - Tekstslide

Aan het eind van de les...
- weet je wat je aan goede spelling hebt
en 
- ken je de regels van de ww.-spelling

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen SPELLING

werkwoordspelling                                meervoud van ZN
interpunctie                                              apostrof en accent
hoofdletters                                              koppelteken en trema

Slide 11 - Tekstslide

7.1 introductie
blz. 114

Slide 12 - Tekstslide

Deze les leer je...
de spellingsregels van de werkwoorden

wanneer een d en wanneer een t?

Slide 13 - Tekstslide

7.2 werkwoorden blz. 117

Slide 14 - Tekstslide

INSTAP-OPDRACHT
OPDRACHT 1 BLZ. 117



timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Aan het eind van de les ken je de regels van werkwoordspelling.
Hoe zat het ook alweer?

Slide 16 - Tekstslide

werkwoordsvormen
mmmmmmm




pv
persoonsvorm (tt of vt)
dweilt, dweilde
vd
voltooid deelwoord
gedweild
td
tegenwoordig deelwoord
dweilend
inf
infinitief (hele werkwoord)
dweilen
aantekening

Slide 17 - Tekstslide







handelen
verkopen
hebben




                                                                                          
zwemmen
vliegen
zijn
                                                 
Maak een zin met het ww...

Slide 18 - Tekstslide

Is het WEL een PV?
T.T. (tegenwoordige tijd)
Als je 'lopen' invult, dan kun je het horen.

V.T. (verleden tijd)
-te(n) >  ik haatte
- de(n) > ik landde
achter de stam zetten.
Is het NIET een PV?
Dan kan het een
voltooid deelwoord (vd) zijn.
Dit herken je aan: ge- , ver- , be- 
1. zoek het hele ww
2. Haal -EN eraf
3. Zit de laatste letter in 
't kofschip?
JA>>> T,     NEE >>> D
aantekening

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld van de regel 
't kofschip

Ik heb heel hard genies...




DUS: Ik heb heel hard geniesd.

1. Zoek het hele ww
niezen
2. Haal -en eraf.
niez
3. Zit de laatste letter in 't kofschip?
Ja    > T
Nee > D
aantekening

Slide 20 - Tekstslide

D of T? 
Ik weet wat er bij de douane gebeur....

Hij is vorig jaar naar Amsterdam verhuis...

Vorig jaar lei...e hij een elftal

Oma brei...e een trui.

Noteer de antwoorden.

Slide 21 - Tekstslide

1. Hij (leiden) al jaren een elftal.
A
leid
B
leit
C
leidt

Slide 22 - Quizvraag

2. (Vinden) jij Engels ook zo moeilijk?
A
Vind
B
Vint
C
Vindt

Slide 23 - Quizvraag

3. Hij heeft zijn knie (schaven).
A
geschaavt
B
geschaaft
C
geschaafd
D
geschaavd

Slide 24 - Quizvraag

4. Ik (bieden) je mijn excuses aan.
A
biedt
B
biet
C
bied

Slide 25 - Quizvraag

5. Dat (gebeuren) iedere dag.
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 26 - Quizvraag

6. Hij (voeden) die puppy alleen op.
A
voet
B
voedt
C
voed

Slide 27 - Quizvraag

7. Haar gedrag is (veranderen).
A
verandert
B
veranderd

Slide 28 - Quizvraag

8. Ze (herhalen) het voor de derde keer.
A
herhaald
B
herhaaldt
C
herhaalt

Slide 29 - Quizvraag

9. Wat is het tegenwoordig deelwoord (td) van schreeuwen?
A
schreeuwt
B
geschreeuwd
C
schreeuwde
D
schreeuwend

Slide 30 - Quizvraag

10. Als hij praat, is iedereen stil.
A
Enkelvoudig
B
samengeteld

Slide 31 - Quizvraag

11. Hij moet keihard werken voor zijn geld.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 32 - Quizvraag

12. Mijn broer is naar Utrecht verhuis...
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 33 - Quizvraag

KLAS 4TB

Slide 34 - Tekstslide

De planning voor de toets Grammatica & Spelling
grammatica
1e, 2e en 3e week
spelling  d of t, leestekens en hoofdletters
20 sept. en vandaag
spelling 
meervouden + 4 leestekens
do 29 sept
oefenen voor de toets
vragen stellen
 vr.30 sept
TOETS
di 4 oktober

Slide 35 - Tekstslide

Oefenen met ww.-spelling
d of t?


maken: opdracht 4 en 5 blz. 119, 120
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Vandaag leer je...


...hoe je leestekens 
en 
hoofdletters gebruikt.

Slide 37 - Tekstslide

INTERPUNCTIE

Slide 38 - Tekstslide

Eind van de zin:
  • punt
  • uitroepteken
  • vraagteken

Hij is geslaagd voor zijn rijexamen. 
Weet je met welk cijfer? Een 10!

Slide 39 - Tekstslide

dubbele punt 
  • er komt een uitleg
  • er komt een opsomming
  • er komt een citaat

Dat gaat als volgt: ..............
Ik houd van deze groentes: ......
Ze riep: " ...........................!"

Slide 40 - Tekstslide

Aanhalingstekens "........" 
Gebruik je bij een citaat.                                 Maaike zei: "Ga je mee?"
Als je iets op een andere manier moet lezen.             "Leuk" ben jij.

Slide 41 - Tekstslide

De komma
Tussen twee werkwoorden in een samengestelde zin - als ik eet, kijk ik tv.
In een opsomming - vrienden, vriendinnen, buren, familie
Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden -  een mooie, warme dag
Woorden als:  toch, hoor, ja en oké - ik haal jou op, oké?

Slide 42 - Tekstslide

Noteer de leestekens


opdr 1 blz. 121



Slide 43 - Tekstslide

KLAS 4TB

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

De planning voor de toets Grammatica & Spelling
grammatica
1e, 2e en 3e week
spelling  
d of t en leestekens 
20 sept. en vandaag
spelling hoofdletters,
meervouden + 4 leestekens
do 29 sept
oefenen voor de toets
vragen stellen
 vr.30 sept
TOETS
di 4 oktober

Slide 46 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
KIJK EVEN MEE OP BLZ. 123 

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag 
Opdracht 4 en 6
blz. 123, 124
Klaar? > zelf nakijken (zie mail 27 sept)



timer
10:00

Slide 48 - Tekstslide

KLAS 4TB
30 sept 2022

Slide 49 - Tekstslide

Hoe schrijf je het meervoud?
baby          melodie      horloge
slee            muis             MBO
café               graf          bacterie 


Maak aantekeningen

Slide 50 - Tekstslide

De laatste vier leestekens
1. apostrof:  Emma's tas, Max' mobiel. vwo'er, A4'tje. 't regent
2. accent:  café, hé!, crêpes, hét middel tegen haaruitval
3. koppelteken:  zo-even, 60-plusser, Noord-Brabant,
diploma-uitreiking.
4. trema: beïnvloeden, ruïne

Slide 51 - Tekstslide

De laatste twee opdrachten

1. Oefenen met meervouden: opdracht 7 blz. 125

2. Oefenen met leestekens: opdracht 14 blz. 130

Slide 52 - Tekstslide

QUIZ OVER WERKWOORDSSPELLING

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Link

1. Noteer het meervoud van 'industrie'.
A
industrieën
B
industriën
C
industries

Slide 55 - Quizvraag

2. Wat is het meervoud van slee?
A
sleën
B
slees
C
sleeën

Slide 56 - Quizvraag

3. Wat is het meervoud van zeef?
A
zefen
B
zeven
C
zeeven
D
zeefen

Slide 57 - Quizvraag

4. Wat is het meervoud van etage?
A
etages
B
etage's

Slide 58 - Quizvraag

5. Wat is het meervoud van MACHINE?
A
machine's
B
machines

Slide 59 - Quizvraag

6. Wat is goed?
A
stageüren
B
stage uren
C
stage-uren
D
stageuren

Slide 60 - Quizvraag

7. Wat is goed?
A
financieel
B
financiëel

Slide 61 - Quizvraag

8. Wat is goed?
A
naäpen
B
na-apen
C
na apen

Slide 62 - Quizvraag

9. Wat is goed?
A
ge-introduceerd
B
geintroduceerd
C
geïntroduceerd

Slide 63 - Quizvraag

QUIZ OVER LEESTEKENS EN HOOFDLETTERS

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Link

Spelling H7 is afgerond 

TOETS GRAMMATICA & SPELLING: 
dindsdag 4 oktober

Slide 66 - Tekstslide

Spelling op het examen?
Neem een woordenboek mee!
Handig voor de schrijfopdrachten 
(brief schrijven of een artikel schrijven)
                           

Slide 67 - Tekstslide