paragraaf 6 Reëel en nominaal inkomen

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 4 paragraaf 6 blz. 141
* We gaan zo beginnen ...........
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie
Fijn dat jullie er weer zijn.
 * Ga lekker zitten op je plek
* Mobiel is weg deze zit in één van de vakjes van de telefoontas
* Mobiel staat op vliegtuigstand of staat uit
* Hoofdstuk 4 paragraaf 6 blz. 141
* We gaan zo beginnen ...........

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 6 
Reëel en nominaal

Slide 2 - Tekstslide

opdracht Paragraaf 5
7-9 en 12

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Koopkracht

De hoeveelheid producten die kan worden gekocht van een hoeveelheid geld.

Inflatie zorgt voor mindere koopkracht.

Slide 5 - Tekstslide

Nominaal en reëel inkomen
Nominaal inkomen: het inkomen dat je in euro's verdient.
Reëel inkomen: de koopkracht van je inkomen.


Prijscompensatie: het deel van de inkomensstijging dat nodig is om de koopkracht te handhaven.


Slide 6 - Tekstslide

Nominale of Reële inkomen

Verschil is de inflatie

Nominaal is het geld dat je verdient. 
Reeel is het aantal producten dat je kan kopen van het geld dat je verdient = koopkracht,

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld

Het reële inkomen bleef gelijk met 0%
In datzelfde jaar was de inflatie 3%.
Hoeveel steeg het nominale inkomen dat jaar?


nominaal inkomen steeg met 3%

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld

Kees verdiende € 2.175 per maand. 
Het loon steeg met € 43,50 per maand.
De inflatie was 3%.
Is zijn reëel loon toegenomen?



Slide 9 - Tekstslide

antwoord
€ 43,50 : € 2.175 x 100 = 2%
Reële loon is gedaald.

Slide 10 - Tekstslide

opdrachten Hoofdstuk 4 paragraaf 6
Paragraaf 6   2 (nieuw/oud formule), 4, 6 , 7 en 10
Je probeert deze opdrachten te maken.
Oefenen is de beste manier van leren.  We bespreken ze over 20 minuten. Vragen hebt kom je naar voren

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide