6.2 - Bestuiving

6.2 - Bestuiving
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.2 - Bestuiving

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg 6.2
  • Practicum

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen..
De bloem...

Slide 4 - Tekstslide

Onderdelen van de bloem:

De stamper ......
A
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit helmdraad en helmknop
B
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit helmdraad en helmknop
C
Is het mannelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel
D
Is het vrouwelijk voortplantings-orgaan en bestaat uit stempel, stijl en vruchtbeginsel

Slide 5 - Quizvraag

Welk van deze bloemen is mannelijk?
A
Bloem A
B
Bloem B
C
Bloem C

Slide 6 - Quizvraag

Nadat de planten hebben gebloeid veranderen de bloemen in...?
A
Zaden
B
Vruchten
C
Planten afval
D
Andere bloemen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Nectar en stuifmeel
  • Bloemen vormen nectar (zoet sap wat insecten aantrekt).
  • Bijen maken van nectar honing.
  • Bijen verplaatsen stuifmeel bij het verzamelen
      van nectar. 

Bestuiving = het overbrengen van stuifmeel 
van een meeldraad op een stempel. 

Slide 9 - Tekstslide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Veel bloemen hebben meeldraad én stamper. 
  • Stuifmeel van meeldraad kan dan op stamper van dezelfde bloem komen = zelfbestuiving.
  • Stuifmeel wat op stamper van een andere bloem terecht komt
    = kruisbestuiving.  

Slide 10 - Tekstslide

Insectenbloemen
  • Bloemen waarbij insecten voor de bestuiving zorgen: insectenbloemen.  

  • Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren om insecten te lokken. 
  • Insecten komen af op de geur van nectar. 


  • 1 insect kan tientallen
     bloemen bestuiven.  

Slide 11 - Tekstslide

Windbloemen
  • Bloemen waarbij de wind zorgt voor de bestuiving: windbloemen.  

  • Bloemen zijn klein en onopvallend gekleurd. 
  • Kroonbladeren zijn meestal groen
  • Wind blaast het stuifmeel van de meeldraden weg. 
  • Stuifmeel komt per toeval op een stempel van dezelfde bloemsoort. 
  • Kans op bestuiving is klein, windbloemen maken dus veel stuifmeel. 
  • Helmknoppen hangen vaak buiten de bloem. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
We gaan oefenen met de onderdelen van een bloem (tulp)

Donderdag inval:
- Opdrachten maken / leren voor practicum (zie magister)

Vrijdag 20 mei: practicum bloem
Leren: onderdelen bloem en tekenregels. 

Slide 14 - Tekstslide