Een hoofdvraag

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Formuleren we een hoofdvraag.

Slide 2 - Tekstslide

Dit gaan we oefenen!
Bedenk in 1 minuut zoveel mogelijk vragen over: 

Slide 3 - Tekstslide

De vragen:
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

De onderzoekvraag:
Een vraagwoord als begin:
Een onderzoeksvraag is altijd een open vraag. 

Vraagwoorden:
7W's = Wie, wat, waar, waarom, waartoe, wanneer en welke
H = Hoe

Slide 5 - Tekstslide

Een goede hoofdvraag:
  1. De hoofdvraag is één vraag;
  2. De hoofdvraag is helder geformuleerd;
  3. De hoofdvraag is niet met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden;
  4. De hoofdvraag is afgebakend;
  5. De hoofdvraag is haalbaar om te onderzoeken;
  6. De hoofdvraag is niet Google-baar.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Beschrijvende vragen: 
🟢 Doel: Iets in kaart brengen of begrijpen
🧠 Typische woorden: Wat is…? Hoeveel…? Hoe ervaren…?
📊 Bijpassende methodes: enquête, interview, observatie

Voorbeelden:
1. Wat vinden jongeren van 12 t/m 18 in de Oranjewijk van de voorzieningen in hun buurt?
2. Hoe ervaren leerlingen in havo 5 van !mpulse het hebben van een bijbaan naast school?


Verklarende vragen:
🔵 Doel: Een verband of oorzaak-gevolgrelatie onderzoeken
🧠 Typische woorden: Waardoor…? In hoeverre beïnvloedt…? Wat verklaart…?
📊 Bijpassende methodes: Enquête of experiment

Voorbeelden:
1. In hoeverre beïnvloedt sociale mediagebruik het stressniveau van leerlingen in havo 5 van !mpulse?
2. In hoeverre speelt afkomst een rol in de omgang tussen spelers van team B4




Slide 8 - Tekstslide



Zijn er verschillen in stressniveau tussen leerlingen met en zonder bijbaan?

Verschilt het veiligheidsgevoel tussen bewoners van wijk A en wijk B?


🟡 Vergelijkende vragen
🟡 Doel: Verschillen tussen groepen in kaart brengen
🧠 Typische woorden: Verschilt…? Zijn er verschillen tussen…?
📊 Bijpassende methodes: Enquête, experiment, soms observatie

Voorbeelden:
- Verschilt het gebruik van sociale media tussen jongens en meisjes in klas 4B?
- Zijn er verschillen in stressniveau tussen leerlingen met en zonder bijbaan?
- Verschilt het veiligheidsgevoel tussen bewoners van wijk A en wijk B?


Slide 9 - Tekstslide

In hoeverre beïnvloedt schermtijd het slaapritme van jongeren?
A
Beschrijvend
B
Vergelijkend
C
Verklarend

Slide 10 - Quizvraag

Hoe ervaren leerlingen van klas 4C prestatiedruk op school?
A
Beschrijvend
B
Vergelijkend
C
Verklarend

Slide 11 - Quizvraag

Verschilt het sociale mediagebruik tussen jongens en meisjes in havo 4?
A
Beschrijvend
B
Vergelijkend
C
Verklarend

Slide 12 - Quizvraag

Even oefenen:
Stel: 
In de Vrijheidswijk in wijk Leeuwarden hebben ze veel overlast van hangjongeren. De politie en de gemeente denken dat dit de leefbaarheid van de wijk verslechtert en zijn bang dat de wijk een slechte naam krijgt. 

Als onderzoeker weet jij dat je niet zomaar iets kan beweren, maar altijd eerst goed onderzoek moet doen. Bedenk een hoofdvraag.


Slide 13 - Tekstslide

Bedenk een hoofdvraag:

Slide 14 - Open vraag

Deelvragen:
Een hoofdvraag is vaak te groot om in één keer te kunnen beantwoorden. Daarom deel je de hoofdvraag op in een aantal deelvragen (minstens 3). 

Door antwoorden te vinden op jouw deelvragen, beantwoord je uiteindelijk ook je hoofdvraag.

Slide 15 - Tekstslide

Soorten deelvragen:
In ieder onderzoek tref je verschillende soorten deelvragen aan:
  • Theorievraag
  • Resultatenvraag
  • Analysevraag

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk een deelvraag:

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag!

Slide 18 - Tekstslide