7.4 Wat geeft de overheid uit? (met vragen)

7.4 Wat geeft de overheid uit ?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

7.4 Wat geeft de overheid uit ?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.

Je legt uit waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
Je legt uit hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
Je legt uit hoe de staatsschuld is ontstaan.


Slide 2 - Tekstslide

Belangrijk 
1e waarschuwing --> geen probleem maar let op!
2e waarschuwing --> Artikel, in overleg mag je buiten het lokaal werken
3e waarschuwing --> Artikel + maandag het 8ste of 9e uur nakomen!

Artikel bedraagt 300 woorden over het onderwerp gedrag.

Wanneer heb ik last van jou:
- door mij heen praten tijdens de uitleg
- opmerkingen maken over de familie van een klasgenoot
- niks doen tijdens het maken van de opdracht

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht: 4, 5 (5b hoeft niet), 7, 10 en 13
Huiswerk voor donderdag, dan gaan wij dit bespreken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Rijksbegroting?
A
Een wet die het belastingstelsel regelt.
B
Een programma om de werkloosheid te verminderen.
C
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de overheid.
D
Een plan om de economie te stimuleren.

Slide 10 - Quizvraag

Wie stelt de Rijksbegroting op?
A
De Tweede Kamer.
B
De regering.
C
Het Koninklijk Huis.
D
De Eerste Kamer.

Slide 11 - Quizvraag

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 12 - Quizvraag

Een staatsschuld ontstaat door in de jaren met een begrotingstekort:
A
geld uit te geven
B
geld te lenen
C
geld te sparen
D
geld te hebben

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld
A
Deze worden hoger
B
Deze blijven gelijk
C
Deze worden lager

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen
Je weet wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.

Je legt uit waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
Je legt uit hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
Je legt uit hoe de staatsschuld is ontstaan.


Slide 15 - Tekstslide