Formatieve assessment

Formatief
Formatief betekent dat je de prestaties van een leerling niet vergelijkt met die van andere leerlingen, maar met zijn eerdere resultaten. Formatief is de tegenhanger van summatief. Bij summatief beoordelen geef je een cijfer, bij formatief beoordelen ben je gericht op de ontwikkeling: wat is goed en hoe kun je het nog beter maken?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Formatief
Formatief betekent dat je de prestaties van een leerling niet vergelijkt met die van andere leerlingen, maar met zijn eerdere resultaten. Formatief is de tegenhanger van summatief. Bij summatief beoordelen geef je een cijfer, bij formatief beoordelen ben je gericht op de ontwikkeling: wat is goed en hoe kun je het nog beter maken?

Slide 1 - Tekstslide

assessment
Assessment heeft betrekking op de manier waarop je leerlingen vooruit helpt in hun leerproces: onder andere door feedback te geven, door vragen te stellen, door het leerdoel helder te maken en door aan te geven hoe een ‘goed’ leerresultaat eruit ziet. Dit assessment krijg je op drie manieren:
  • Teacher-assessment: door als leerkracht de juiste vragen te geven en feedback te geven op het leren. 
  • Peer-assessment: door gesprekken met klasgenoten, praatmaatjes. 
  • Self-assessment: door te reflecteren op je eigen leerproces en resultaten.

Slide 2 - Tekstslide

Welke ingrediënten horen bij formatieve assessment?
  • Duidelijke leerdoelen. 
  • Succescriteria die met de leerlingen opgesteld zijn. 
  • Een growth mindset en metacognitieve vaardigheden. Leerlingen activeren om eigenaar te worden van hun eigen leerproces. 
  • Heterogene groepen. 
  • Goede voorbeelden analyseren en delen, voordat de leerlingen hun eigen product maken. 
  • Effectieve klassengesprekken, vragen, taken en lesafsluiting. 
  • Feedback geven die leerlingen vooruithelpt. Coöperatieve feedback van klasgenoten tijdens een time-out in de les. Leerlingen zijn elkaars hulpbron bij het leren. Dit kan door middel van praatmaatjes. 
  • Leerlingen betrekken bij het voorbereiden van de les om hun motivatie en eigenaarschap te vergroten.

Slide 3 - Tekstslide

waarom, volgens Hattie
  • Jezelf op voorhand een cijfer geven / verwachtingen van leerlingen (1.44). Dit duidt op leerlingen die goed weten wat en hoe ze leren. Ze kunnen zichzelf beoordelen en hun leerproces sturen. 
  • Formatieve evaluatie geven / Feedback (0.90 / 0.75). 
  • Lesson study (0.88). 
  • Klassengesprek (0.82). 
  • Relatie leraar-leerling (0.72). 
  • Metacognitieve strategieën (0.69).

Slide 4 - Tekstslide

De basis leggen 
Hoe krijg je actief functionerende leerlingen? Daar zijn drie randvoorwaarden voor:
  • Een goede leercultuur. Dit is de belangrijkste.  
  • Leerlingen worden betrokken in de voorbereidingsfase. 
  • Leerlingen hebben wisselende praatmaatjes. 

Slide 5 - Tekstslide

Een goede leercultuur 
Om de ideale leercultuur te creëren, gelden ook weer drie voorwaarden:
  1. Een growth mindset ontwikkelen. Complimenten moeten gericht zijn op de inspanning en wat er bereikt is, niet op de capaciteiten. 
  2. Het integreren van metacognitie, ook wel ‘leer-krachten’ genoemd. Deze leer-krachten zijn bijvoorbeeld: concentreren, doorzetten, etc. Ze reiken leerlingen de tools aan om hun leervaardigheden te herkennen en uit te breiden.  
  3. Leren in heterogene groepen. Door niveaugroepen geef je zwak presterende kinderen het idee dat ze niet slim zijn, ze krijgen een label opgeplakt. In heterogene groepen leren kinderen veel van elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leerlingen betrekken bij de voorbereidingsfase 
Biedt kinderen de mogelijkheid om te helpen bij het voorbereiden van thema’s. Dit zorgt voor hogere motivatie, meer zelfstandigheid en meer zelfvertrouwen. Erbij betrekken kan door de volgende stappen:
  • Activeer de voorkennis. 
  • Introduceer het onderwerp met een startactiviteit (dit geldt voor de meeste vakken). 
  • Presenteer de belangrijkste vaardigheden die aan bod komen. 
  • Vraag naar ideeën hoe die vaardigheden aangeleerd kunnen worden. 
  • Betrek de ouders erbij.

Slide 8 - Tekstslide

Praatmaatjes 
Werken met praatmaatjes heeft een groot sociaal effect, maar het leereffect – hoewel dat minder opvalt – is groter. Werken met praatmaatjes zorgt voor een cultuur waarin leerlingen meer praten dan leraren; ze discussiëren met elkaar, beantwoorden vragen, leren van elkaar en worden beter. Voor het grootste effect:
  • Kies partners willekeurig. 
  • Wissel elke week. Als je wilt dat alle combinaties aan de beurt komen, kun je twee namenlijsten kopiëren die telkens een plaatsje opschuiven van elkaar.  
  • Kies willekeurig leerlingen die antwoord geven op een vraag, in plaats van vingers op laten steken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkelen van het leren 
Vragen stellen
Goede vragen stellen is enorm belangrijk. Vragen stellen aan individuele leerlingen geeft jouw als leerkracht inzicht in wat ze weten en begrijpen, zo kun je de les bijsturen en afstemmen. Goede vragen stellen kan bijvoorbeeld aan de hand van de taxonomie van Bloom of met behulp van de zes denkhoeden van De Bono. 

Slide 11 - Tekstslide

feedback
  • Externe beloningen zijn negatieve vormen van feedback die het zelfbeeld omlaag kunnen brengen.
  • Samen met een klasgenoot nakijken werkt beter dan schriften uitwisselen.
  • Achteraf nakijken heeft weinig invloed op de vorderingen van leerlingen. Hoe sneller de feedback, hoe beter.
  • Onzichtbare feedback kun je zichtbaar maken door het gebruik van codes, gekleurde pennen, initialen enz.

Slide 12 - Tekstslide

Een effectieve afsluiting van de les 
Er zijn een aantal strategieën om een les effectief af te sluiten. Deze strategieën:
  • Laten leerlingen reflecteren op wat ze geleerd hebben. 
  • Geven de leraar feedback over wat leerlingen wel of niet begrijpen. 
  • Geven summatieve informatie.

Slide 13 - Tekstslide