Oefenen H2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Oefentoets H2 (laptop)

Leerdoel: Ik oefen het volgende:

- Omrekenen eenheden

- Gevarensymbolen

-Stofeigenschappen

- Oplossing of suspensie

- Dichtheid

De hardlopers lopen 1 kilometer. Hoeveel meter is dat?

1. 1 meter
2. 10 meter
3. 100 meter
4. 1000 meter

Hoeveel gram is 180 milligram?

1. 180 gram
2. 1,8 gram
3. 0,18 gram
4. 18 gram

Hoeveel meter is 0,5 kilometer?

1. 5 meter
2. 0,5 meter
3. 50 meter
4. 500 meter

0,35 liter = ........ml

1. 35000
2. 0,0035
3. 350
4. 35

6 cl = .......ml

1. 60
2. 600
3. 0,06
4. 0,6

18 m3 = .....dm3

1. 1800
2. 180000
3. 18000
4. 0,18

0,17 dm3 =......mm3

1. 170000
2. 17
3. 1700
4. 170

3m =..... mm

1. 300
2. 3
3. 30000
4. 3000

1 l = ... ml?

1. 1
2. 10
3. 100
4. 1000

5 l = ... dl?

1. 5
2. 50
3. 500
4. 5000

Wat betekent dit gevarensymbool?

1. Oxiderend
2. Explosief
3. Schadelijk
4. Licht ontvlambaar

Wat betekent dit gevarensymbool?

1. Bijtend
2. Schadelijk
3. Slecht voor het milieu
4. Giftig

Wat betekend dit gevarensymbool?

1. Explosief
2. Oxiderend
3. Corrosief
4. Schadelijk

Wat is een eigenschap van metaal?

1. Kan goed tegen bijtende stoffen
2. Is altijd zwaar
3. Breekbaar
4. Kan stroom geleiden

Waar wordt plastic van gemaakt?

1. aardolie
2. aardgas
3. ijzer
4. papier

Welke eigenschap heeft glas?

1. Breekt niet
2. Kan tegen bijtende stoffen
3. Is erg taai
4. Smelt snel

Geef aan oplossing of suspensie.
Modder is een...

1. Oplossing
2. Suspensie

Limonade

1. Oplossing
2. Suspensie

Verf

1. Oplossing
2. Suspensie

Er zijn twee grootheden nodig voor het berekenen van de dichtheid.
Weet je welke dat zijn?

1. lengte en breedte
2. massa en volume
3. massa en gewicht
4. massa en lengte

Wat is de formule voor het berekenen van de dichtheid?

1. Massa x Volume
2. Volume : massa
3. Massa : volume

De eenheid van dichtheid is...

1. g/cm3
2. cm3/g

De massa = 10 g.
Het volume = 5 cm3.
Wat is de dichtheid?

1. 5 : 10 = 0,5 g/cm3
2. 10 : 5 = 2 g/cm3
3. 5 x 10 = 50 g/cm3

De dichtheid = 2,5 g/cm3.
Het volume = 4 cm3.
Bereken de massa.

1. 4 : 2,5 = 1,6 g
2. 2,5 : 4 = 0,625 g
3. 2,5 x 4 = 10 g

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume.

1. 15 : 3 = 5 cm3
2. 3 : 15 = 0,2 cm3
3. 15 x 3 = 45 cm3