Taalverzorging deel 2

Taalverzorging deel 2
Zinsontleden
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging deel 2
Zinsontleden

Slide 1 - Tekstslide

Instructie
Werk elke slide één voor één door. Lees goed wat er verteld wordt en maak alle opgaven en vragen. Zowel die in Lesson-Up als in je boek. Als je vragen hebt, dan kun je die via Teams of in de klas aan mij stellen.

Zorg ervoor dat wanneer je een filmpje kijkt, je 
een koptelefoon gebruikt.


Slide 2 - Tekstslide

Legenda (kleuren van de slide)
  • Theorie 
  • Herhaling vorige deel
  • Oefening
  • Extra oefening
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

Ik was nog nooit in Alaska geweest.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:

Ik was nog nooit in Alaska geweest.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin:

De kinderen zijn wel klaar met school.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:

De kinderen zijn wel klaar met school.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin:

De kat van de buren is in de boom geklommen.

Slide 8 - Open vraag

Noteer alle werkwoorden in deze zin achter elkaar.

Ik was nog nooit in Alaska geweest.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de werkwoorden in deze zin achter elkaar:

De kat van de buren is in de boom geklommen.

Slide 10 - Open vraag

Het werkwoordelijk gezegde. (wwgez)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm + alle andere werkwoorden in de zin.

Tip:
Noteer eerst de persoonsvorm en zet daar alle andere werkwoorden in de zin achter.
Zo vergeet je nooit om ook de persoonsvorm te noteren.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoeveel werkwoorden staan in deze zin:

Ik heb jarenlang zitten raden naar het goede antwoord.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het wwgez in onderstaande zin?

Jan heeft zijn eten laten staan.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het wwgez in onderstaande zin?

De storm heeft over het land geraasd.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het wwgez in onderstaande zin?

De juf heeft de papieren uitgedeeld.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het wwgez in onderstaande zin?

Ik heb mijn boek uitgelezen.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het wwgez in onderstaande zin?

Vandaag ga ik niet lang op school blijven.

Slide 18 - Open vraag

WERKBOEK
Ga naar bladzijde 117 opdracht 3.
Haal voor de zinnen 1 t/m 5 het werkwoordelijk gezegde eruit.

Als je klaar bent, ga je naar de volgende slide.

Slide 19 - Tekstslide

WERKBOEK Nakijken
1. werd gekucht
2. is veranderd
3. hebben geboft
4. hebben geschrobd
5. heeft verbaasd

Slide 20 - Tekstslide

Leespauze
Zet de timer aan en 
ga even tien minuten lezen 
in je leesboek.
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp   (LV)
Om het lijdend voorwerp te vinden heb je het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp nodig.

De vraag die je stelt is: wat of wie + wwgez + ow?

Jan heeft een ijsje gekocht.
Heeft gekocht = wwgez.
Jan = ow.

Wat heeft Jan gekocht? ->  een ijsje  (is dus lv)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:

Mees heeft tien nieuwe spellen voor zijn pc gekocht.
A
heeft
B
spellen
C
zijn pc
D
tien nieuwe spellen

Slide 24 - Quizvraag

Het lijdend voorwerp   (LV)
Bij het lijdend voorwerp horen ook alle woorden die bij dat zinsdeel horen. Net als bij het onderwerp kan je dit niet uit elkaar halen.

Jan heeft een heel lekker ijsje gekocht.

Slide 25 - Tekstslide

Noteer het lijdend voorwerp in de zin:

Wij hebben een groot groentepakket van de buren gekregen.

Slide 26 - Open vraag

Noteer het lijdend voorwerp in de zin:

In de vakantie ga ik graag vrienden van school opzoeken.

Slide 27 - Open vraag

Noteer het lijdend voorwerp in de zin:

Op zaterdag koopt mijn moeder altijd lekkere broodjes.

Slide 28 - Open vraag

Noteer het lijdend voorwerp in de zin:

Dit weekend ga ik nieuwe schoenen scoren.

Slide 29 - Open vraag

Noteer het lijdend voorwerp in de zin:

Je vertelt mij nooit de waarheid.

Slide 30 - Open vraag

Maak zelf een zin in de volgende volgorde:

OW - PV - LV - WWGEZ

Slide 31 - Open vraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vlak
PV
OW
LV
Mijn ouders
kopen
een nieuwe auto.

Slide 32 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vlak
PV
OW
LV
Hoe
laat
gaat
de laatste bus?

Slide 33 - Sleepvraag

INSTRUCTIE
Op de volgende slides ga je zinnen ontleden.
Noteer de zinsdelen in een vaste volgorde onder elkaar (zodat het systeem je antwoorden kan controleren).

pv
ow
wwgez
lv

Slide 34 - Tekstslide

Ontleed de volgende zin:

Margot had een heel bijzonder schilderij gemaakt.

Slide 35 - Open vraag

Ontleed de volgende zin:

De kok van het tehuis heeft de aardappels laten aanbranden.

Slide 36 - Open vraag

Ontleed de volgende zin:

Hoeveel leerlingen van de basisschool hebben een mobiel?

Slide 37 - Open vraag

Je hebt nu een aantal zinsdelen geleerd. Welke gaat goed en welke vind je nog lastig?
Hoe is deze les gegaan? Hoe was je concentratie?

Slide 38 - Open vraag

Einde van deze les.
Volgende les: werkwoordspelling tegenwoordige tijd.

Slide 39 - Tekstslide